Zeer uitgebreide aantekeningen van alle hoorcolleges
4 views 0 purchase
Course
Management van E&T technologieën (GEO12272)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit document bevat een zeer uitgebreide uitwerking van alle hoorcolleges die gegeven zijn door Toon Meelen studiejaar 2021/2022. Als er in de hoorcolleges ook over de nodige artikelen gesproken is, dan zijn die ook uitgewerkt in dit document. Met afbeeldingen.
Hoorcollege 1
Algemene informatie over het vak gegeven.
Hoorcollege 2
DE ENERGIESECTOR
De energiesector: Bedrijven die energie winnen, omzetten of produceren voor derden. Voorbeelden:
aardgaswinningsbedrijven, raffinaderijen, elektriciteitscentrales, aardgas- en elektriciteits-
distributiebedrijven.
Kenmerken van de energiesector:
Even voor het idee:
- Grote spelers op een wereldwijd toneel Windmolen: 1-3 MW vermogen met 2M-7,5M kWh/jaar
- Infrastructuren spelen grote rol Zonnepanelen: Wp = Wattpiek = Max vermogen (350)
- Grote ecologische impact In NL vuistregel: jaaropbrengst zonnepanelen in kilowattuur
- Er is veel betrokkenheid van overheden (kWh) bedraagt 90% van de capaciteit systeem in wattpiek.
10 panelen = 3150 kWh = ongeveer 1 huishouden
Batterij elektrische auto
Energiedragers: 50 KwH
Primaire energiedragers
• Worden direct uit de natuur gewonnen
• Bijv.: kolen
• Elektriciteit uit wind
Secundaire energiedragers
• Ontstaan na energieomzetting
• Bijv.: elektriciteit, waterstof
Nationaal Energiebalans 2019:
- 2/3 aardolie wordt weer uitgevoerd
- Totaal eindverbruik = 2564 PJ
- Bunkers (667 PJ) = levering brandstof aan
internationale schepen en vliegtuigen in NL. Dit is
ingewikkeld, omdat er geen regels over zijn en vallen
buiten de klimaatafspraken.
- Hernieuwbaar (260 PJ) is 10% van totaal eindverbruik
(Windenergie, zonne-energie, waterkracht, biomassa
etc). CBS zegt dat het hernieuwbare bronnen zijn die
constant worden aangevuld, maar bij biomassa is er al
discussie.
- WKK - warmte kracht koppeling CHP. Centrales waar
zowel warmte als stroom opwekken.
Biomassa
Korte koolstofkringloop. Netto CO2 uitstoot is 0.
Het wordt in NL vooral veel bijgestookt met andere
verbrandingsdingen. Ook bij benzine en diesel is er een deel
,biobrandstof bijgemengd. De discussie rondom biomassa gaat om de concurrentie met voedsel.
Directe concurrentie is wanneer het gewas anders direct door mens of dier had gegeten kunnen
worden en indirecte concurrentie gaat over de grond die anders voor een ander gewas had kunnen
worden gebruikt. Er zijn ook verschillende generaties biobrandstoffen. Eerste generatie gaat om het
gewas, tweede generatie om het afval en derde generatie gaat om specifiek gekweekte dingen als
algen.
Brandstofsubstitutie: overstappen van brandstof. Er zijn heel veel kolencentrales die vervangen
kunnen worden door iets beters en valt veel winst te behalen.
Emissie elektriciteit -> belangrijk om te beseffen is dat er in onderzoeken en papers vaak een
conclusie wordt getrokken over hoe goed iets wel niet is ofzo, maar let dan op dat je kijkt of het gaat
over het hele proces of maar een deel van het proces. De opwekking kan bijvoorbeeld heel goed zijn,
maar als in het voor- of proces er na veel vervuiling is dan is dat erg scheef.
DE MOBILITEITSSECTOR
1814: 500 km straatweg in NL
2018: > 140.000 km wegennetwerk
Ca. rond 1820: mensen legde in vervoersmiddel maar 20 km/jr
(gem.) af. Daarnaast: ca. 1 uur lopen per dag.
Groei transportsysteem in de US:
, Interessant om te zien is dat er in transport hele duidelijk golven te zien zijn. (In Nederland liepen
deze golven steeds iets later). Kanalen waren heel dominant voor industrieel vervoer met
trekschuiten en schepen. Vervolgens kwam de trein erg op gang. Na de tweede wereldoorlog kwam
auto en wegen opgang, maar ook onder andere omdat GM alle treindingen opkocht en sloot om
zichzelf te helpen met hun auto handel. De luchtvaart heeft al z’n piek wel gehad, maar wat is er nu?
De snelheden van alle type voertuigen (land, zee en lucht) zijn toegenomen maar lijken zeer stabiel
nu. We zijn soms misschien wel wat naar beneden aan het gaan voor veiligheid of andere redenen.
Vrijwel alle investeringen en innovaties in mobiliteit:
• Hebben geleid tot lagere kosten van verplaatsing
• Hogere snelheden
• Meer comfort
En daarmee tot: meer mobiliteit!
Toestand in Nederland:
- Uitstekend fietsnetwerk, zeer goed autoweggennet, zeer goede spoorverbindingen tussen
steden, wel beperkte metro- en tramsystemen en beperkt openbaar vervoer buiten steden.
- Nederland is ook echt een autoland. Driekwart van de huishoudens in Nederland heeft 1 of meer
auto en dat percentage neemt ook toe. We zijn een dichtbevolkt land en hebben een van de
meeste auto’s per oppervlakte van Europa. Onze auto’s worden ook steeds groter (SUV-sering)!!
- In de grote steden zie je steeds minder auto’s en wordt er ook steeds meer geïnvesteerd in
fietsnetwerken.
- NL 6% forced car ownership: “they have low or moderate financial security and paying for car
ownership means they must cut their spending on maintenance or other things.”
Wat beïnvloedt onze mobiliteit?
Behoefte & mogelijkheden, transport
weerstand en locaties.
Gerealiseerde verplaatsingen hangen af van:
• Behoeften en mogelijkheden
• Locaties voor activiteiten
• Weerstand = tijd + kosten + ‘moeite’
• Weerstand hangt af van:
- Beschikbare infrastructuur /
vervoermiddelen
- Geld- en tijdbudgetten
- Preferenties en perceptie van ‘moeite’-factoren zoals veiligheid, comfort, informatie.
Verschillende perspectieven op mobiliteitsbehoeften en -keuzes.
• Economisch: rationeel, maximalisatie nut
• Psychologisch: individuele determinanten van gedrag, beperkt rationeel
• Geografisch: tijd & ruimte voor activiteiten
• Filosofisch: Reizen in relatie tot ontwikkeling mens en maatschappij
Ieder perspectief legt andere nadruk m.b.t.:
• Verklaringen voor mobiliteit
• Mogelijkheden voor beleid en innovatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentSanne123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.30. You're not tied to anything after your purchase.