Samenvatting doelgroepen: baby tot adolescent
Hoofdstuk 1 levensfasen Tieleman
Het menselijk leven start na de bevruchting = noem je de conceptie. Lichamelijke ontwikkeling,
onderscheidt in de ontwikkeling van het specifieke individu (de ontogenese) en de ontwikkeling van
het soort (de fylogenese). Bij de ontogenese speelt de interactie met de omgeving (moeder) een
belangrijke rol en bij de fylogenese meer de ontwikkeling van het soort, de erfelijkheid.
De prenatale ontwikkeling is afhankelijk van drie belangrijke factoren (lichamelijke ontwikkeling):
1. Groei: toename van cellen en toename van lengte en gewicht. Mate van groei is in sterke
mate erfelijk bepaald. Factoren uit de omgeving, als voeding hebben een beperkte invloed op
het groeiproces. VB: mensen in Japan en China door de westerse voeding lichte toename in
lengte groei.
2. Rijping: in staat zijn om nieuwe functies te vervullen en is een lichamelijk en fysiologisch
proces. Rijping wordt niet of nauwelijks beïnvloed door de omgeving, voltrekt zich min of
meer autonoom. VB: kind van 3 mnd kun je nog niet leren lopen, omdat het fysiek nog niet
sterk genoeg is. De rijping wordt beïnvloed door de erfelijke factoren, de fysieke kenmerken
van een persoon vallen hieronder, zoals omvang van de schedel en de gelaatstrekken, en
mogelijke psychische factoren, zoals intelligentie. De rijping kan in de prenatale periode door
echt schadelijke omgevingsfactoren negatief worden beïnvloed. Denk aan overmatig alcohol
en roken.
3. Leren: de omgeving speelt een belangrijke rol. Om optimaal te kunnen profieren van
geboden ervaringen heeft te maken met erfelijke factoren, intelligentie. Er zijn aanwijzingen
dat er stoornissen in het leren kunnen ontstaan door het gedrag van de moeder tijdens de
zwangerschap, zoals roken, drinken en gebruik van drugs. Deze stoornissen zijn niet het
tekort aan intelligentie maar hebben te maken met de rijping van het zenuwstelsel.
Bevruchte eicel noem je zygote.
In de prenatale periode waarin de ongeboren mens uitgroeit tot een mens die rijp is om geboren te
worden, onderscheiden we drie trimesters.
Het eerste trimester
De bevruchte eicel bevat alle componenten voor de ontwikkeling. ook voor de vorming en timing van
de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel, het hart en elk ander orgaan en weefsek dat nodig is
om te kunnen leven.
Eerste trimester bestaat uit twee periodes: eerste twee weken, waarin de innesteling plaatsvindt
van de bevruchte eicel in de baarmoeder of de uterus, en de volgende tien weken. De eerste twee
weken, waarin de celdeling van de zygote plaatsvindt, noem je de germinale fase. Een cel deelt zich
in aantal biljoen cellen. Zowel de spermatozoa als de eicel bevat 23 chromosomen, die direct na de
conceptie met elkaar versmelten en samen het erfelijk materiaal vormen voor de ongeborenen.
Hieruit zal het embryo zich later ontwikkelen.
Tijdens de volgende zes weken ontwikkelen zich het centrale zenuwstelsel, de ogen, het hart, de
oren, de tanden, het gehemelte en de externe genitaliën. In de eerste acht weken- van de
speldeknop naar herkenbare foetus- komen er elke seconde ruim achtduizend hersencellen bij. Vanaf
de derde week van de zwangerschap ontwikkelt de brein zich. Net boven de wervelkolom ontstaat
het achter brein oftewel de hersenstam, waarin kleine hersenen gaan groeien. Later ontstaat daaruit
ook het midden brein en een voorbrein. Embryo van 9 weken is zo’n 3 cm groot en alle
,lichaamsvormen zijn dan al te herkennen. Na twaalf weken is de structurele uitbouw van het
organisme volledig bereikt en spreek je van een foetus. De twee periodes van dit eerste trimester
noem je samen de embryonale fase.
In de eicel zit een X-chromosoom en in de spermacel een X- of Y-chromosoom, de aanstaande vader
bepaalt het geslacht.
Het tweede trimester
In het tweede trimester gaat de foetus allerlei bewegingen maken, zoals buigen, strekken, handen
sluiten, kruip- en klimbewegingen. Dit trimester loopt van de derde tot en met de zevende maand.
De afzonderlijke bewegingen van handjes, hoofd en voeten zijn goed te onderscheiden rond 21
weken na de conceptie. Halverwege de zwangerschap is de foetus zo’n 25 cm lang. In deze maanden
ontwikkelen zich de meeste reflexen. Reflexen geven info over het functioneren van de hersenen.
Aan het einde van de vijfde maand zijn bijna alle hersencellen aangemaakt die nodig zijn na de
geboorte. Dan neemt het bewegen weer wat af en worden meer ingewikkelde functies zoals de
zintuigen ontwikkeld.
Het derde trimester
Het derde en laatste trimester voor de geboorte kenmerkt zich vooral door een snelle
gewichtstoename van de foetus. Vanwege de beperkte ruimte in de uterus kan de foetus zich steeds
moeilijker bewegen en gaat hij een vastere positie innemen, meestal met het hoofd naar beneden.
De foetus is dan voorbereid op de bevalling. Rond 8 mnd weegt de foetus 2700gram en 45 cm lang.
Voldragen foetus heeft een hersengewicht van 400 gram = 12% van totale lich.gew. (volwassenen
slechts 2%). Laatste maanden voor de geboorte kan de foetus allerlei externe prikkels
onderscheiden. Bekend is dat hij een voorkeur heft voor een zoete smaak (komt door
saccharine=zoetstof in baarmoeder uit onderzoek, ze gingen meer vruchtwater drinken en werd
uitgefilterd door placenta). Hard horende tonen van muziek en donker en licht zien door dunner
wordende buikwand van moeder. Gedrag en gezondheid van as moeder kunnen effect hebben op
ongeborenen. Bovendien is het mogelijk om onwillekeurige reacties van de ongeboren mens op
prikkels en veranderingen in zijn omgeving te registreren; deze reactie noem je reflexen.
De ontwikkeling van de reflexen
Reflexen zijn onbewust en automatische fysiologische reacties op prikkels en veranderingen in de
omgeving. De reflexen komen voort uit het natuurlijke instinct om te overleven. Als een embryo nog
maar 8 weken oud is, kan het al reageren op aanrakingen en veranderingen in zijn omgeving. Deze
reflexen kun je registreren, hierdoor krijg je info over het functioneren van de hersenen en de
motoriek.
Reflexen hebben de volgende kenmerken:
- Reflexen zijn onwillekeurige bewegingen. Zijn reactie op een prikkel. Zij zijn de eerste
bewegingen die de mens kan maken, naast het kloppen van het hart.
- Reflexen geven informatie over het al dan niet goed functioneren van het centrale
zenuwstelsel. Daarom moeten artsen direct na de geboorte dit controleren, zodat hij bij het
niet functioneren ervan kan ingrijpen eventueel.
- Reflexen worden bestuurd door de hersenstam, een deel van de hersenen dat zich vroeg in
de evolutie heeft ontwikkeld. Aantal reflexen verdwijnt later weer. Dit laatste is noodzakelijk
omdat deze reflexen de doelgerichte bewegingen op ongelegen momenten zouden kunnen
verstoren.
,De ongeboren mens kent 8 reflexen. Deze reflexen komen tot stand in de uterus en geven informatie
over de ontwikkeling. dit zijn de volgorde van verschijnselen:
1. De uterine withdrawal reflex: het terugtrekken van het lichaam bij het knijpen in de tenen.
Deze reflex ontstaat tussen de vijfde en zevende week en verdwijnt in de 32 e week voor de
geboorte.
2. De mororeflex: de beschrijving hiervan komt van de Duitse kinderarts Ernst Moro (1874-
1951). Als de baby schrikt, opent het de vingers en de armen en spreidt het de benen.
Vervolgens worden de armen met een zwaai naar voren gebracht alsof het kind iemand wil
omhelzen. In de oertijd zou het kind zich kunnen vastklemmen met deze reflex, als de
moeder zich uit een benarde situatie zou moeten redden. De reflex ontstaat tussen de negen
en twaalf weken voor de geboorte en verdwijnt twee tot vier maanden na de geboorte.
3. De babinskyreflex: deze reflex is genoemd naar de Frans Poolse neuroloog Joseph Babinsky
(1875-1932). Bij het naar achteren strijken met een voorwerp over de voetzool richt de grote
teen zich op en spreiden de andere tenen zich. Het is mogelijk een soort grijpreflex van de
voeten, die in elk geval moeten worden vervangen door de voetzoolreflex als het kind moet
leren lopen. De reflex ontstaat na de geboorte en verdwijnt dus tussen het eerste en tweede
levensjaar.
4. De palmar reflex of grijpreflex: de vingers sluiten zich bij een lichte aanraking van de palm
van de hand. Deze reflex ontstaat in de elfde week voor de geboorte en verdwijnt langzaam
tussen de tweede tot negende maand na de geboorte.
5. De asymmetrische tonische nekreflex: het hoofd dat naar een kant buigt, roept het strekken
van het been en de arm aan dezelfde kant van het hoofd op. Deze reflex ontstaat in de 18 e
week voor de geboorte en verdwijnt tussen de derde tot negende maand na de geboorte.
6. De spinal galant reflex: bij stimulatie van de buik of de rug roteert of buigt het
ruggenmergkanaal 45 graden naar de gestimuleerde kant. Deze reflex ontstaat in de 20 e
week voor de geboorte en verdwijnt tussen de derde tot negende maand na de geboorte.
7. De rooting reflex en sucking reflex: bij een lichte aanraking van de wang of de mondrand
draait het hoofd in de richting van de stimulus en gaat de mond open met uitgestoken tong
als anticipatie op het zuigen. Deze reflexen ontstaan tussen de 24 e en 28e week voor de
geboorte en verdwijnen tussen de derde tot vierde maand na de geboorte.
8. De tonische labyrinthine reflex forewards: bij het bewegen van het hoofd voor- en
achterwaarts buigt het hoofd boven en onder het niveau van de ruggengraat door. De
voorwaartse reflex is een buiging en manifisteert zich als het hoofdje door de uterus naar
voren wordt gebracht in foetusligging. De achterwaartse reflex is een strekking en komt
tevoorschijn als het kind de spildraai naar achteren moet maken, waardoor de armen en
benen zich strekken en de geboorte kan plaastvinden. Deze tonische labyrinthine reflex
ontstaat rondom de bevalling en verdwijnt in de derde tot vierde maand na de geboorte.
Visies op het prenatale bewustzijn
Modernere visies gaan veelal uit van een wisselwerking tussen de erfelijkheid en omgeving, zoals de
humanistische mensvisie. Iedere visie is gebaseerd op een bepaald mensbeeld.
, In het Westen bestaan onder andere de volgende visies:
- De leertheoretische of behavoiristische visie, waarbij ervan wordt uitgegaan dat de mens na
de geboorte een onbeschreven blad is en wordt bepaald door leerervaringen. Volgens deze
visie is het aannemelijk te veronderstellen dat de mens voor de geboorte al enigszins wordt
geconditioneerd door zijn prenatale ervaringen; dit zou verklaren dat de ene mens
bijvoorbeeld rustiger of angstiger is na de geboorte dan de andere.
- De biologische visie, waarbij interne of erfelijke factoren de mens bepalen. Volgens deze
visie is het niet aannemelijk dat er sprake is van een prenataal bewustzijn bij deze interne
factoren, hoewel bepaalde reacties op die factoren kunnen worden geregistreerd. Deze
reacties kunnen ook als onbewuste worden beschouwd.
- De omgevingspsychologische visie, waarbij de mens wordt bepaald door de wisselwerking
tussen de sociale en de ruimtelijke/materiële omgeving: verschillen in hartslag zouden
kunnen duiden op een lage vorm van besef of weten.
- De cognitivistische visie, waarbij de informatieverwerking en de zelfsturing van de mens
bepalend zijn. Bij deze visie wordt bewustzijn aan het vormen van geheugen gekoppeld. Er is
voor de geboorte nog geen sprake van bewuste geheugenvorming en geheugenstrategieën.
- De psychoanalytische visie, waarbij de biologische aanleg en de opvoedingservaringen in de
eerste levensjaren als belangrijke factor binnen de unieke levensgeschiedenis bepalend zijn
voor de persoonlijkheid in ontwikkeling. Volgens de psychoanalytische stroming is er wel
sprake van een vorm van besef in de baarmoeder. Later wordt dat besef weer vergeten en
opgeslagen in het onbewuste.
- De humanistische visie, waarbij de individuele belevingen, de ruimte voor de noodzakelijke
zelfontplooiing en de eigen verantwoordelijkheid bepalende factoren zijn. Deze stroming is
een mix van onder andere de psychoanalyse en het behaviorisme en als zodanig kunnen de
visies vanuit de stromingen ook van toepassing zijn de humanistische.
De omgeving van het embryo en de foetus
Middelen die van buiten komen en een schadelijke invloed hebben op de prenatale ontwikkeling,
noem je teratogenen. Teratogene effecten kunnen leiden tot vertraagde groei, gedrags- en
functiestoornissen. Ze kunnen zelfs leiden tot de dood. Er zijn diverse teratogenen te onderscheiden,
zoals:
- Alcohol- en/of drugsgebruik. Zware categorieën, zoals heroïneverslaving en alcoholisme,
zelfs matig gebruik van roken en alcohol kan negatieve invloed hebben zoals een lager
geboortegewicht of minder alert reageren na de geboorte. Foetus kan stoppen met ademen
als moeder te veel rookt. Hypoxie verklaart waarschijnlijk wiegendood of sudden infant
death (SID). Pasgeborenen hebben nog geen juiste reactie op o2 gebrek. Drugsverslaafde
moeder geeft 60-90% de heroïne of methadon door aan het kind via de baarmoeder. Baby
wordt met onthoudingsverschijnselen geboren. Alcoholverslaving van moeder geeft een
complex van factoren te zien bij de foetus. Dit complex noem je de foetaal alcoholsyndroom
(FAS). Kenmerken hiervan: ogen die wijd uiteen staan, geestelijke groeiachterstand en te
kleine hersenen of microcefalie.
- Medicijngebruik. Langdurig medicijngebruik kan leiden tot lichamelijke afwijkingen van het
embryo. Voorbeelden hiervan: misvormingen als het vrijwel ontbreken van de grote
hersenen of anencefalie, vergroeid gebleven vingers of syndactylie, extra ledematen of het
ontbreken ervan, of een onduidelijke sekse. Sommige afwijkingen leiden al vroeg tot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sandra1987. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.