Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Deze samenvatting bevat alle toets stof voor de kennistoets psychopathologie binnen de minor 'Professionele opvoeding' aan de HAN in Nijmegen.
De stof is afgestemd op het boek en de meerkeuzevragen van de site van Couthino.
De samenvatting sluit ook aan bij het oude boek van Rigter en van Hintu...
Thanks for your review! Hopefully it helped you. Good luck with the exam!
Seller
Follow
lisaneijenhuis
Reviews received
Content preview
Samenvatting psychopathologie
Minor professioneel opvoeden
Hoofdstuk 1
Ontwikkelingspsychopathologie
De wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe psychische stoornissen
ontstaan en ontwikkelen.
Heeft als doel om afwijkend en/of vreemd gedrag goed in kaart te brengen
o Psychische stoornissen worden herkend, van elkaar onderscheiden
en ingedeeld (classificatiesysteem)
Er wordt in de psychopathologie onderscheid gemaakt tussen grote
groepen stoornissen:
o Gedragsstoornissen
o Psychotische stoornissen
o Angststoornissen
o Etc.
Ontwikkelingspsychopathologie is zeer geschikt om preventiestrategieën
te ontwikkelen
o Vooral de theorie over de risico- en beschermende factoren en de
theorie over de ontwikkelingsopgaven maken dit geschikt
Psychische stoornissen
Worden binnen de ontwikkelingspsychopathologie gezien als een tijd- en
plaatsgebonden begrip.
Uiteenlopende psychische stoornissen hebben vaak dezelfde symptomen
bij kinderen en jongeren
o Angst is een kenmerk van veel stoornissen
Psychopathologie vs. psychiatrie
Psychopathologie richt zich onder meer op de theorie van het ontstaan van
stoornissen
o Psychiatrie doet dat ook, maar is daarnaast gelijk gericht op de
praktijk van de hulpverlening
Psychopathologie Psychiatrie
Richt zich onder meer op de theorie Psychiatrie is naast de theorie, ook
van het ontstaan van de stoornissen gelijk gericht op de praktijk van de
hulpverlening
Vooral te typeren aan de hand van Theorie wordt gebruikt en vooral
theorievorming toegepast in de hulpverlening
“Kennis” “Kunde”
Ontwikkelingsgerichte benadering
De ontwikkelingsgerichte benadering heeft het volgende uitgangspunt:
Om vast te kunnen stellen of het gedrag van een kind bij een psychische
stoornis hoort, moet je weten in welke levensfase het kind zich bevindt
Hoofdstuk 2
1
,Classificatie
Een persoon herkennen, er een naam aan geven en indelen in een categorie.
Een classificatiesysteem kan helpen om onderscheid te maken tussen
verschijnselen, kan overeenkomsten signaleren en oude en nieuwe
verschijnselen indelen
o Bij veel psychologische aandoeningen is het lastig om deze te
bestrijden omdat er nog geen duidelijke oorzaken gevonden zijn
o Culturele en persoonlijke opvattingen spelen een grote rol bij de
beoordeling van gedrag
Emil Kraepelin wordt gezien als de grondlegger van het moderne
classificatiesysteem
o Hij maakte een indeling van psychische stoornissen die vooral
lichamelijk was georiënteerd, en die was gebaseerd op
psychiatrische patiënten met ernstige stoornissen
Classificatie kan een eerste aanzet geven voor een behandeling
Classificeren
Indelen of herkennen.
Wordt ook wel ‘in kaart brengen’ genoemd
Diagnosticeren
Verklaren waarom iemand een stoornis heeft ontwikkeld.
Wordt gebruik gemaakt van theorieën over de ontwikkeling van een
persoon
o Bijvoorbeeld:
De bio-ecologische systeemtheorie
De theorie over ontwikkelingsopgaven
Diagnostiek
Gaat om 3 waaromvragen:
1. Waarom heeft dit kind deze klachten op dit moment gekregen?
2. Waarom blijven juist deze problemen en klachten bestaan?
3. Wat zegt het over dit kind en zijn gezin dat deze problemen zijn ontstaan
en blijven ontstaan?
Een diagnose is een aanzet om te kunnen verklaren en begrijpen wat
hulpverleners zien bij een kind
Bij het stellen van een diagnose wordt er gebruik gemaakt van inzichten:
o Het bio-psychosociale model
o Het model van risicofactoren en beschermende factoren
o Inzichten vanuit de verschillende wetenschappen
Een diagnose is nodig om op een kind toegespitste hulpverlening te
geven
Classificatie Diagnostiek
Wat (is er aan de hand?) Hoe (is dat zo gekomen?)
Algemene kennis Specifieke kennis
Beschrijvend Verklarend
Betreft groepen Betreft een individu
Gedragskenmerken Zijn meerdere niveaus van de persoon
en context bij betrokken
Relatief snel te stellen Tijdrovend proces
Geeft enige richting aan de Is voornamelijk voor (goede)
hulpverlening hulpverlening
2
,DSM-5
De ‘Diagnostic and statistical manual of mental disorders’.
Een omvangrijk classificatiesysteem voor psychische stoornissen dat
kan helpen bij het stellen van diagnoses (helpt niet bij diagnosticeren,
alleen bij classificeren)
Gaat in de DSM vooral om observeerbaar gedrag en/of innerlijke
kenmerken
Symptomen beschrijven de stoornis, ze verklaren deze niet!
De DSM beschrijft ook in welke maten en gedurende welke termijn de
symptomen aanwezig moeten zijn wil er sprake kunnen zijn van een
stoornis
Er is geen aparte categorie voor stoornissen die vooral bij kinderen en
adolescenten voorkomen
o Dit sluit aan bij het uitgangspunt van de psychopathologie dat
stoornissen vaak levenslang zijn en niet opeens verdwijnen
Kritiek op de DSM-5
Groot kritiekpunt op de DSM vanuit de psychopathologie: er wordt
onvoldoende rekening gehouden met de ontwikkelingscontext waarin een
stoornis ontstaat
o Kenmerken kunnen veranderen wanneer een kind ouder wordt en
geslacht kan bepalend zijn
Voorbeeld: de kenmerken voor depressie die de DSM
beschrijft, zijn de gemiddelde kenmerken van een volwassen
man
o Wordt te weinig rekening gehouden met de culturele context
Culturele normen en opvattingen hebben invloed op de
definitie en het voorkomen van psychische stoornissen
Categoriale indeling DSM
Symptomen zijn wel of niet voldoende aanwezig.
Dimensionale indeling DSM
Ernst en hoeveelheid van de symptomen.
CBCL (Child Behavior CheckList)
Meest gebruikte dimensionele vragenlijst.
Sluit beter aan bij de psychopathologische ideeën omdat de
dimensionele aanpak door de tijd heen veranderende psychologische
problematiek bij kinderen beter in kaart kan brengen
o Met de DSM gaat dit minder goed
CBCL gaat er van uit dat er geen harde criteria bestaan voor psychische
stoornissen
Niet alleen de hulpverlener geeft zijn opvatting, maar ook het kind zelf, de
ouders en eventuele andere betrokkenen
Gezinsonderzoek/ouderschapsonderzoek
Ouders hebben (mogelijk) invloed op de problemen van hun kind, het is heel
belangrijk om dit vast te stellen.
Ontwikkeling van de kinderen wordt in hoge mate beïnvloed door het
functioneren van het gezin
Een kind met grote psychische problemen heeft grote invloed op het
functioneren van het gezin en de ouders
3
, Gezinsonderzoek/ouderschapsonderzoek kan uitwijzen of er een
wisselwerking is tussen het gezinsfunctioneren en de problemen die het
kind heeft
Diagnostische methoden en instrumenten
Het diagnostische gesprek
Het belangrijkste instrument bij classificatie en diagnostiek.
Gaat om luisteren, vragenstellen en observeren
Het diagnostisch en hulpverleningsproces begint met een (intake) gesprek
dat vrijwel altijd gevoerd wordt door een psychiater of psycholoog
o Deze neemt een anamnese af: hij brengt de voorgeschiedenis van
het probleem in kaart op grond van informatie die hij krijgt van het
kind en de ouders
Na dit gesprek kan er een (diagnostisch) interview volgen waarbij de
hulpverlener een aantal gestandaardiseerde vragen stelt
Observeren
Doelgericht, opzettelijk en systematisch waarnemen.
Psychodiagnostiek
Is een onderzoek dat wordt gedaan door een gespecialiseerde psycholoog.
Er worden functietesten gebruikt: testen die bijvoorbeeld intelligentie,
concentratie en geheugen meten
Er worden invullijsten gebruikt om te kunnen vaststellen in welke mate
psychisch kenmerk of probleem aanwezig is (CBCL)
Er wordt soms gebruik gemaakt van projectieve testen, waarbij een kind
reageert op een plaatje zoals een vlekkentest
Lichamelijk onderzoek
Alleen een arts mag lichamelijk onderzoek doen en bloed- of urineonderzoek
aanvragen.
Wordt gedaan om uit te sluiten dat een psychisch probleem eigenlijk een
lichamelijk probleem is
o Zindelijkheidsproblemen, voedingsproblemen en eetstoornissen
Epidemiologie
Een hulpverlener gebruikt kennis over wat we ‘normaal’ en ‘abnormaal’ gedrag
vinden.
Deze kennis wordt verzameld met behulp van een epidemiologisch
onderzoek
Een epidemiologie werkt met het begrip prevalentie: het percentage
van een groep kinderen (of volwassenen) dat een bepaalde stoornis heeft
o Prevalentie wordt uitgedrukt in een percentage van een bepaalde
groep
o Je hebt prevalentie die het voorkomen van ziekten of stoornissen
in een bepaalde periode meet
Zoals een maandprevalentie
o Puntprevalentie is het voorkomen van stoornissen op een bepaald
moment
o Prevalentie niet verwarren met incidentie
Incidentie
Het aantal nieuwe ziektegevallen in een bepaalde periode.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaneijenhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.