Anatomie- fysiologie: het lymfestelsel en immuniteit
Lymfestelsel= cellen, weefsels en organen die een centrale rol in de afweer van het lichaam spelen
tegen pathogenen ( ziektekiem: virus, bacterie, parasiet,.. ) 2 soorten:
Je hebt specifieke afweer ( immuunreactie )
Niet specifieke afweer ( maakt geen onderscheid tussen bedreigingen, barrières in lichaam
die ziekteverwekker zal vertragen )
Lymfestelsel bestaat uit lymfevaten en die met lymfe is gevuld en zijn verbonden met lymfoïde
organen: lymfevaten, milt en thymus ( orgaan in borstkas ) en lymfefollikels zoals amandelen
Virus= leven in de cel en cel vernietigen, virus is geen cel bestaat uit eiwitten en nucleïnezuur en
die zich in de cel voortplanten
Tumor= cellen die dodelijke cellen vormen
Lyfocyten= witte bloedcellen die behoren tot de agranulocyten ( groep de geen granula bevat ),
noodzakelijk om lichaam te beschermen tegen infecties: specifieke afweer: bv bacterie die in
weefsel zit gaat de lyfocyten tegen verdedigen
Lymfevaten: beginnen in perifere weefsels ( aan buitenzijde van lichaam ) en eindigen in venen
Lymfe: vocht die door lymfevaten stroomt
Lymfefollikels: bevat bindweefsel
Lymfoïde organen: die bevatten grote aantal lymfocyten en zijn met lymfevaten verbonden
Bouw van het lymfestelsel zie p 598 in boek
Rood : zuurstof rijk bloed
Blauw: zuurstof arm bloed
Functies van het lymfestelsel
Productie en onderhoud en verspreiding van lymfocyten ( in beenmerg, thymus en milt,
lymfocyten reageren op virussen en bacteriën
Behoud van bloedvolume
Transport van hormonen, voedingsstoffen en afvalstoffen
Lymfocyten vallen binnendringende organismen, abnormale cellen en vreemde eiwitten aan
Afwijkende lichaamscellen: virus met geïnfecteerde cellen en tumorcellen
Vreemde eiwitten: gifstoffen door bacteriën gevormd
Lymfocyten proberen via een combinatie van fysische en chemische effecten deze bedreigingen te
elimineren
Het lymfestelsel zorgt voor terugkeer van vloeistof en opgeloste deeltjes naar het bloed zo wordt
het bloed op peil gehouden
De lymfe vervoert sommige stoffen naar de venen bv de vetten gaan via de lymfe naar het bloed
niet via de capillairen ( haarvaten )
Lymfevaten:
Hierdoor stroomt lymfe
Beginnen als lymfecapillairen in de perifere weefsels ( omhulsel rond het weefsel )
Nadien wordt de lymfe afgevoerd in het veneuze stelsel
Via de ductus thoracicus ( voert rest van lymfe af )
Verzamelt lymfe afkomstig van buik, benen, bekken, linker deel van hoofd-hals-borst
En deze mondt uit in het veneuze systeem uit ( onderdeel bloedsomloop )
Via de ductus lymfphaticus dexter ( afvoer lymfe van rechterkant boven het diaphragma in
het lichaam ) = diaphragma: middenrif
, Lymfevaten vervoeren lymfe uit de perifere weefsels naar veneuze systeem
Lymfecapillairen= kleinste lymfevaten die naar romp van lichaam lopen
Zie foto dia 7
Lymfe-capillairen
Zie dia 8,9
De druk in het lymfestelsel is buitengewoon laag, waardoor kleppen noodzakelijk zijn om de
lymfestroming op gang te houden
3 soorten lymfocyten: rode beenmerg vormt dit
T-cellen= afkomstig van de thymus ( wordt gevormd in thymus )
B-cellen= afkomstig uit beenmerg
NK-cellen: natural killer
Klein deel lymfocyten zitten in bloed, grootste deel in lymfoïde organen en weefsels, via
bloedsomloop kunnen lymfocyten zich snel verplaatsen
Soorten T-cellen
Cytotoxische T-cellen
Leveren cellulaire immuniteit = cel gemedieerde immuniteit ( geïnfecteerde cel )
Vallen vreemde en door virussen geïnfecteerde cellen aan
Regulerende T-cellen
T-helpercellen: stimuleren de activiteit van T-cellen en B-cellen
T-suppressorcellen: remmen T-cellen en B-cellen af
B-cellen
Kunnen plasmacellen worden
Produceren antilichamen ( = antistoffen, immunoglobulinen ) die aan antigeen binden
Antilichamen zijn immunoglobulinen = antistoffen, antistoffen binden zich aan antigenen
Verantwoordelijk voor humorale immuniteit ( = antistof gemedieerde immuniteit )
NK-cellen
Voeren immunologische surveillance uit = ze bewaken de perifere weefsels voortdurend
Vallen cellen aan
Vreemde cellen
Door virussen geïnfecteerde cellen
Kankercellen
Levenscyclus lymfocyten
Reizen voortdurend heen en weer tussen de lymfoïde weefsels ( bestaan uit lymfocyten ) en het
bloed
Lymfocyten dringen de weefsels binnen < zwerven erin rond< dringen dan een bloed of
lymfevat binnen en worden vervoerd naar een andere plaats
De productie en ontwikkeling omvat:
Beenmerg
Thymus
Perifere lymfoïde weefsels
lymfocyten
lymfefollikels
bestaan uit los bindweefsel dat dicht opeengepakte lymfocyten bevat
amandelen= zijn lymfefollikels in de wanden van de keelholte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amandinehuysmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.