100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Gezinspedagogiek (slides + lesnotities) $4.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Gezinspedagogiek (slides + lesnotities)

1 review
 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Gezinspedagogiek (slides + lesnotities)

Preview 4 out of 124  pages

  • June 2, 2022
  • 124
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: carlijnedixhoven • 10 months ago

avatar-seller
Gezinspedagogiek: samenvatting


COLLEGE 1: Inleiding
 Leidende vragen bij dit college:

 Wat is een gezin?
 Wat is de eigenheid v/d gezinspedagogiek t.o.v. algemene pedagogiek?
 De gezinspedagogiek als wetenschap, wat bestudeert die?
 Wat is opvoeding? Hoe kunnen we opvoeding bestuderen in OZ?

 Gezinspedagogiek: vraagstellen en identiteit

1. Het gezin

 Hoe definieer je ‘een gezin’?

 Hoger Instituut Gezinswetenschappen: “Een gezin is een huishouden met als essentiële
kenmerken de combinatie van meer dan één generatie en tussen deze generaties een
zorgafhankelijkheid. Ouderschap en veelal partnerschap zijn samenstellende elementen van
een gezin. In een gezin is er sprake van minstens één ouder en één kind. Gezinsrelaties zijn
solidair en niet-vrijblijvend. Een gezin kan verschillende vormen aannemen. Iemand kan
opeenvolgend, of zelfs gelijktijdig lid zijn van verschillende gezinnen.”

o Een gezin is een dynamisch gegeven (geen statisch): kan veranderen over de tijd (gezin met oude
kinderen, jonge kinderen, ..)

 ‘Gezin’ in demografisch* onderzoek = ‘huishouden’ (* demografie = OZ naar kenmerken v/d bev.)

o “Bestaat uit ofwel één persoon die alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen die al
dan niet door familiebanden verbonden, gewoonlijk eenzelfde woning betrekken en er
mee samenleven” (Nationaal Instituut voor Statistiek, 1999)

- Verschil vorige: huishouden moet niet perse met meerdere

o Particulier huishouden (gezin in huisje, ..)  collectief huishouden (= rust- en
verzorgingstehuis, strafinrichting, weeshuizen, verpleeginstellingen, studenten- en
arbeidershomes  grotere groep van mensen die samenleven)
o Gebaseerd op geregistreerde en administratieve cijfers afkomstig van officiële
databronnen (Rijksregister)

 MAAR: weerspiegeling van reële werkelijkheid?  In werkelijkheid soms anders dan er
geregistreerd wordt (bv. koppel dat gescheiden is, maar nog niet officieel)(bv. partner gaat bij
iemand wonen => nog niet officieel maken => foute registratie)  grote dynamiek binnen
huishoudens: lopen vaak achter met cijfers

 Levine:

o Een gezin is méér dan het vroegere wettelijke, biologische en economische kader  meer
nadruk op affectieve in relatie i.p.v. wettelijke, financiële, …
o Subjectief fenomeen
o Er moet sprake zijn van solidariteitsrelaties tussen individuen met diepe persoonlijke
bindingen en reciprociteit




2

, Gezinspedagogiek: samenvatting


o Brede definitie: gezin bestaat niet noodzakelijk uit ouder en kind (bv. vrienden die aan
cohousing doen + voor elkaar zorgen (bv. ziekte) + verantwoordelijkheid opnemen)
 In wetenschappelijk OZ:

o Samenlevingsvorm van enkele mensen
o Contextbepaald: hoe gezin omschreven wordt, hangt af van wat men onderzoekt (zie ook
vb. gebruik v/d term family)  family in Angelsaksische wereld = gezin of grotere ruimere
familie => afhankelijk van context

 Eenduidige definitie ‘gezin’ niet evident

 Door maatschappelijke veranderingen

o Loskoppeling partnerschap en huwelijk
o Loskoppeling partnerschap en ouderschap
o Bloedband ouder en kind niet noodzakelijk
o Diversiteit aan gezinnen: veranderingen in samenstelling en grootte (toename
eenoudergezinnen en éénpersoonshuishoudens; kleinere gezinnen; ...)

 Sterft het klassieke kerngezin uit?

 = biologische ouders + kinderen
 Gezinsenquête 2016

o Schriftelijke enquête over ‘subjectieve gezinssamenstelling’ bij 2644 gezinnen uit
Vlaanderen of Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met minstens één kind jonger dan 25 jaar
o Wie behoort volgens u tot uw gezin?

- Voor 96,4% v/d gezinnen is er een match tussen het subjectieve gezinstype en het
Rijksregister

 mismatch door bv.: net gewijzigde toestand (vb. net gehuwd), een partner verblijft
officieel ergens anders

- Het ‘gezinsgevoel’ overstijgt domicilie en feitelijke verblijfplaats: bijna 1 gezin op 10
vermeldt 1 of meerdere gezinsleden die elders een wettelijke verblijfplaats hebben
(bv. partner, kinderen)
- Voor veel gezinnen is het kerngezin nog het ‘ideaal’ (  vaak gezinnen met onvervulde
kinderenwens, nog meer kinderen, gezinnen waar sprake was van scheiding (moeilijke
verwerking), alleenstaande ouders)

 Van ‘gezin’ naar ‘samenlevingsvorm’

 Een verband waar mensen met elkaar samenleven en voor de buitenwereld als zodanig
herkenbaar
 Breed spectrum:
o Kerngezin (‘nuclear family’) o Ongehuwd samenwonenden
o Grootfamilie (‘extended family’) (bv. o LAT-relatie (apart wonen)
Grootouders, tante) o Nieuw-samengesteld gezin (blended
o Klassiek & gemodificeerd* uitgebreid gezin family, mikado-gezin)
(*bv. dagelijks contact via skype maar woont niet o Holebigezin
thuis)
o Eenoudergezin
2

, Gezinspedagogiek: samenvatting




 … en ‘soorten’ ouders

 Door versch. samenlevingsvormen  versch. soorten ouders  DIVERSITEIT

o Biologische (natuurlijke) ouder en sociale o Duo-moeders/vaders, holebi-ouders
ouder* (*niet biologisch maar neemt wel rol o Draagmoeder, wensouder
moeder/vader op zich)
o Buikmama*, Leenmoeder*² (*adoptie,
o Wettige of juridische ouder (voogdij over lesbische koppels, …) (*²je ‘leent’ de
kind) baarmoeder van iem. die je kent)
o Pleegouder o Bio-vader; Viking-vader (sperma afstaan)
o Adoptieouder, afstandsouder* (*staat kind af o Donor-plusvader (sperma afgestaan + wil
ter adoptie) contact houden)
o Stiefouder, plusouder Niet biologische
ouder maar steunt o Bom & Bam (bewust
o Zorgouder, meeouder partner in opvoeden ongetrouwde/alleenstaande ouder)
o Bonusouder kind o Solo-ouder (niet altijd bewust of eigen keuze)



2. De gezinspedagogiek in relatie tot de algemene pedagogiek

 Pedagogiek: wetenschap van onderwijs, opvoeding & vorming
 Gezinspedagogiek = studie van opvoeding in gezinssituaties
 Opvoeding: het creëren v/e relationele en materiële omgeving door opvoeders met het oog op
het welzijn en het volwassen worden v/d opvoedeling

 Ouder-kind relatie in interactie (kinderen zijn evenveel betrokken in hun opvoeding als hun ouder
(bv. komt met materialen ad) => niet tabula rasa!)
 Opvoedingsvraag en opvoedingsaanbod
 ‘parenting’ (algemene term opvoeding)
 Omvat ‘socialiseren’: kinderen opvoeden tot leden v/d samenleving (bv. bepaalde
gedragsregels aanleren: niet stelen, beleefd zijn, …)

 Veronderstellingen bij (gezins)opvoeding:

 Essentieel voor het welzijn en opgroeien v/h kind (kind als opvoedeling)
 Ouderfiguren stemmen hun handelen af op het welzijn en opgroeien v/h kind (ouders en
ouderfiguren als opvoeders)  je stemt wat je geeft aan het kind af op wat het kind nodig heeft
(opvoedingsaanbod)

2.1 Relatie tot de Algemene pedagogiek

 Praxis (= praktijk van opvoeding binnen vorming, onderwijs, …)

 1) De ervaring dat de mens zelf aan het bestaan vorm en zin moet geven (vanuit een
existentiële nood) (we leven, moeten betekenis geven aan leven  hoe gaan we dat doen? 
omgeving kan helpen met betekenis geven aan je leven (relationeel))
 2) Deze vorm- en zingeving is steeds een relationeel gebeuren (relationeel: rekening houden
met omgeving)




2

, Gezinspedagogiek: samenvatting


 3) De zingeving die een antwoord is op deze existentiële nood is nooit definitief (zingeving niet
voor iedereen gelijk, kan veranderen naar gelang fase in je leven)
 Toegepast op opvoeding:

o De mens moet opgevoed worden, ingeleid worden in een wereld van betekenissen
o zodanig dat hij/zij zelf tot een zingeving kan komen,
o waardoor hij/zij het eigen handelen kan verantwoorden voor zichzelf en ten opzichte van
anderen

 We moeten kinderen, jongeren helpen bij betekenis geven aan leven (doel: kinderen moeten
dat later zelf kunnen als volwassenen)

 Praxis v/d opvoeding in algemeen-pedagogische principes

 Het kind is opvoedbaar (het optimisme, we kunnen bijdragen)
 Het kind moet opgevoed worden tot persoonlijke vrijheid en verantwoordelijke zelfbepaling
in solidariteit
 Opvoeder moet betekenissen omzetten in persoonlijk authentiek aanbod (kijken naar wie is je
kind, interesses, specifieke noden, aanbod dat zinvol is voor het kind)
 Pedagogisch aanbod moet beroep doen op de menswaardigheid v/h kind (samenleven met
anderen: kind moet leren rekening houden met anderen, verantwoordelijkheid nemen, …)

2.2 De Gezinspedagogiek als wetenschap

 Gezinspedagogiek als gedragswetenschap
 Levensloopbenadering: ontwikkeling binnen sociale context

 Proximale omgeving (dichtbij, alles wat zich op micro niveau binnen het gezin afspeelt: bv. ouder –
kindrelatie)
 Distale omgeving (wat verder: bv. schoolcontext, maatschappelijke context, buurt waarin men
woont  speelt ook grote rol)

 Wederkerigheid van opvoeding
 Beschrijving van processen, interacties en mechanismen van gezinsopvoeding
 Antecedenten* en consequenten*² (*wat gaat vooraf a/d opvoeding: bv. opvoedingsgesch. ouders)
(gevolgen v/d opvoeding op de ontwik. van kinderen)
 Gezinspedagogiek als wijsgerige reflectie over ouder-kind relatie:

 Normatief kader: niet opgelegd! (geen normen opleggen, wel: waar moeten we rekening mee
houden, …)
 Belang v/h kind en verantwoordelijkheid v/d ouders

 Relatie met andere wetenschappelijke disciplines:

 (gezins)sociologie, economie, antropologie, (ontwikkelings)psychologie

3. Opgaven v/d gezinspedagogiek

 Hoe gaan ouders om met hun kinderen?  Opgave 1: Empirisch OZ
 Voelen opvoeders zich competent in hun rol en ervaren
Bepaalde hypothesen voorop stellen
ze
 toetsen door date te verzamelen
satisfactie bij het opvoeden?
(veel mogelijke methode)  data
analyseren  conclusie die hypothese
verwerpt of bevestigd
2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martheplu. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.77  1x  sold
  • (1)
  Add to cart