Evidence-Based kritisch handelen samenvatting
artikels Stevens et al., Weisz et al., Lilienfeld et al., Chu
et al. (EBKH)
geschreven door
jasmineteffahi
www.stuvia.com
Gedownload door: jasmineteffahi | jasmineteffahi@hotmail.be
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Meta-analyse van vaak voorkomende factororen en specifieke
behandelingseffecten gerelateerd aan de outcome domeinen van
het fase model van psychotherapie (Stevens, et al., 2000)
Er werd een meta-analyse uitgevoerd om te bepalen of de relatieve omvang van vaak
voorkomende factoren en behandelingseffecten gerelateerd waren aan de outcome
domeinen (subjectief welbevinden, symptomen en leven) beschreven in het fasemodel van
psychotherapie (Howard, Lueger, Maling & Martinovich, 1993)
Effectsizes (ES) werden berekend voor 80 outcome studies die verdeeld waren in
- Geen behandeling,
- Vaak voorkomende factoren (VF)
- Behandelingsgroepen
In tegenstelling tot de hypothese was de omvang van beide componenten (a & b) van
psychotherapie consistent over alle variabelen (de vergelijkingen verschilden niet).
(a) Vaak voorkomende factoren VS geen-behandeling vergelijkingen (r .11)
(b) Vaak voorkomende factoren VS specifieke behandelingen vergelijkingen (r .19)
Opm. uitzondering was het gebrek aan significante VF effecten bij de behandelingsgroepen
met meer ernstige stoornissen.
Een klassieke conceptualisering van psychotherapie werd voor het 1st naar voor gebracht
door Rosenzweig in 1936. Deze heeft invloed gehad op de richting van het onderzoek van
psychotherapie.
In deze visie wordt psychotherapie gedefinieerd als het additieve product van
(a) VF gevonden in veel verschillende behandelmethoden +
(b) specifieke factoren eigen aan bepaalde behandelmethoden.
Lambert en Bergin definieerde VF als die elementen of dimensies van de behandeling, niet
specifiek voor iedereen. Voorbeelden zijn: expectancy effects (= onderzoekers beïnvloeden
onbewust de deelnemers van het onderzoek) en relatie variabelen (warmte, aandacht,
begrepen voelen…).
Dat placebo-effecten therapeutische werkzaamheid bezitten, is al lang bekend in de
medische wereld. Een artikel van Rosenthal en Frank stelde dat het placebo paradigma ook
van toepassing zou kunnen zijn bij psychotherapie onder de vorm van VF. Ze zeiden dat
psychotherapie berust op het verhogen van het vertrouwen van de patiënt in het
therapeutisch vermogen om hen te helpen. De specifieke technieken zouden irrelevant
kunnen zijn, mits de patiënt de theorie of techniek aannemelijk vond.
De taak om aan te tonen dat specifieke technieken in complete behandelingen de VF
effecten overtreffen vereist outcomestudies die complete behandelingen vergelijken met VF
Gedownload door: jasmineteffahi | jasmineteffahi@hotmail.be
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
controles. Het opnemen van een controle zonder behandeling is noodzakelijk om aan te
tonen dat VF het verwachte therapeutisch voordeel oplevert.
In psychotherapieonderzoeken omvatten controles zowel niet-specifieke behandelingen en
chemische placebo's. De term "placebo control" is gebruikt om een grote verscheidenheid
van controle condities in psychotherapie onderzoek aan te tonen.
In theorie zou de VF behandeling consistent moeten zijn met volledige behandeling in alle
opzichten behalve één: de specifieke factoren uit de volledige behandeling (specific factor
ES). Verschillen tussen VF en geen behandeling controle groepen zouden te wijten moeten
zijn aan VF (vaak voorkomende ES).
In een herziene studie werd geconcludeerd dat de resultaten van de volledige behandeling
hoger waren dan die van vaak voorkomende factoren behandeling, die op zijn beurt hoger
waren dan geen behandeling.
De typische uitkomst in vergelijkende studies wordt ook wel het Dodo verdict genoemd. Met
andere woorden, de verschillen tussen de effecten van behandelingen (bv. cognitief-
gedragstherapeutische VS psychodynamische) zijn herhaaldelijk non-significant gevonden.
Sommigen suggereren dat het Dodo verdicht een indicator zou kunnen zijn dat vaak
voorkomende factoren het effectieve component zijn van psychotherapie. Een
literatuurstudie van Lambert toonde aan dat specifieke behandelingen slechts 15%
uitmaakte van de voordelen van therapie.
Klein beweerde dat psychotherapie niet iets specifiek doet; integendeel ze zijn niet specifiek
gunstig voor de uiteindelijke demoralisatie, in de mate dat ze effectief zijn.
Andere interpreteerden het Dodo verdict als reflecterende vaak voorkomende factoren zoals
het optreden van de patiënt’s hoop doorheen therapie, stimulatie of zelf-genezingsproces.
VF zouden krachtig genoeg zijn om de resultaten te beïnvloeden (waardoor er minder plaats
is voor ES van specifieke behandeling)
In een andere studie (meta-analyse van 475 studies) die de effectiviteit van psychotherapie
evalueerde (Smith, Glass en Miller), werd aangetoond dat de gemiddelde behandelde
patiënt verbeterd was met 80% van de niet behandelde groep (r= .85). Ze vonden ook een
vaak voorkomende factoren ES van .56. Smith waarschuwde voor de vergelijking van de
twee ES’s (zoals variabelen: verfijning van de methoden, het type behandeling die
onderzocht wordt, en de reactiviteit van de afhankelijke) omdat deze uit verschillende
studies kwamen.
Het fasemodel van psychotherapeutische resultaat/outcome
Howard et al. Stelden drie fasen van psychotherapeutische werkzaamheid: (a) verbeterd
subjectief welzijn (toegenomen welzijn), (b) vermindering van pathologische symptomen
(symptoomreductie) en (c) verbeterde levensfuncties.
Van de eerste fase (subjectief welzijn) wordt verwacht een noodzakelijke (maar niet
voldoende) voorwaarde te zijn voor symptoomreductie. Op dezelfde manier is de fase
Gedownload door: jasmineteffahi | jasmineteffahi@hotmail.be
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
symptoomreductie noodzakelijk voor beweging naar de derde fase: verbeterde
levensfuncties. De resultaten bevestigen de hypothesen. Een opvallende bevinding was dat
er al dramatische veranderingen in subjectief welzijn plaatsvonden voor de 2 de sessie.
In een verwante studie werd aangetoond dat de reductie van symptomen van acute distress
tenminste 24% minder was in de periode van het maken van de 1 ste afspraak en de 1ste
sessie. En ten minste 50% van deze patiënten symptoomreductie ervaren in minder dan 10
sessies. Chronische distress had lagere percentages bij de eerste sessies, maar 60-86% van
de patiënten vertoonden remissie na hun 52ste sessie.
Er vonden veranderingen in levensfuncties plaats bij 59% van de patiënten tegen hun 59 ste
sessie, en na 18 sessies al significante verbeteringen. Dramatische veranderingen tonen aan
dat het aannemelijk is om vroege reductie toe te schrijven aan VF.
- VF zoals verwachting van therapeutische winst zou kunnen doorwerken in de 2 de
sessie (subjectief welzijn)
- MAAR beter herleiden tot specifieke technieken van de behandeling.
Veronderstellingen: meta-analyse
- Metingen van welzijn bevatten gemiddelde ES die significant groter zijn bij VF dan bij
behandelingseffecten.
- Voor symptoommetingen werd een gemiddeld ES verwacht bij zowel VF als
specifieke behandelingseffecten.
- Voor metingen van levensfuncties, werd het gemiddelde ES voor specifieke
behandeling hoger verwacht dan de VF ES.
Andere moderatoren van behandelingseffecten
Vorige meta-analyses toonden aan dat er een tal van variabelen zijn die een invloed hebben
op de effectsize (ES).
- Reactiviteit van uitkomstmetingen: + correlatie tussen ES magnitude en reactiviteit
van afhankelijke metingen
- Vaak voorkomende factoren geloofwaardigheid: confounding variabele omdat meta-
analyse van Bowers en Clum geen systematische effect vond.
- Ernst van stoornis: hoger gemiddelde voor behandelingen van minder ernstige
problemen. Dus bij de behandeling van ernstige problemen hebben we een kleinere
VF ES dan de behandelingsgroep ES. Meta-analyse die twee categorieën had: acute of
chronisch.
Methoden
Studies:
Meta-analyses moeten een volledige behandeling, VF en geen behandeling control groep
hebben + de VF groep en behandelingsgroep moeten of psychotherapeutisch of
pharmaceutisch zijn.
Gedownload door: jasmineteffahi | jasmineteffahi@hotmail.be
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmineteffahii. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.