In dit document vind je een beknopte, maar volledige samenvatting van de cursus wijsbegeerte die gegeven wordt in het tweede semester van de derde fase Farmaceutische wetenschappen door prof. W. Styfhals.
Wijsbegeerte (3SP)
INLEIDING
ALGEMENE INFORMATIE
praktisch: hoorcolleges livestream + opname
cursusmateriaal -> filosofische teksten op Reader (concepten begrijpen in de mate die besproken waren) + lesnota’s
examen -> schriftelijk! (3 vragen: inzichtvraag + tekstvraag + begripsvraag)
leerdoelstellingen: - Rol van farmacie in bredere culturele context situeren.
- Menswetenschappelijke benadering van ziekte en genezing.
- Kritisch reflecteren over wetenschap.
- Filosofische inzichten/concepten/teksten duiden.
INLEIDING TOT FILOSOFIE
filosofie = kritische reflectie op mens, maatschappij en wetenschap = fundamentele studie
-> lijkt lege studie, zonder eigen domein, MAAR dat laat net veel multidisciplinaire reflectie toe
Aristoteles: eerste fysicus --> Wat betekent het om na te denken over fysica? = meta-fysica (boven de fysica, of ook ‘zijnsleer’)
| |
-> Hoe zit de werkelijkheid in elkaar? -> Waarom is er werkelijkheid?
meta-farmacie: bv. Wat is ziekte/genezing/pijn? Hoe verschilt ziekte van gezondheid? Hoe verschilt genezen van verbeteren?
Wat is wetenschap? Welke rol speelt genezing/ziekte/GM/… in de maatschappij?
Wat is de betekenis van onderverdelingen/classificaties? -> zijn deze realiteit/maatschappelijk/puur wetenschappelijk
Waarom filosofie? Pijn is niet het ergste, ‘we lijden aan het lijden’ -> ziekte vereenzaamd, schuldgevoel, schaamte, stigmatisering
Nadenken over ziekte, zodat we niet meer moeten lijden aan onze verbeelding dan aan de ziekte zelf.
We lijden meer van pijn die geen betekenis heeft, bv. migraine.
Er bestaat een extra dimensie aan ziekte.
DEEL 1: FILOSOFIE
H1: WAT IS FILOSOFIE?
ALGEMEEN
- ‘Filosofie gaat over niets’ -> NIHILISME (Nietsche en Deleuze)
- Kritische reflectie op extern domein, ultieme vragen (vraag >> antwoord) -> INTERDISCIPLINARITEIT
- Immanuel Kant: o Wat kan ik kennen? (Hoe ver rijkt onze kennis?) = WETENSCHAPFILOSOFIE (deel …)
o Wat moet ik doen? (Wat is het goede?) = MORAALFILOSOFIE (deel 2)
o Wat mag ik hopen? (voor mezelf/samenleving) = THEOLOGIE (deel 4)
--> Wat is een mens?
- Hegel: ‘De filosofie is haar eigen tijd in ideeën/gedachten gevat.’
o filosofie is reflectie op de tijd: Wat betekent het om vandaag te leven/hedendaags/modern te zijn? (maatschappijkritiek)
o filosofie is reflectie van de tijd: vragen staan in relatie tot bepaalde tijd, voortdurende transformatie
--> Ultieme vragen zijn veranderlijk, er is geen vooruitgang mogelijk!!
HEDENDAAGSE ULTIEME VRAGEN
o Wat kan ik kennen? => Wat is taal? = linguistic turn (Ludwig Wittgenstein: ‘Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.’)
o Wat moet ik doen? => Aristoteles: geluk <-> Christelijke traditie: goed/kwaad, naastenliefde, morele wetten
o Wat mag ik hopen? => lijkt minder relevant, bij Grieken zelfs vorm van arrogantie -> Wat brengt de toekomst?
o Wat is een mens? => concreter, individueel lichaam, seksuele driften, verlangen, Wat is gender? (Judith Butler: Queer theory)
CONCLUSIES
- Om filosofie te begrijpen, moeten we de tijd begrijpen. -> In welke tijd leven we? (H2)
- Wat filosofie is, staat nooit vast. -> Wat is filosofie? (cirkelredenering, oneindig spel van vragen!)
o Geen vaste methode: moet steeds aangepast worden en in vraag gesteld worden
o Geen vooruitgang
o Oneindige zelfkritiek: spelletje, basis van nihilisme <-> eigen geschiedenis bestuderen en toepassen op onze tijd/andere domeinen
o Geen wetenschap: vertrekt niet vanuit methode, maar vanuit meest concrete: de menselijke ervaring
-> verwondering/nieuwsgierigheid als basis voor filosofie/wetenschap, Aristoteles: ‘Alle mensen streven van nature naar kennis.’
-> filosofische vragen komen vaak vanuit een negatieve ervaring, Martin Heidegger: filosofie ontstaat uit verveling/angst
(depressie, levensbedreigende ziekte…)
angst (/pijn) is niet hetzelfde als een vrees (intentioneel, heeft oorzaak, bv. fobie) -> gaan in praktijk vaak in elkaar over
Bij absolute angst verdwijnt de wereld, er is geen houvast meer. --> dit transcendent standpunt biedt mogelijkheden
Hoe gaan we met angst om? -> vaak door angst om te zetten in vrees, voor afleiding zorgen of trucjes toepassen
1
, H2: MODERNE FISOLOFIE: René Descartes
Wat betekent het om modern te zijn? In welke tijd leven we? Waarom denken we vandaag op de manier die we denken?
WAT IS MODERNITEIT?
- periodisering: nieuwe tijd – nieuwste tijd – eigen tijd
- kenmerken modern denken:
1) vooruitgang: modern zijn is exponentiële vernieuwing/vooruitgang (vooruitgangsoptimisme)
--> vooruitgang heeft grenzen en is oorzaak stagnering/achteruitgang (klimaatproblematiek, pandemie)
2) technologie: de mens mag/kan de wereld naar zijn hand zetten en verbeteren met zijn kennis
--> ‘De wereld is maakbaar.’ = basis van democratie, zin van ons bestaan komt vanuit onszelf
René Descartes: ‘Maître et possesseur de la nature’
Francis Bacon: ‘Knowledge is Power’
--> technologie en maakbaarheid is niet altijd een positieve zaak (bv. wapens, holocaust), technologie beperkt onze vrijheid
3) secularisatie = proces van geleidelijk verdwijnen van religieuze denkwijzen
--> We leven in seculiere tijd, maar religie blijft bestaan en dit is een goede zaak (Jürgen Habermas: postsecularisme).
4) autonomie = uzelf de wet opleggen, vrijheid
--> op maatschappelijk niveau democratie/kapitalisme (vrijheid om zelf te ondernemen)
zelf zin geven aan leven (bevrijdend en beangstigend -> nihilisme))
op wetenschappelijk vlak, kennis komt van mezelf hier en nu
Emanuel Kant: ‘Durf zelf te denken.’
--> We leven in een kapitalistische samenleving, maar maakt dit de mens meer vrij? (ongelijkheid stijgt)
5) verlichting = stroming in Europees denken (Franse revolutie)
= vorm van kritisch denken, loskomen van traditionele wijsheid (<-> dogmatisch denken)
tekst --> kritisch denken en reflectie zijn tegenstrijdig voor de mens, we zijn er nog niet
durf evidente waarheden in vraag stellen en m.b.v. wetenschap een nieuwe waarheid voor te stellen
6) Max Weber: ‘Filosofie is de onttovering van de wereld’
= proces van verdwijnen van mythisch/magisch wereldbeeld -> RATIONALISERING
-> verdwijning van… participatie: bv. donder is uitdrukking van goden, complottheorieën, achter chaos zit duidelijkheid
teleologie: doelmatigheid (alles wat gebeurt heeft een nut), evolutietheorie vs. Intelligent Design
-> pure feitelijkheid (wereld heeft geen waarde, er is geen doel -> nihilisme)
- conclusie: onze tijd = erfgenaam van verlichting [vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid (binnenin vinden we iets universeel, cosmopolitalisme)]
- dubbelzinnige verhouding tot verlichting: vijf pijlers aftoetsen
RENE DESCARTES
= illustratie van het idee van onttovering
= vader van moderne filosofie
- Cartesiaanse twijfel: alles in twijfel trekken om wetmatigheid te vinden
Bestaat de wereld die ik waarneem wel? (dromen)
Beantwoord de wereld aan de manier waarop ik die waarneem? (gezichtsbedrog)
Besta ik zelf wel? Heb ik een lichaam? (fantoompijn)
Bestaat God?
- zoektocht naar zekerheid: Er bestaat iets, nl. twijfel/denken.
Ik denk, dus ik ben. (Ik besta)
We kunnen zekerheid vinden binnen denken zelf. (wiskunde) = interne zekerheid = idées claires et distinctes (‘ahja’)
Wereld is gebaseerd op deze zekerheid. (universele wiskunde) = Mathesis universalis
We kunnen enkel over de wereld/mens kennen in de mate dat het wiskundig is. (smaken, kleuren… kunnen we niet kennen)
--> We kunnen de wereld kennen in de mate dat het uitgebreid is.
Kennis is geen inzicht in hoger principe.
- primaire kwaliteiten = bestaan onafhankelijk van waarneming (bv. uitgebreidheid, beweging, aantal…) = onderwerp wetenschap
- secundaire kwaliteiten = eign. die bestaan in relatie tot waarnemer (bv. kleur, smaak, hard/zachtheid, pijn…) = niet-universeel
|
-> Er is geen verwantschap tussen het gevoel en de droefheid in het denken dat uit dit gevoel ontstaat.
Er zit wel een oorzaak van gevoel in het lichaam/voorwerp dat bv. pijn veroorzaakt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.09. You're not tied to anything after your purchase.