Samenvatting van het blok C-NED2 aan hogeschool de Kempel. Geschreven aan de hand van de toetsdoelen van het jaar .
inhoud:
Theorie uit het boek en de lessen en het vakdidactisch model.
Toetsdoel 1 Taalbeschouwing = het kijken en verkennen van taal en is heel erg breed.
In de enge zin = taalsysteem (Technische kant van taal), denk aan grammatica en
zinsontleding.
In de brede zin = taalgebruik en taalnormen (taal in dagelijkse actuele situaties en de
regels daarbij), denk aan een reflectie op taal en taalgebruik.
Driedeling van vorm, betekenis en functie.
Vorm: systeem formele of traditionele taalbeschouwing. Dus klanken (fonologische),
woorden/woordbouw (morfologisch), zinnen (syntactische) en correct
schrijven/spelling (orthografisch).
Betekenis: Semantisch, de betekenis van taal in woorden, intonatie of de manier
waarop woorden met elkaar gecombineerd worden.
Functie: pragmatisch, het concrete taalgebruik in de dagelijkse praktijk, waarbij ook
omgangsregels en sociale normen gelden.
Toetsdoel 2 1) Fonologisch niveau klanken
De klankaspecten, zoals uitspraak, de regels voor de volgorde van
spraakklanken, de intonatie of het woordaccent
2) Morfologisch niveau woorden/woordbouw
De vorming van woorden, de combinaties van vrije en gebonden morfemen
3) Syntactische niveau zinnen
De regels voor het combineren van woorden in zinnen
4) Orthografisch niveau correct schrijven/spelling
De manier waarop je de gesprokken taal weergeeft, de spelling dus
5) Semantisch niveau betekenis
De betekenis van taal in woorden, intonatie of de manier waarop woorden
met elkaar gecombineerd worden
6) Pragmatisch niveau dagelijks taalgebruik
Het concrete taalgebruik in de dagelijkse praktijk, waarbij ook omgangregels
en sociale normen gelden
Toetsdoel 3 Analyseren: welke stukjes zitten er in? Kinderen leren woorden, zinnen of een tekst
uit elkaar te halen en onderdelen om grip te krijgen op het geheel.
Relateren: over welk ander woord zegt dit iets? Kinderen leren relaties en verbanden
aan te geven in taal.
Vergelijken: wat is er in deze woorden of zinnen hetzelfde/verschillend? Kinderen
leren overeenkomsten en verschillen te zien in taal.
1) Dezelfde woorden een andere betekenis hebben (homoniemen)
2) Andere woorden hetzelfde betekenen (synoniemen)
3) Er taalregels zijn voor het letterlijk vergelijken van mensen of dingen (als/dan)
Classificeren: in welke groepjes deel je ze in? Waar zijn het voorbeelden van?
Kinderen leren taalverschijnselen te ordenen in een bepaalde groep of klasse.
Generaliseren: welke regel/afspraak kan je bedenken? Kinderen leren op een
ontdekkende manier algemene uitspraken te doen over taal, waardoor zij zelf regels
ontdekken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annevgils. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.