BOR
IB Doorschuiffaciliteit
1. Hoofdregel -> Vervreemding o.g.v. art. 4.16 lid 1 onder e wet IB.
a. WEV ten tijde van overlijden – verkrijgingsprijs (art. 4.19 jo. 4.22 IB) x 26,9%
(art. 2.12 IB)
2. Uitzonderingen ->
a. Welke doorschuiffaciliteit?
b. Voorwaarden doorschuiffaciliteit doorlopen
c. Doorschuiven ondernemingsvermogen, afrekenen over beleggingsvermogen.
SW BOR
1. Verdeling HVR
a. Art. 35f lid 2 SW
i. Binnen 2 jaar? -> BOR berekenen op basis van
ondernemingsvermogen aan NAL toegerekend
ii. Niet binnen 2 jaar? -> Geen rekening met verdeling. BOR over
oorspronkelijke NAL berekenen.
2. BOR van toepassing?
a. Art. 35b lid 5 SW
i. Ondernemingsvermogen -> art. 35c SW
ii. Bezitseis -> Art. 35d jo. art. 9 uitv. Regl. SW
iii. Voortzettingseis -> art. 35e jo. Art. 10 uitv. Regl. SW
3. BOR berekenen
a. Hoeveel ondernemingsvermogen
i. Art. 21 lid 13 IB ondernemingsvermogen (incl deelnemingen lid 5)
waarde going concern + beleggingsvermogen art. 35c lid 1 onder c
onder 2 SW (incl deelnemingen lid 6)
ii. NIET last/tegenprestatie in mindering brengen lid 4
b. Hoeveel BOR beschikbaar o.b.v. ondernemingsvermogen? -> art. 35b jo. art.
35c SW
i. LET OP! Kijken naar hoeveel % van ondernemingsvermogen verkrijgt
(bijv. bij gemeenschap van goederen) dat moet dan in rato van 100%
vrijstelling bijv. 50%!
4. Aan wie komt de BOR toe? Verdeling NAL
a. Art. 35f lid 1 SW
i. Binnen 2 jaar? Dan BOR aan degene die is toebedeeld
ii. Niet binnen 2 jaar? Dan BOR aan de oorspronkelijke verkrijgers.
Degene die overbedeeld wordt krijgt niet meer BOR en andere krijgen
ook niet BOR (voortzettingseis)
iii. LET OP! LL nooit meer dan 50% BOR
SW
Art. 10 SW
1. Art. 1 SW -> geen verkrijging krachtens erfrecht
2. Genot
IB Doorschuiffaciliteit
1. Hoofdregel -> Vervreemding o.g.v. art. 4.16 lid 1 onder e wet IB.
a. WEV ten tijde van overlijden – verkrijgingsprijs (art. 4.19 jo. 4.22 IB) x 26,9%
(art. 2.12 IB)
2. Uitzonderingen ->
a. Welke doorschuiffaciliteit?
b. Voorwaarden doorschuiffaciliteit doorlopen
c. Doorschuiven ondernemingsvermogen, afrekenen over beleggingsvermogen.
SW BOR
1. Verdeling HVR
a. Art. 35f lid 2 SW
i. Binnen 2 jaar? -> BOR berekenen op basis van
ondernemingsvermogen aan NAL toegerekend
ii. Niet binnen 2 jaar? -> Geen rekening met verdeling. BOR over
oorspronkelijke NAL berekenen.
2. BOR van toepassing?
a. Art. 35b lid 5 SW
i. Ondernemingsvermogen -> art. 35c SW
ii. Bezitseis -> Art. 35d jo. art. 9 uitv. Regl. SW
iii. Voortzettingseis -> art. 35e jo. Art. 10 uitv. Regl. SW
3. BOR berekenen
a. Hoeveel ondernemingsvermogen
i. Art. 21 lid 13 IB ondernemingsvermogen (incl deelnemingen lid 5)
waarde going concern + beleggingsvermogen art. 35c lid 1 onder c
onder 2 SW (incl deelnemingen lid 6)
ii. NIET last/tegenprestatie in mindering brengen lid 4
b. Hoeveel BOR beschikbaar o.b.v. ondernemingsvermogen? -> art. 35b jo. art.
35c SW
i. LET OP! Kijken naar hoeveel % van ondernemingsvermogen verkrijgt
(bijv. bij gemeenschap van goederen) dat moet dan in rato van 100%
vrijstelling bijv. 50%!
4. Aan wie komt de BOR toe? Verdeling NAL
a. Art. 35f lid 1 SW
i. Binnen 2 jaar? Dan BOR aan degene die is toebedeeld
ii. Niet binnen 2 jaar? Dan BOR aan de oorspronkelijke verkrijgers.
Degene die overbedeeld wordt krijgt niet meer BOR en andere krijgen
ook niet BOR (voortzettingseis)
iii. LET OP! LL nooit meer dan 50% BOR
SW
Art. 10 SW
1. Art. 1 SW -> geen verkrijging krachtens erfrecht
2. Genot