100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst (incl. theorieën / modellen) Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid $6.40
Add to cart

Other

Begrippenlijst (incl. theorieën / modellen) Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid

1 review
 115 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een begrippenlijst (incl. belangrijke theorieën / modellen) van alle belangrijk genoemde begrippen, theorieën, modellen en uitleg, van de hoorcolleges van de cursus Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid.

Last document update: 2 year ago

Preview 2 out of 28  pages

  • June 3, 2022
  • June 12, 2022
  • 28
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: EmmavandeP • 2 year ago

avatar-seller
TiU: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid: Begrippen / theorieën / modellen (2021/2022)
Shimara van den Elzen

CRIMINALITEIT, COGNITIE EN PERSOONLIJKHEID

BEGRIPPEN / THEORIEËN / MODELLEN


HOORCOLLEGE 1: INTRODUCTIE
Geestelijk gestoorde dader: mensen met psychische stoornissen die (gewelddadige)
misdrijven plegen.

Geweld: gedragingen die bedoeld zijn om schade toe te brengen aan een levend wezen dat
gemotiveerd is om schade te voorkomen. Het is het krachtig toebrengen van lichamelijk
letsel. Geweld verwijst naar zowel agressie als fysiek geweld.
- Geweld is NIET: onopzettelijk, consensueel of uiteindelijk voordelig.

Agressie: dit is fysiek minder schadelijk dan geweld (bedreigingen, negeren), maar is
psychologisch wel erg schadelijk. Het kan net zo schadelijk zijn als fysiek geweld (of meer!).

Morele ontkoppeling: bepaalde excuses verzinnen voor jezelf om je slechte gedrag goed te
praten. Bijv. een verkrachter die zegt “de vrouw die ik heb verkracht had een kort rokje aan,
dus ze vroeg er om”.

Hostile attribution bias: mensen hebben een bias (een verkeerd idee) waarbij ze denken
dat andere mensen vijandig zijn en hen willen aanvallen. Bijv. je loopt in de gang en iemand
stoot tegen je aan. Iemand met de hostile attribution bias kan dan denken “die persoon doet
dit om mij te pesten”, terwijl de persoon dat per ongeluk deed.

Emotionele disregulatie: je kunt je emoties en gevoelens moeilijk reguleren, wat kan leiden
tot gewelddadige uitbarstingen.

Categorisch perspectief: er wordt vastgesteld of je wel / geen persoonlijkheidsstoornis hebt
op basis van een bepaalde cut-off.

Dimensioneel perspectief: er wordt via een continuüm naar psychopathologie gekeken om
te bepalen of er sprake is van een stoornis of niet. Bij dit perspectief wordt gesproken van
persoonlijkheidsproblemen (in plaats van persoonlijkheidsstoornissen).

Persoonlijkheidsstoornis: dit BEN je, het is een onderdeel van je karakter.

Klinische stoornis: dit HEB / KRIJG je, maar het kan ook weer minder worden of
verdwijnen door middel van behandeling of vanzelf. Zoals angst, depressie of dwang.

Comorbiditeit: het samen voorkomen van twee of meer stoornissen.

Multi-axiaal systeem: 1) As I: klinische stoornissen, 2) As II: 10 persoonlijkheidsstoornissen.

Egosyntone symptomen: symptomen waarvan patiënten zeggen dat ze bij hen horen. Bijv.
iemand met OCPS: “Ik ben altijd al zo geweest, perfectionistisch zijn hoort gewoon bij mij”.

Egodystone symptomen: symptomen waarvan patiënten zeggen dat ze niet bij hen horen.
Bijv. iemand met een depressie: “Mijn gemoed is de laatste tijd somber, dat past niet bij mij.
Normaalgesproken ben ik opgewekt en vrolijk”.

, TiU: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid: Begrippen / theorieën / modellen (2021/2022)
Shimara van den Elzen

DSM-5 sectie II: bevat hetgeen wat in de DSM-IV beschreven stond. Dit bevat ook het
categorische perspectief van de DSM-IV.

DSM-5 sectie III: bevat het dimensionele perspectief. Dit werd genoemd: het model voor
persoonlijkheidsstoornis diagnosestelling en conceptualisatie. Het multi-axiaal systeem
verdween in deze sectie.

Level of Personality Functioning Scale: meet ‘Criterium A’ van DSM-5 sectie III.

Personality Inventory for DSM-5 (PID-5): meet ‘Criterium B’ van DSM-5 sectie III.

25 maladaptieve persoonlijkheidstrekken onderverdeeld in 5 domeinen (DSM-5 sectie III):
Negatief affect Afstandelijkheid Antagonisme Disinhibitie Psychoticisme

Emotionele Teruggetrokkenheid Manipulatie Onverantwoordelijkheid Ongewone
labiliteit overtuigingen
en ervaringen
Angst Depressiviteit Bedrog Impulsiviteit Excentriciteit

Separatie angst Anhedonie Grandiositeit Afleidbaarheid Cognitieve en
perceptuele
disregulatie
Onderdanigheid Vermijding van Aandacht Laag: rigide
intimiteit zoeken perfectionisme
Vijandigheid Beperkt affect Kilheid Risico’s nemen

Volharding Achterdocht


Psychopathie specifier: een specificatie in de DSM-5 sectie III, naast de antisociale
persoonlijkheidsstoornis, om psychopathie vast te stellen. Wanneer vastgesteld is dat een
persoon een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft, kan er gekeken worden of de
persoon ook aan de criteria van de Psychopathie specifier voldoet. Dus psychopathie is een
ergere mate van antisociale persoonlijkheidsstoornis.

Intermitterende explosieve stoornis (intermittent explosive disorder): bij deze stoornis
toont iemand agressie die niet in verhouding staat tot de graad van provocatie.

Reactief geweld: geweld dat ontstaat als reactie ergens op, bijvoorbeeld door middel van
emoties.

Instrumenteel / proactief geweld: geweld dat gedreven wordt door mogelijke voordelen die
mensen daaruit kunnen halen. Bijv. personen vernederen zodat je controle over hen hebt of
materiële voordelen zoals geld.

Levensloopontwikkelingsmodel: iemand heeft bij de geboorte een bepaald risico op
geweld en gedurende het hele leven gebeuren er allerlei dingen (persoon – omgeving
interactie). Hierdoor verandert het risico op geweld steeds.

Risk-Need-Responsivity (RNR) model:
- Risk: je moet mensen behandelen die een hoog risico op recidive hebben.
- Need: je moet de behoeften van de dader behandelen, dus hetgeen waar criminaliteit
uit voortvloeit.
- Responsivity: je moet responsief zijn en je moet je aanpassen aan de noden van
jouw patiënt (de dader in dit geval). Dus je moet de manier van behandeling
aanpassen aan je patiënt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shimaravdelzen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.40  7x  sold
  • (1)
Add to cart
Added