Thema 1: Erfelijkheid
1. De celkern
• kenmerkend organel van een eukaryote cel
• dubbel membraan met kleine poriën
• doorheen poriën uitwisseling stoffen met cytoplasma
• bevat kernlichaampje dat bouwstenen zijn voor de
aanmaak van ribosomen
• in de kern zit chromatine (fijne draadjes) dat eiwitten en DNA bevat
• Bij de celdeling verschijnen de chromosomen terwijl de chromatine
verdwijnt.
• Een chromosoon is chromatine die heel sterk gespiraliseerd is. In
chromosomen zit het DNA waarin de erfelijke informatie opgeslagen
zit.
• De kern is de controlecentrum van de cel.
2. Chromosomen
2.1 Bouw van de chromosomen
• Eukaryoten bevatten hun kern erfelijke informatie die in een kluwen van
draden, de chromatine, is opgeslagen
➢ chromatine: bestaat uit lange DNA-moleculen opgevouwen d.m.v.
eiwitten
• chromosomen worden zichtbaar als de cel zich deelt
• chromosomen bestaat uit chromatine (de chromatine verdwijnt bij de
celdeling)
• dragers van de erfelijke informatie, opgebouwd uit DNA en eiwitten
Het DNA moet zich eerst verdubbelen voordat de cel zich kan delen,
het DNA maakt dus een kopie van zichzelf. Deze kopieën zijn voor
de dochtercellen. De twee kopieën zitten in de twee chromatiden
van het chromosoom. De 2 chromatiden zijn verbonden in het
centromeer.
Je krijgt van je ouders één stel chromosomen (23), die
chromosomen hebben een overeenkomstige bouw. Een
chromosoom van je vader is een tegenhanger van een chromosoom
van je moeder.
2.2 Fijnstructuur van chromosomen
• De dubbele DNA-helix is rond histone-eiwitten gewonden
➢ nucleosoom = histone-eiwit met daarrond DNA
• nucleosomen achter elkaar vormen een spiraalvormige draad en zijn
gebonden aan een eiwit. Deze nieuwe structuur is spiraalvormig terug
te vinden in een chromatidedraad.
• Sterk doorgedreven spiralisering → een sterk gecondenseerde draad die enorm
verkort is
,OPDRACHT p. 82: Maak hieronder een schets van de
vereenvoudigde bouw van een chromatinedraad.
2.3 Gen
• gen = stukje DNA dat de code bevat voor een eiwit
• elk chromosoom draagt een aantal genen
2.4 Genoom
• genoom = totaal aan genetisch informatie opgeslagen in de chromosomen
2.5 Haploïd – Diploïd
• in de cellen komt elk type chromosoom 2 keer voor = diploïd →
2n
• in voortplantingscellen komt elk type maar één keer voor want ze moeten met elkaar
versmelten, dus van elk type is er maar 1 chromosoom aanwezig = haploïd
→ n
2.6 Autosomen – Heterosomen – Karyogram
• Karyogram: de voorstelling en rangschikking van alle
chromosomen van een organisme. Bij de mens bekom je dan 22
paar chromosomen die 2 aan 2 gelijk zijn.
• De chromosomen die in homologe paren voorkomen zijn
de autosomen. Bijvoorbeeld: alle chromosomen paren van 1 t/m
22.
• De chromosomen die geen homogool paar vormen zijn de
heterosomen. Bijvoorbeeld: het 23ste paar, de geslachtschromosomen.
2.7 Geslachtsbepaling
• Het vrouwelijk geslacht draagt XX, het mannelijk XY. Bij andere soort dieren
kan dit omgekeerd zijn.
3. De DNA-structuur
3.1 Nucleotiden als bouwstenen van DNA (desoxyribonucleïnezuur)
• DNA is opgebouwd uit bouwstenen: de nucleotiden.
• De DNA-streng kan je dus zien als een polynucleotide.
• Een nucleotide bevat een suiker (desoxyribose), een
fosfaatgroep en een organische base
, • 4 verschillende basen:
adenine (A) en thymine (T)
guanine (G) en cytosine (C)
3.2 Polynucleotidenketens
• de base zit vast aan het suikermolecule (desoxyribose)
• de fosfaatgroep zit vast aan de andere kant v/d suikermolecule en vormt de brug
naar de volgende nucleotide
➢ je bekomt een structuur van een kettinkje, de polynucleotidenketen
• DNA-molecule heeft 2 polynucleotidenketens die aan elkaar gebonden zijn
➢ er ontstaat een ladderstructuur met treden die gevormd worden door H-
bruggen tussen de basen
➢ Stabiele structuur in het DNA
Opmerkingen p. 85
- De base zit vast op het C-atoom nr. 1’ van het
desoxyribose. De fosfaatgroep zit dan vast op het C-atoom
nr. 5’. De opeenvolgende nucleotiden worden aan elkaar
gebonden door de fosfaatgroep aan het C-atoom nr. ‘3’
(van het desoxyribose van het volgende nucleotide) te
binden. Door deze opeenvolging krijgt deze DNA-streng
een oriëntatie van 5’ naar 3’, wat ook de normale
afleesrichting is.
- A bindt enkel met T of omgekeerd en C bindt enkel met G
of omgekeerd. Tussen A en T is er een dubbele H-binding.
Tussen G en C zijn er drie waterstofbruggen. Ze vormen
telkens complementaire basen.
3.3 De DNA-fijnstructuur
• twee strengen spiraalvormig rond een centrale as
gewonden
• je bekomt een dubbele helix
4. Replicatie van DNA
• Je hebt bij de celdeling dochtercellen nodig die dezelfde erfelijke informatie moeten
bezitten als de moedercel. We hebben dus een exacte kopie nodig. Dit proces
noemen we DNA-replicatie.
, • De eerste stap: openen van de dubbelstreng. Dit openknippen gebeurt door DNA-
helicase. → de trap is onrold en de treden
worden in twee geknipt door de verbreking van
de H-bruggen.
• De gescheiden strengen (de basisstrengen) zijn
het patroon om nieuwe strengen te maken.
• De tweede stap: Het enzym DNA-polymerase,
neemt de nucleotiden op en plaatst ze tegenover
de overeenkomstige basen. → Nieuwe ladder
structuur, die deels bestaat uit oude DNA en voor
de helft uit nieuw DNA.
• De derde stap: Het DNA-ligase lijmt de nieuwe
streng aan de basisstreng.
Deze methode is semi-concersatief.
→ Elke nieuwe DNA-moleculen bestaat uit oude
bouwstenen voor de helft en voor de andere helft
nieuwe bouwstenen.
De linkse strengt heeft een continu proces, de rechter in
fragmenten.
OPDRACHTEN p. 88-90:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kschepers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.13. You're not tied to anything after your purchase.