1. Wat is sociaal overleg?
• “Het socio-economisch overleg is een methode (geen doel) waarbij de sociale partners (bipartite:
vakbonden en werkgevers) onder elkaar en/of met de regering (tripartite) belangrijke sociaal-
economische (vooruitgang + economische groei) problemen die hen aanbelangen, bespreken om een
voldoende graad van consensus te bereiken die een akkoord onder sociale partners of een voldoende
gedragen beslissing vanwege de regering mogelijk maakt.” (Tony Vandeputte, 2005)
1.1Historiek
• Historische fundamenten:
o ‘Dertig gloriejaren (1944-1970)
Uitbouw sociale zekerheid
Verdeelsindicalisme
Toenemende productiviteit/ groei
Geïnstitutionaliseerde samenwerking en sterke economische groei
Constructieve fase : institutionalisering, ontplooiing sociaal overleg, centrale akkoorden
(IPA’s)
Allure van een reus op lemen voeten: een ontwikkeling gebaseerd op hypothese van
aanhoudende economische groei
1944 Ontwerp van overeenkomst tot sociale solidariteit (Sociaal Pact)
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)
1945 Wettelijk statuut van de paritaire comités
1948 Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven
1952 Nationale Arbeidsraad
1954 Gemeenschappelijke verklaring over de productiviteit
1960 Sociale programmatie (interprofessionele akkoorden)
1968 Wettelijk statuut van de collectieve overeenkomsten
o Vanaf 1973 (crisis), ‘de omwentelingsjaren’
Geen sociale akkoorden gemaakt omdat er hoge inflatie was
Normaal: productiviteit stijgt -> lonen stijgt
MAAR jaren 80-90: omgekeerd
Transformatie naar geautomatiseerde economie -> mensen vervangen
1976: Interventionisme van de regering
1986: (Gedeeltelijk) herwonnen autonomie -> devaluatie frank
De jaren ´90: Loonmatiging en concurrentiekracht
o 21ste eeuw: Nieuwe maatschappelijke uitdagingen
2001 Tijdskrediet (hoger werkritme -> nood aan loopbaanonderbrekingen)
2004-05 Generatiepact (= einde loopbaan -> minder/ander werken)
2011-13 Eenheidsstatuut – Ontwerp IPA 2011-2012 / IPA-wet 2011 – Wet Eenheidsstatuut
2013
2016 Hervorming Wet 1996
2017 Wendbaar Werkbaar Werk
o Na Corona gaan we opnieuw welvaart moeten creëren
, 1.2Organisatie
• De actoren in het sociaal overleg:
o In België wordt het sociaal overleg georganiseerd door de representatieve sociale partners (lid
>WOII
van de NAR (nationale arbeidsraad)) :
de drie vakbonden : ABVV (socialistisch), ACV (christelijk) en ACLVB (liberaal)
de werkgeversorganisaties : VBO (industrie, diensten, bouw), Zelfstandigen & KMO’s (Unizo +
UCM), Boerenbond (primaire sector) en UNISOC (non-profit sector)
Laatste o Regionaal :
20-30 jaar Vakbonden : ACV, ABVV, ACLVB.
Werkgevers : VOKA, UWE, Beci, Unizo, UCM, Verso, …
1958 o Europees : BusinessEurope, SMEunited, SGI Europe & het Europees Vakverbond
o Internationaal : IOE (international organization of employers) en IVV (internationaal vakverbond)
• De actoren langs werkgeverszijde:
Enkel private sector
Sectorfederaties: Agoria (metaal en technologie), Federgon (iterim), Essenscia (chemie), Assuralia
(verzekeringsmaatschappij), Confederatie bouw, …
A-politiek: geen band met politiek
VBO
Bedrijfs-
federaties
Bedrijven
• De actoren langs werknemerszijde:
Arbeiders en bedienden Elkaars spiegelbeeld
Publieke en private sector -> elk niveau maakt
Centrales en verbonden afspraken met elkaar
Pluralisme : met politiek verbonden -> laatste jaren verzwakt
Katholiek (° 1886): ACV-CSC 51,4% (2020*)
Socialistisch (° 1885): ABVV-FGTB 35,4% (2020*)
Liberaal (° 1892): ACLVB-CGSLB 13,2% (2020*)
ACV,
ABVV, ACLVB
Nationale koepels
Sector-Centrales
Vertegenwoordigers van bedrijven
• Zeer hoge representatief + hoge dekkingsgraad van de onderhandelingen:
o Hoge graad (50-55%) van sindicalisatie in België (in andere landen neemt dit af)
o 80% van de bedrijven zijn lid van een werkgeversorganisatie
o Systeem van sluiten van akkoorden
o Hoge graad van collectieve bargaining coverage
• Actieradius sociale partners: Met wie zijn er interacties?
Europa Eigen achterban
(federaties en bedrijven)
, • Ons sociaal overlegmodel doorgelicht:
A. Bi- & Tri-partite (federaal) sociaal overleg
1944: eerst afgesproken om zowel werkgevers als vakbonden zonder rechtspersoonlijkheid
2002: nieuwe regels rond VZW -> VBO heeft VZW structuur aangenomen
Tripartite: als er niet tot een akkoord komt of grote economische onderwerpen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanylievens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.