100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LSC jaar 1 medische microbiologie $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting LSC jaar 1 medische microbiologie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Het is een samenvatting van de onderwerpen zoals urinewegen, virussen, vaccinaties, pathogeniteit, afweer. Er wordt veel gebruik gemaakt van afbeeldingen

Preview 4 out of 32  pages

  • June 3, 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Medische microbiologie

Week 1: Urinewegen en urineweginfecties
Hoge urinewegen: nieren, nierbekken, ureters (urineleiders)
Lage urinewegen: blaas, urethra (plasbuis)

Functie van de nieren:
1. Excretie van (afval) stoffen
2. Regulatie bloedvolume en bloeddruk
3. Regulatie van concentratie opgeloste stoffen in bloed
4. Regulatie van extracellulaire vloeistof pH
5. Regulatie rode bloedcel synthese via EPO
6. Vitamine D synthese


Renale veil: voert zuurstofarm bloed af
Renale artery: brengt zuurstofrijk bloed naar de nieren
De medula liggen alle uitlopers/ verzamelbuizen wat richting
de blaas gaat
De cortex, de buitenste laag/schors van de nier, liggen de
meeste functionele units van de nier
Niercorpus: de glomerulus en de capsule



Door aanvoering van bloed vind filtratie van het bloed plaats in de
glomerulus. Afvalstoffen kunnen hierdoor worden uitgescheiden en de
belangrijke stoffen blijven in het bloed.




Filtratiemembraan: filtreert bloed




Bloedvaten worden omringt door uitlopers van podocyten.
Het bloedvat/ capillary heeft een wand van capillary endothelium cellen waar kleine openingen
tussen zitten. De uitlopers van de podocyten binden aan het filtratiemembraan. De grootte van de
poriën bepaald welke stoffen wel of niet gefiltreerd worden en dus de samenstelling van de urine.

,Urine productie:




1. Filtratie
Bloed komt van de bloedvaten aan in het tubules systeem, hier wordt water en ionen
doorgelaten richting de bowman’s capsile en worden de cellen en de meeste eiwitten tegen
gehouden: filtraat, de vorming van filtraat is afhankelijk van de filtratie druk.

Osmose speelt ook een belangrijke rol bij de filtratie druk,
door het semipermeabele membraan wordt vocht van de
voor-urine terug geabsorbeerd in de bloedbaan


2. Tubulaire reabsorptie
Vanaf voorurine worden er weer stoffen terug gereabsorbeerd in het bloed, voornamelijk
veel vocht, ionen en glucose. Dit gebeurt via osmose
proximale tubules: reabsorptie van water en oplosbare stoffen

In het tubuli systeem zit de lus van Henle het dunne deel, in het
dalende deel vindt afgifte van water aan het bloed plaats. Het
stijgende deel vind een heropname van opgeloste stoffen.
De wand van de tubule cellen zitten dichterbij elkaar dus hier kan
geen water door heen

lus van Henle het dikke deel:
het stijgende deel: hier vind de laatste reabsorptie van
ionen plaats, deze wand laat geen water door

Als laatst komt het bij de distale tubules: hier vind de
laatst reabsorptie van stoffen en water, voordat het
urine verzameld wordt en naar de blaas gaat
3. Tubulaire secretie (nefron)
Stoffen die niet door het filtratiemembraan gaan maar toch uit het bloed moeten, worden
door tubulaire secretie afgegeven aan de voor-urine.
Vanuit het capillair worden nog afvalstoffen afgegeven aan het voorurine
Actieve secretie: H+, K+, creatinine, histamine, penicilline
Passieve secretie: ammonia


Regulatie urineproductie:
o.a. door anti diuretisch hormoon (ADH): zorgt ervoor dat je minder gaat plassen
de hypofyse produceert ADH, wat aankomt bij de nieren. Hierdoor gaan de nieren meer water
reabsorberen.
Alcohol en cafeïne remt de vorming van ADH
Patiënten met het ziektebeeld diabetes insipidus produceren geen ADH

Vrouwen krijgen vaker een blaasontsteking:
1. Plasbuis/urethra is korter
2. urethra ligt dichter bij de uitmonding van het darmkanaal

,Bacteriurie: aanwezigheid van bacterie in urine
Infectieroutes:
1. Ascenderende route: bacterie komt via de urethra terecht en stijgt op
-Spontaan
-Catheter (Candida gist)/ ziekenhuisinfectie
2. hematogene route: via bloedstroom
-Gram positieve bacterie staphylococcen
-soms mycobacterium tuberculosis/ Niertuberculose

Predisponerende factoren die kans op infecties vergroten:
1. serotype: de stam van bacterie
-E.coli is de meest voorkomende ‘infectieverwekker’ in de blaas
-k-antigeen en fimbiae (pili): hiermee kan de bacterie zich vasthouden aan de urineleider
-bewegelijkheid dmv flagel: makkelijk tegen de stroom van urine in zwemmen
-P-fimbriae: verbinding van hechting van E.coli aan cel-receptoren
-bevat endotoxinen/ urease: remming de peristaltiek in de ureters
2. samenstelling van urine/ gastheer
urine: -zuur: heeft een remmende werking
-glucose: als het te hoog is, zoals bij diabetes patiënten, bevorderd dat bacteriegroei
-menging prostaatvloeistof: remming van bacteriegroei
3. Regelmatig plassen: antibacteriële functie, geen infectiepreventie
4. slijmvlies blaas: is normaal antibacterieel, als het beschadigd raakt kan ontstekingsreacties
Veroorzaken
Cystitus: ontstoken blaasslijmvlies door E.coli
-Symptomen: weinig/ troebel urine
5. afwijking blaas/urethra: hindering afvoer urine
6. reflux: terugvloei urine naar nieren
7. anestesie: aandrang plassen uitschakelen
8. te weinig drinken

Recidief: terugkerende infectie van zelfde bacteriesoort
Her-infectie: terugkerende infectie van verschillende bacteriesoorten

Er kan ook een urineweginfectie zijn van meerdere micro-organisme:
1. onzorgvuldig monster genomen
2. slecht afweersysteem
3. sommige bacteriesoorten behoren tot de normale urineweg flora
4. SOA: virussen en parasieten

Acute urineweginfectie:
Oorzaak: E.coli
Chronische urineweginfectie:
Oorzaak: (gram-negatieve bacteriën) Proteus, Pseudomonas, Klebsiella- en
Enterobacter-soorten (vaak antibiotica-resistent)

Bij een blaasontsteking kan er een pyelonefritis (nierbekkenontsteking) ontstaan door E.coli
Symptomen: pijn in de zij, koorts met soms rillingen, algehele malaise
Oorzaak: E.coli, Leptspira, S. aureus, Mycobacterium tuberculosis
Leptospirose: nierbekkenontsteking door E.coli en Staphylococcus aureus

, Bacterie determinatie:
1. supernatant urine over objectglas
2. Gramkleuring: kristalvioletoplossing, lugol, ethanol, fuchsine

Gram-positieve bacteriën: paarsblauw
Gram-negatieve bacteriën: rood roze



3. beoordeel preparaat


Plaveiselepitheel is 2 tot 3 keer groter dan leukocyten


4. determinatie van gramnegatieve staven:
Bloedplaat: gram pos en Gram neg
MacConkey plaat (selectief en differentieert): selectief voor alleen Gram negatief
Differentieert op basis van lactose vergisting
*Gram negatieve staven zijn lactose fermentoren
CNA plaat: alleen Gram positief
5: oxidase test
Positief resultaat: Pseudomonaceae
P en f buizen: test de productie van het pigment Pyocyanine (P) en Fluorescine (F)
P-buis: blauw/groen
F-buis: groen/geel
Negatief resultaat: enterobacteriaceae
Rapid API 20E: verschillende voedingsbodems, test op biochemische eigenschappen




Er kan ook een resistentie bepaling gedaan worden met verschillende soorten antibiotica

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zolakamp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.82
  • (0)
Add to cart
Added