1. Ruimte
- Ruimte beoogt de ontwikkeling van het ruimtelijk bewustzijn: we stimuleren kinderen
doorheen de basisschool om hun ruimtelijk bewustzijn te ontwikkelen en te vergroten.
- Ruimte = ruim begrip. Enerzijds is er de objectieve ruimte, of meetbare ruimte,
anderzijds wordt het begrip gebruikt om een afbakenend gebied mee aan te duiden dat
men beleeft en waardeert. = subjectieve ruimte
1.1. Ruimte-onderdelen
1.1.1. Oriëntatie, kaart- en algemene vaardigheden
- Technieken die men leert kennen en toepassen met het oog op het verwerven van
inzichten en het ontwikkelen van zelfredzaamheid binnen abstractere grotere ruimten.
Het ontwikkelen van de oriëntatie gaat van het eigen lichaam. Deze ontwikkeling verloopt via
leerlijn
- Van kleine naar grote ruimte
- Oorspronkelijk is er het eigen lichaam en de onmiddellijke omgeving. Later
ontwikkelt het kind inzicht dat het in staat stelt ordeningen aan te brengen in
grote ruimten.
- Van concrete naar abstracte ruimte met aandacht voor de onderlinge ruimtelijke relaties.
- Concrete of werkelijke ruimte is die waarin we ons bevinden. Waar alle
voorwerpen hun ware grootte hebben.
- Een afbeelding die een verkleinde weergave is van een werkelijke ruimte is
overzichtelijker.
- Volgende stap: binnen tweedimensionale ruimte waarbij de diepte gesuggereerd
wordt. Afbeeldingen van ruimtelijke situaties op foto’s komen veel voor. Met de
plattegrond wordt de stap gezet naar de abstracte ruimte waarin hoogte en
diepte ontbreken.
- De abstracte ruimte is de tweedimensionale ruimte waarin ruimtelijke
relaties worden aangebracht op basis van symbolen of pictogrammen.
Oriëntatie vinden we bij kaartvaardigheden. Parallel met het kaartbegrip
verwerft het kind schaalbegrip
- Binnen de ruimtelijke oriëntatie neemt de kaartvaardigheid een bijzondere
plaats in. Ontwikkeling van kaartbegrip en kaartvaardigheid is belangrijk met het
oog op sociale redzaamheid en het ontwikkelen van een bredere kijk op de
wereld.
1.1.2. Ruimtebeleving, ruimtelijke ordening en -bepaaldheid
- Ruimtebeleving is belangrijk en wordt beïnvloed door verschillende factoren. Het gaat
hier om de ervaring dat elke ruimte een indruk oproept en dat verschillende mensen
eenzelfde ruimte ook subjectief beleven. Ieder mens wil een zekere fysieke
veiligheidszone tegenover andere bewaren (persoonlijke ruimte)
- Het bewust beleven van een ruimte leidt vaak tot een gevoel van verbondenheid. Goede
basis om kinderen te leren zorg dragen voor natuurlijk als gecreëerde ruimten. Ze zullen
ook vaststellen dat mensen ruimtes vaak afbakenen met behulp van grenzen (steden,
overwegend landelijk…)
, 1.1.3.Verkeer en mobiliteit
- Verkeer houdt risico’s in. We leren kinderen op een verantwoorde wijze bewegen en
rekening houden met andere gebruikers van dezelfde ruimte. (ontwikkelen tot vaardige
voetgangers en fietsers)
- Mobiel zijn kinderen zelf reisroutes kunnen uitstippelen, eventueel met openbaar
vervoer.
1.2. Indeling per graad
1.2.1. Eerste graad
- Ruimtelijk oriënteringsvermogen evolueert.
- 5-10j afstand, tijd en snelheid schatten. Daarna lengte, breedte, hoogte
- Ruimteverkenning past in de belangstellingscentra waarbij achtereenvolgens de klas, de
school aan bod komen.
- Overgang van driedimensionaal naar tweedimensionaal verdient aandacht.
Oriëntatie in de vertrouwde ruimte
- Kleuteronderwijs veel aandacht aan de ruimteverkenning en- beleving in de
werkelijke ruimte.
de basis werd gelegd met lichaamsoriëntatie:
- Ervaren en leren kennen van het lichaam
- Ervaren en verwoorden van lichaamshoudingen en bewegingen
Ze bekwamen zich verder in:
- een menselijke figuur tekenen met de belangrijkste lichaamsdelen op de juiste plaats. Ze
ervaren dat hun lichaam symmetrisch is opgebouwd.
- zelfstandig hun weg vinden in een vertrouwde omgeving en zich oriënteren in de directe
omgeving van de school.
- termen gebruiken als naast , op ,onder, voor en achter,…De plaats van zichzelf en van
voorwerpen (positie) en de richting waarin ze zelf of voorwerpen bewegen, te
verkennen en te bepalen. Daarbij gebruiken ze termen als links- rechts, veraf- dichtbij,
vooruit- achteruit, opzij, naar links, rechts, naar omlaag,…
- het inzicht dat plaatsaanduidingen relatief zijn ( voor, naast, links,…)
De zon staat niet de hele dag op dezelfde plaats
- De zon vormt een waarnemingsobject. Men start vanuit het dagmoment (ochtend,
middag, avond, nooit). Nadien leren ze de windstreken.
- Zon/morgen/oosten
- Zon/middag/zuiden
- …
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekejanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.67. You're not tied to anything after your purchase.