Wat is marketing? Een sociaal en managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen
waaraan zij behoefte hebben en wat zij wensen, door producten en waarde te creëren deze met
anderen uit te wisselen.
Marketing heeft 2 doelen:
• Nieuwe klanten aantrekken
• Bestaande klanten behouden
Behoefte: besef van het individu dat het hem aan iets ontbreekt.
Wens: concrete vormen van behoeften.
Vraag: is de mate van behoefte naar een product of dienst vanuit de markt.
Di erentiëren: zich onderscheiden van de concurrentie.
Positioneren: hoe het door afnemers wil worden gezien in relatie tot de andere aanbieders.
Marketingmix:
• Product: je moet een marketingaanbod creëren dat een behoefte bevredigt.
• Prijs: je moet bepalen hoeveel je rekent voor het aanbod.
• Plaats: hoe je het aanbod beschikbaar stelt aan de klant.
• Promotie: je moet voordelen van het aanbod bij de doelgroep aanprijzen.
ff
,Het management van klantrelaties (customer relations management, crm) is het belangrijkste
concept uit de moderne marketing. Het betekend het totale proces van het opbouwen en
onderhouden van winstgevende klantrelaties door buitengewoon goede klantwaarde en
tevredenheid te leveren.
Een loyaliteitsprogramma is marketing inspanning die loyaal koopgedrag beloont en bevordert
met als doel het marktaandeel en de winst van een bedrijf te vergroten. Bijvoorbeeld Starbucks, je
kan punten verdienen door te bestellen en te betalen via de Starbucks App, zo kunnen ze ook
achter veel informatie komen van je zoals je favoriete drankje en je meest bezochte vestiging. En
met die punten kan je weer korting krijgen op de volgende bestelling.
Bij massamarketing richt de fabriek zich met een speci ek product op een zo breed mogelijk
publiek. Tegenwoordig geven marketeers de voorkeur aan het bedienen van minder klanten die
juist meer winst opleveren.
Het doel van management van klantrelaties is een groot klantvermogen: de totale levenslange
waarde van alle klanten van een bedrijf (customer lifetime value).
Er zijn 5 verschillende concepten waarop organisaties hun marketingactiviteiten kunnen baseren.
Marketingmanagementconcepten:
• Productieproces: beschikbaar en betaalbaar. T-model van Ford, Henry Ford wilde de productie
perfectioneren (dankzij eerste autofabriek met transportband) zodat de kosten verlaagd konden
worden en het model zo nancieel binnen het bereik van de klant kwam.
• Productconcept: beste kwaliteit, prestaties en innovatie. Concentreren op continue
productverbetering. Zoals stofzuigerfabrikant Dyson.
• Verkoopconcept: verkopen ‘wat op de plank ligt’, veel verkoop en promotie. Producten waar
de consument normaliter niet aan denkt (unsought goods) zoals verzekeringen en het geven van
bloed. Deze bedrijfstak moet veel moeite doen om klanten op te sporen en hen van de
kwaliteiten van het product te overtuigen.
• Marketingconcept: behoefte van de klant staat centraal. Houdt in dat een bedrijf zijn
doelstellingen alleen kan bereiken als het de behoeften en wensen van doelmarkten (groep van
potentiële klanten) kent en de gewenste bevrediging beter kan leveren dan concurrenten. Zoals
de Bijenkorf.
• Maatschappelijke marktingconcept: ook oog voor maatschappij. Afweging van belangen.
Voorbeeld is Tony Chocolonely.
Hoofdstuk 2 Bedrijfs- en marketingstrategie
Strategische planning: het bepalen van de algehele bedrijfsstrategie voor overleving en groei op
de lange termijn. De organisatiedoelen en organisatiecapaciteiten voortdurend blijven afstemmen
op de veranderende kansen en bedreigingen op de markt.
In een jaarplan en langetermijnplan komen de actuele activiteiten aan de orde. Bij een
strategisch plan gaat het juist om de aanpassingen van het bedrijf om kansen aan te grijpen en
bedreigingen het hoofd te bieden in een continue veranderende omgeving.
Missie: het overkoepelende doel van de organisatie geeft de bestaansreden van een bedrijf aan in
geest van wat de oprichters ooit voor ogen stonden. Waar staan we voor, wat doen, door wie?
Een mission statement is het overkoepelend doel van de organisatie: wat zij wil bereiken in de
bredere omgeving.
fi fi
,Abell-diagram
McDonald’s zou bijvoorbeeld activiteiten kunnen starten in de productie van zonne-energie, maar
de kerncompetentie zal dan altijd blijven: grote groepen klanten goedkope maaltijden en snacks
voorzetten.
SBU: strategische business unit. Het is een onderdeel van het bedrijf dat een eigen missie en
eigen doelstellingen heeft en dat onafhankelijk van andere activiteiten kan worden gemanaged.
Een SBU kan een divisie (afdeling) zijn, een productlijn binnen een divisie of soms één enkel
product, dienst of merk.
De BCG-matrix / aandeelmatrix:
, Elk nieuw product begint als een ?, als het marktaandeel wordt veroverd is het een *, als de
marktgroei afneemt wordt het een cash cow en vervolgens blijft het product een dog totdat het
product verlies lijdt.
Star - Vasthouden: hoog relatief marktaandeel en veel groei. Dit is winstgevend en het is de
moeite waard om te investeren in deze eenheid zodat de positie in de toekomst behouden wordt.
Cash cow - Oogsten: hoog relatief marktaandeel en weinig groei. Dit is winstgevend maar er is te
weinig groeipotentie. Een strategie hiervoor is ‘oogsten’, zo weinig mogelijk investeren om de
positie te behouden. De opbrengst van cash cow kan worden besteed aan star of question mark.
Question mark - Bouwen: laag relatief marktaandeel en veel groei. De eenheid is nog weinig
winstgevend maar heeft potentie om uit te groeien naar star. Grote investeringen nodig om het
relatieve marktaandeel te vergroten.
Dog - Desinvesteren: laag relatief marktaandeel en weinig groei. Dit is weinig winstgevend en
heeft geen groeipotentie. Dus niet de moeite waard om te investeren in dog.
Anso -matrix
Marktpenetratie: bestaand product op een bestaande markt. Een bakker
die met een bestaand product op dezelfde markt probeert te goeien
door de prijs te verlagen of meer te adverteren.
Of coca cola die een blisterverpakking maakt met 4 essen en dan 4
halen 3 betalen, mensen die 2 essen wilde gaan kopen zijn nu
eerder geneigd om de blisterverpakking met 4 essen te kopen.
Productontwikkeling: nieuw product op een bestaande markt. Een
bakker zal een nieuw type broodje op de markt aanbieden. Zoals
een luxe broodje voor in de magnetron.
Marktontwikkeling: bestaand product op een nieuwe markt. De bakker
kan standaard brood gaan leveren aan het ziekenhuis, terwijl hij voorheen
alleen aan huishoudens verkocht.
Diversi catie: nieuw product op een nieuwe markt. Hier gaat de bakker met een nieuw
product een nieuwe markt op. Bijvoorbeeld een Smart auto, daarvan bestaat het kuip werk uit
plastic, Smart wilde dat uitbesteden en Swatch horloges heeft erop gereageerd en maakt nu de
plastic kuipjes voor de Smart auto. Dus voor Swatch is dit een diversi catie, nieuwe markt
(automarkt) en nieuw product (plastic kuipen).
B2B | business 2 business. Bedrijven die aan elkaar verkopen, groothandel Makro.
B2C | business 2 consumer. Bedrijven leveren aan de consument, detailhandel.
C2C | consumer 2 consumer. Consumenten die aan elkaar verkopen, marktplaats.
C2B | consumer 2 business. Zonne-energie terugverkopen aan energiemaatschappij.
Waardeketen/Value
Chain van Porter:
ff fi fl fl fl fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmadeSteur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.