Samenvatting van Systematische Natuurkunde VWO Hoofdstuk 7 Cirkelbewegingen. Ideaal om je mee voor te bereiden op je toets of eindexamen. Ook van hoofdstukken 1 t/m 5 en 8 t/m 13 staan samenvattingen op Stuvia. Ze zijn allemaal los te koop voor €3,99, of allemaal samen als bundel voor €41,99!
Hoofdstuk 7 Cirkelbewegingen
Paragraaf 7.1 Eenparige cirkelbewegingen
Als een draaimolen met daarop een kind ronddraait, draait het
zwaartepunt van het kind rondom het middelpunt van de
draaimolen. De afstand tussen het zwaartepunt van het kind en
het middelpunt van de draaimolen is de baanstraal. De tijd
hoelang 1 rondje draaien duurt, is de omlooptijd.
vbaan = s / t = 2πr / T
vbaan baansnelheid in m/s
r baanstraal in m
T omlooptijd in s
Dit geldt alleen bij een eenparige cirkelbeweging: de grootte van de snelheid is constant, maar de
richting niet (plaatje blz. 257). Bij een eenparige cirkelbeweging is de omlooptijd dus ook constant.
Het aantal omlopen per seconde noem je de frequentie van de beweging.
f=1/T
f frequentie in Hz
T omlooptijd in s
Het toerental (RPM = revolutions per minute) geeft aan hoeveel omlopen een voorwerp in één
minuut maakt.
Paragraaf 7.2 Middelpuntzoekende kracht
Op een schaatser die rondjes rijdt werken drie verschillende krachten: Fzw (zwaartekracht), Fn
(normaalkracht) en Fw,schuif (schuifweerstand). De schuifweerstand is de resulterende kracht. Als deze
kracht telkens naar het middelpunt van de cirkel gericht is, ontstaat er een eenparige cirkelbeweging.
De resulterende kracht noemen we de middelpuntzoekende kracht (Fmpz).
Fmpz = (m ∙ v2) / r
m massa in kg
v snelheid in m/s
r baanstraal in m
Als de schaatser een snellere bocht wil rijden, moet de middelpuntzoekende kracht groter zijn,
anders vliegt hij uit de bocht. Dit kan bereikt worden wanneer de schaatser zich krachtiger afzet.
Paragraaf 7.3 Gravitatiekracht
De gravitatiewet van Newton uit 1665: tussen voorwerpen met een kleinere massa is de
aantrekkende kracht zo klein, dat het bijna niet te meten valt. Tussen voorwerpen met een grotere
massa is dit wel mogelijk. Voor de gravitatiekracht geldt:
Fg = G ∙ (m1 ∙ m2 / r²)
G gravitatieconstante in N∙m2/kg (BINAS tabel 7)
m1/2 de massa’s van de voorwerpen in kg
r de afstand tussen de zwaartepunten van de voorwerpen in m
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LukevdW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.