Hoofdstuk 3: Sensatie en perceptie
Hoe weten we of de wereld die we in onze geest ‘zien’, overeenkomt met de
buitenwereld? Hoe weten we of we de wereld net zo zien als anderen?
Stimulatie sensatie
Sensatie (1e gewaarwording, biologisch perspectief): een vroeg stadium van
perceptie waarin de neuronen van een receptor een stimulus omzetten in een
patroon van zenuwimpulsen. Waarneming/perceptie (cognitief en biologisch
perspectief): aan patroon van sensorische zenuwimpulsen wordt een
gedetailleerde betekenis toegekend. Beïnvloedt door herinnering, motivatie,
emotie en andere psychologische processen.
Perceptie creëert interpretatie van sensatie.
Kernconcept 3.1: De hersenen nemen de wereld indirect waar, omdat de
zintuigen alle stimuli omzetten in de taal van het zs: neurale impulsen.
Alle zintuigen hebben met elkaar gemeen: transductie, sensorische adaptatie en
drempels. &:
- Fysieke stimuli worden omgezet in neurale impulsen;
- Gevoeliger voor verandering dan voor constante stimuli;
- Elk een eigen gespecialiseerd gebied in hersenen.
Stimulatie transductie sensatie perceptie
Transductie: stimulatie in sensatie veranderen / fysieke stimuli omgevormd/
omzetting van stimulusinformatie in een zenuwimpuls. Prikkeling via receptor
omgezet in zenuwimpuls.
Alle informatie die zintuigen opvangen, worden door neuronen in de vorm van
neurale impulsen naar de hersenen verstuurd. Sensorische adaptatie:
zintuigen minder gevoelig naarmate stimulus langer aanhoudt (op hetzelfde
niveau).
Sensatie: drempel: minimale grens om een stimulus op te merken - absolute
drempel: hoeveelheid stimulatie die nodig is voordat de stimulus wordt
opgemerkt (in praktijk: de stimulus moet de helft van het aantal pogingen
worden opgemerkt).
- Klassieke psychofysica: experimenten waarbij drempelwaarden van
verschillende typen prikkeling worden vastgesteld.
- Verschildrempel: het kleinst mogelijke verschil waarbij de stimulus nog
de helft van het aantal pogingen wordt opgemerkt (JWV: juist
waarneembare verschil) - Wet van Weber: stelt dat de grootte van het
JWV proportioneel samenhangt met de intensiteit van het stimulus (JWV
groot als intensiteit stimulus groot is en JWV klein als int stim klein is).
1
, Perceptie: Signaaldetectietheorie (Green & Swets, 1966): sensatie is
afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, de achtergrondstimulus en de
detector invloed op de drempelwaarde.
Geeft accurater beeld dan de klassieke psychofisca (want voegt kenmerken van
de waarnemer toe).
Overeenkomsten / verschillen zintuigen
Kernconcept 3.2: In grote lijnen werken de zintuigen allemaal op dezelfde manier,
maar elk zintuig pikt zijn eigen soort informatie op en stuurt die naar zijn eigen,
gespecialiseerde verwerkingsgebied in de hersenen (gevolg: verschil in
sensaties).
Gezichtsvermogen:
Anatomie: licht valt door de lens en beeld valt op netvlies (omgekeerd), lens
zorgt voor scherpte. Haalt informatie uit lichtgolven (vorm van
elektromagnetische energie). Transductie (omzetting naar neurale signalen) vindt
plaats in de retina (= netvlies, achterin het oog) waarin fotoreceptoren (licht-
gevoelige cellen) zich bevinden: staafjes en kegeltjes.
- Staafjes (125mlj): gevoelig voor zwak licht, niet voor kleuren;
- Kegeltjes (7mlj): gevoelig voor kleuren, niet voor zwak licht. Vooral in
centrum van retina;
- Fovea/gele vlek: hier zie je het scherpst, alleen kegeltjes hier; 3 soorten
(rood groen blauw). Hier bevinden zich de meeste kegeltjes.
Andere cellen in de retina die niet rechtstreeks op licht reageren:
- Bipolaire cellen: uitlopers (axon en dendriet), verzamelen impulsen die
groepjes naburige fotoreceptoren uitzenden en geven die door aan de
ganglioncellen: zenuwcel die in contact staat met de oogzenuw (alle
axonen bij elkaar): geleid informatie naar de hersenen.
- Receptorcellen: gevoelig voor randen en grenzen van
voorwerpen/reageren op licht, schaduw+ beweging.
Blinde vlek: de plek waar de optische zenuw het oog verlaat, in dit gedeelte van
de retina geen fotoreceptoren (maar blinde vlek eigenlijk altijd gecompenseert
door beeld ander oog).
Verwerking van visuele sensaties door de hersenen: in visuele cortex: kleur,
vorm, omtrek en beweging. Kan 3D beeld creëren en linkt beeld met
herinneringen, motivaties en emoties en met de sensaties van lichaamspositie en
tastzin die passen bij onze behoeften en belangen van het moment.
- Helderheid wordt veroorzaakt door de intensiteit (amplitude) van
lichtgolven
- Kleur is een psychologische sensatie, afgeleid uit de golflengte van
zichtbaar licht: klein gedeelte van het elektromagnetische spectrum
wat onze ogen kunnen waarnemen:visueel spectrum
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaVroegop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.