100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting geslaagd 1ste zit Huisvesting en Bioveiligheid $6.66   Add to cart

Summary

Samenvatting geslaagd 1ste zit Huisvesting en Bioveiligheid

 78 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Hierin zit alles van zowel stalklimaat, huisvesting, bioveiligheid als hygiëne. Ik was meteen geslaagd bij het instuderen van deze leerstof.

Preview 4 out of 76  pages

  • June 4, 2022
  • 76
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Cursus Huisvesting en bioveiligheid

Stalklimaatbeheersing
4 invalshoeken van de dierhuisvesting: de 4 E’s

- Economisch: energieverbruik, prestatie dieren
- Ecologisch: emissies, inplanting omgeving (milieu)
- Ergonomisch: comfort veehouder om dieren te verzorgen/ behandelen
- Ethologisch incl diergezondheid en welzijn
 Afhankelijk van elkaar

Invloed huisvesting op het dier
- Infectieziekten: ademhalingsaandoening, mastitis, diarree, locomotieproblemen
- Zoönosen en voedselveiligheid: salmonella, antibioticumgebruik
- Dierprestaties: voor de landbouwhuisdieren de groei, vruchtbaarheid en melkproductie en
voor de sportdieren fysieke prestaties
- Dierenwelzijn: bewegingsvrijheid, letsels, luchtkwaliteit

De 5 vrijheden van huisvesting
1. Vrijheid van honger en dorst: voedsel en drank installatie
2. Vrijheid van fysieke en thermische ongemak: stalklimaat en ligplaatsen
3. Vrijheid van pijn, kwetsuren en ziekte: stalklimaat
4. Vrijheid om normaal gedrag te vertonen: genoeg plaats, stalgenoten
5. Vrijheid van angst en mentaal lijden: huisvesting en groepsvorming
 Omgeving goed observeren, kan heel uiteenlopend zijn

Hoofdstuk 1: fysische elementen vd massa -en
energiebalans in stal
Stallucht
Dieren nemen 40 kg O2 op per dag en mensen 15.

Lucht bestaat uit stikstof, zuurstof… maar stallucht heeft nog stalgassen en stof erbij

Karakteristieken lucht:

- Vochtigheid
- Temperatuur
- Soortelijk gewicht – volume
- Enthalpie of energie inhoud

1. Vochtigheid
Lucht is nooit droog er is altijd waterdamp aanwezig.

Vochtigheid kan je absoluut en relatief uitdrukken:

- Absoluut: massa waterdamp per massa droge lucht

, - Relatief: hoeveelheid waterdamp die lucht bevat in vgl met max hoeveelheid waterdamp die
lucht kan bevatten
 Max hoeveelheid waterdamp hangt af van de temperatuur: hoe hoger T hoe meer waterdamp de
lucht kan vasthouden = maat voor de kans op condensatie (drogend vermogen)

2. Soortelijk gewicht vochtige lucht
Vochtige lucht is lichter dan droge lucht zoals warme lucht lichter is dan koude lucht  bovenaan
stal warme en vochtige lucht waardoor we condens kunnen krijgen met het koude dakoppervlak op
raampje.

Soortelijk gewicht = 1/ soortelijk volume

Lucht weegt 1,2 kg per m3

3. Enthalpie van vochtige lucht
Omdat lucht een combo is van droge lucht en waterdamp heb je voelbare (sensibele) warmte en
verborgen (latente) warmte  hittestress is hiervan afhankelijk

Omzetting van water naar waterdamp kost veel energie en warmte (latente warmte)

Evaporatieve koeling
= water onder nevelvorm mengen met lucht waardoor water verdampt tot waterdamp  die
verdamping vraagt warmte dus de omgeving koelt af

Lucht voelt kouder aan maar is vochtiger en energie inhoud blijft gelijk (hittestress tegengaan)

Bv: lucht gaat door een lamellenplaat thv de inlaat en water wordt hierin verneveld waardoor
binnenkomende lucht frisser is maar vochtiger

Cooldownsysteem bij melkvee
Vernevelaars in de stal om hittestress te vermijden want T 5-7 graden lager en vochtigheid 5-10%
hoger

! ventilatoren nodig

 De samenhang van deze karakteristieken zijn weergegeven in het diagram van Mollier



Stalwand  warmte verlies en behoud
1. Warmtegeleiding
- Afhankelijk van het materiaal van de wand en de dikte van de wand
- Warmtegeleidingscoëfficiënt λ = de hoeveelheid warmte die door het materiaal kan = maat
voor geleiding
o Metalen zijn goeie geleiders: T binnen en buiten ong hetzelfde (slechte isolator)
o Stilstaande lucht is slechte geleider en goeie isolator (weegt weinig)
o Vloeistoffen geleiden iets beter dus isoleren minder

Materiaal stalwand
Hoeveelheid lucht in materiaal bepaald bij productie, hoeveelheid vocht in materiaal bepaald bij het
gebruik  op vlak van isolatie willen we veel lucht in de wand maar dit is dan niet goed voor de
stabiliteit van de wand of voor de warmteopslag

Oplossing = compromis: cellenbeton (beton met luchtbelletjes) of wand uit verschillende materialen

,Meer en meer met betonplaten ipv gemetselde muren

2. Warmte-overgang en weerstand
- Bepaald door de stroming en de straling
- α = hoeveelheid warmte die overgaat van een fluïdum naar een vast lichaam

3. Warmtedoorgang : U-waarde
= de combinatie van geleiding en de overgang

Φ = U * (ti – t0)

Hoe groter U, hoe groter de warmtedoorgang dus hoe slechter de muur isoleert

Stal = som van een aantal wanden dus warmteverlies hangt af van de gemiddelde U-waarde van de
wanden  zorgt voor temperatuursverschillen

 Dak is 2/3 van totale oppervlakte dus moet lage U hebben

Belang van dakisolatie
- Preventie warmteverlies in winter en warmteoverlast in de zomer
- De stralingswarmte (zon) op een niet-geïsoleerd dak zorgt voor meer warmte dan alle
braadkippen van 6 weken

Thermografie
Gebruikt om warmteverliezen en koudebruggen op te sporen in veestallen.



Evenwicht: warmte, vocht en CO2
De productie van vocht en CO2 vooral door de dieren zelf.

Vochtgehalte stallucht = vochtgehalte buitenlucht + vochtproductie in de stal/ ventilatiedebiet.

Te vochtige stal komt door hoge vochtproductie en slechte ventilatie, zelfde voor CO2

De productie van warmte gebeurt door dieren en verwarming en dit kan wegvloeien via de wanden
en de ventilatie  2/3 warmteverliezen via ventilatie en 1/3 via wandverliezen waarvan 2/3 via het
dak komt

, Hoofdstuk 2: diergebonden elementen vd massa -en
energiebalans in stal
Dierwarmteverliezen
1. Conductie (geleiding)
- Via de vloer: Varkens liggen 80% van de dag met 20% van hun lichaam op de vloer en
runderen liggen ook 50%.
o Stationaire fase = permanente fase na uur neerliggen
o Niet-stationaire fase = meteen na neerliggen (kort maar belangrijk voor dier)
o Als warmte-indringingsgetal laag is dan gaat het materiaal warm aanvoelen (houdt meer
warmte vast en isoleert dus laat warmte niet vertrekken)

Vloer meestal van beton en dus koud, maar:

- Afstrijking = dun laagje boven beton aanbrengen die warmer is
- Vloerverwarming: buizen met warm water eronder
- Stro: bij dikke laag speelt beton geen rol meer, maar kost wel geld en arbeid + is niet altijd
hygiënisch (soms ook matten, houtzaagsel of zand gebruikt)

Vloer kan ook met roosters zijn:

- Goed isolerend dus evenveel warmteverlies dan als ze rechtstaan

Bij stationaire fase is warmteverlies beperkt dus warmtecapaciteit van de vloer beperken en een
isolerende laag opleggen.

Dieren zelf kunnen ook invloed hebben op warmteverlies:

- De houding hoe ze liggen
- Groepshuisvesting: tegen of op elkaar liggen


2. Convectie (aan lucht)
A. Warmteverlies via de huid aan de lucht afhankelijk van
o het lichaamsoppervlakte
o de omgevingstemperatuur
o luchtsnelheid
o processen van de huid: doorbloeding, vet, pels (korte of lange termijn)

Reactie bij koude omgeving:

- haren komen recht
- vasoconstrictie
- samenkruipen
- kweken dichtere vacht en meer vet

Reactie bij warme omgeving:

- vleugels openen
- zweten
- modderbaden of uiteen liggen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenniferameye. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.66  2x  sold
  • (0)
  Add to cart