Dit zijn mogelijke oefenvragen voor MTO-E, het zijn open vragen maar ik denk dat de antwoorden eventueel een meerkeuze-optie zouden kunnen zijn, en zo kun je oefenen of je alles beheerst.
Hoorcollege 1.
Waar kijkt een padmodel naar?
Kunnen de correlaties tussen een groep variabelen verklaard worden door
een causaal model? Theorieën worden gevangen in formele vorm, en
daarna wordt er gekeken of deze theorie overeenkomt met de
geobserveerde waarden.
Waar kijkt een factormodel naar?
Kunnen de correlaties tussen een groep variabelen verklaard worden door
één onderliggend construct?
Wat betekent een variabele die omgeven is door een vierkant?
Deze variabele is dan geobserveerd.
Wat betekent een variabele die omgeven is door een cirkel?
Deze variabele is dan niet geobserveerd, dit wordt ook wel een latente
variabele genoemd.
Wat is een latente variabele?
Een variabele die niet geobserveerd is.
Uit welke basiselementen bestaat een padmodel?
Een padmodel bestaat uit eenheden, variabelen, en relaties.
Wat zijn eenheden?
Eenheden zijn die dingen die de eigenschappen hebben waar je
geïnteresseerd in bent, zoals mensen, tijd en ruimtelijke eenheden.
Eenheden kunnen verschillende niveaus hebben (bijvoorbeeld laag =
dagen, hoog = jaren).
Wat zijn variabelen?
Variabelen zijn de eigenschappen van de eenheden waarin je
geïnteresseerd bent. Er moet variatie zijn over deze eigenschappen.
Wat is een constante?
Een constante is een eenheid zonder variërende eigenschappen.
Wat is een relatie?
Een relatie houdt in dat er twee variabelen voorkomen en dat de waarden
van de ene variabele samengaan met die van de andere.
Welke variabelen heb je?
Je hebt covariaties en cuasale relaties.
Wat is een causale relatie?
, Een causale relatie betekent dat de ene variabele leidt tot een verandering
in de andere variabele. Als de onafhankelijke variabele verandert,
verandert de afhankelijke variabele mee.
Wat zijn schijnrelaties?
Bij een schijnrelatie is er sprake van een correlatie tussen variabelen
terwijl er geen direct causaal verband is tussen die twee variabelen:
- Chocolade (X) veroorzaakt geluk.
- Chocolade (X) veroorzaakt langer leven.
- Covariatie/schijnrelatie: Gelukkige mensen leven langer.
Wat zijn wederkerige effecten?
Een wederkerig effect bestaat uit twee causale uitspraken. Dit zijn twee
directe effecten, daarom teken je in zo’n verband twee aparte pijlen. Een
wederkerig effect wordt normaal gesproken nooit expliciet genoemd.
Wat is een conditioneel effect?
Een variabele beïnvloedt niet alleen een andere variabele, maar ook een
effect. De variabele is dan een moderator. In onderstaand geval is
relationship de moderator.
Wat is een moderator?
Een moderator is een variabele die een effect beïnvloedt.
Overzicht van de basiselementen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stuviauni. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.