Algemene Cel- En Weefselleer Van De Huisdieren I (1007FBDDIE)
Class notes
cel- en weefselleer, practicum 3
1 view 0 purchase
Course
Algemene Cel- En Weefselleer Van De Huisdieren I (1007FBDDIE)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
In dit bestand heb ik alles opgeschreven dat de prof verteld heeft tijdens dit practicum. Ook staat er vermeld wat de prof belangrijk vindt, dus wat we zeker moeten leren.
E10/18 maagfundus, varken
De maag is een voorbeeld van een klierepitheel, een exocriene klier want het maagsap komt
terecht in het lumen van de maag. De roze laag is de tunica muscularis.
Tunica mucosa zien we ook. Tussen de tunica mucosa en de tunica muscularis vinden we
een laag terug, tela submucosa. Helemaal aan de buitenkant hebben de tunica serosa, dit is
een heel dun bindweefsellaag (mesotheel).
Als we kijken naar de verschillende lagen beginnen we van buitenaf en werken we naar
binnen:
tunica serosa: heel weinig terug te vinden. Af en toe vinden we een kern van een
endotheelcel die uitpuilt naar de buitenkant (buikholte) toe. De kleine afgeplatte
kernen zijn meestal kernen van de mesotheelcellen.
tunica muscularis: buitenste laag is de longitudinale laag, de spiercellen zijn hier
overlangs aangesneden. Meer naar binnen toe zien we cirkeltjes, deze cirkels duiden
op een circulaire laag, met een dwarsdoorsnede. Helemaal bovenaan vinden we een
aantal kernen die schuin zijn aangesneden, ze behoren tot een diagonale laag.
Verschil tunica muscularis en de tela submucosa is dat de tela submucosa bestaat uit
bindweefsel. Met deze kleuring zijn de collageenvezels en bindweefselvezels zalm roze
gekleurd. Dit maakt het onderscheid want de tunica muscularis is feller gekleurd.
De tela submucosa bevat verschillende bloedvaten, verschillen in grootte. De spierwand in
deze bloedvaten is feller roze gekleurd.
We zien een laagje van spierweefsel, dit is de lamina muscularis mucosae. Het is dus de
spierlaag die behoort tot de mucosa. Deze laag met alle daarboven liggende weefsels gaan
de tunica mucosa vormen.
De tunica mucosa bestaat uit epitheellaag: lamina epitheliale en een onderliggende
bindweefsellaag, de lamina propria. De lamina propria behoort altijd tot de tunica mucosa en
ligt ook altijd onder de lamina epitheliale.
Tegen het lumen aan ligt een laagje dat te zien is als een eenlagig epitheel, als we dit
bekijken op een aantal plaatsen waar de doorsnede mooi is, dan zien we dat dit eenlagig
cilindrisch epitheel is. Dit eenlagig cilindrisch epitheel dat tegen het lumen aan ligt dat
bestaat allemaal uit cellen die we de slijm nap cellen noemen. Een slijm nap cel is in staat
om continu slijm te produceren, ze behoren alleen maar toe aan de maag. Ze gaan ervoor
zorgen dat de zure secretie, die je in het lumen van de maag zich bevindt, dat daar een soort
beschermingslaag wordt gelegd.
De beschermingslaag is het slijm om ervoor te zorgen dat de zuren van de maaginhoud niks
gaan aantasten van de rest van de maag. Slijm nap cellen is dus niet hetzelfde als een
slijmbekercel want die laten eenmalig het slijm los en moeten dan opnieuw gevuld worden en
de slijm nap cel blijft altijd slijm produceren.
Het basaal membraan is altijd de aanhechting tussen het epitheel en het onderliggende
bindweefsel. Het epitheel en de basaalmembraan lopen allemaal door in een structuur die
allemaal naar beneden toe lopen. Deze structuren zijn allemaal soort van buisjes, tubuli.
Deze tubuli hebben allemaal een lumen waarin secreet geproduceerd en afgegeven wordt.
, Alle cellen die rond het lumen van de tubuli zitten zullen ervoor zorgen dat secreet wordt
aangemaakt. Op deze manier zit de hele kliermaag vol met allemaal buisjes die naast elkaar
liggen.
Je ziet dus allemaal doorsnede door die tubuli.
De lamina propria zit hier onder het epitheel maar uiteraard ook onder het klierepitheel.
Overal waar je tussen de buisjes dergelijke cellen ziet die loodrecht lopen op het oppervlak
dat is de plaats waar je een duidelijke snede hebt door de lamina propria. De lamina propria
gaat eigenlijk heel het bindweefsel zijn dat al de klierbuizen mee ondersteunt waarbij de
lamina propria helemaal doorloopt tot onder de klierbuizen. Op een moment gaat de lamina
propria over in de laag van de lamina muscularis mucosa.
Wanneer je kijkt naar de klierbuizen hebben we te maken met de maagfundus. De klieren die
we in dit deel terugvinden noemen we de fundus klieren. Deze klieren hebben een gedeelte
dat helemaal weg ligt van het lumen, het hoofdgedeelte. Dit hoofdgedeelte is het onderste
gedeelte van de klierbuis. We noemen dit het hoofdgedeelte omdat het specifieke cellen
bevat, deze cellen zijn in staat tot de aanmaak van de voorloper enzymen: het pepsinogeen.
Hoofdcel = zymogene cel, ze gaan dus pepsinogeen aanmaken.
Dit pepsinogeen komt terecht in het lumen van de klierbuis en gaat dan vervolgens
uitgestoten worden in het lumen van de maag. Het is een voorloper enzym dat alleen actief
wordt wanneer het in contact komt met zure producten, HCL. Dat betekend dat de cellen die
in de wand van de klierbuis zitten, dat een aantal daarvan HCL zullen produceren. Dit zijn de
grote blazige ronde cellen met een centrale ronde kern en een roze cytoplasma (in deze
kleuring). Deze cellen die heten de pariëtale cellen, ook wel de hals cellen genoemd. Dus de
pariëtale cellen produceren HCL.
Als we in het halsgedeelte van de klierbuis kijken dan zien we dat die helemaal vol zit met
dergelijke pariëtale cellen.
De hoofdcellen zitten dus onderaan en de pariëtale cellen kun je nagenoeg overal
terugvinden.
We hebben nog een 3e celtypen dat aanwezig is in de klierbuizen, onze mucoïde cellen.
Deze cellen zijn cilindrisch van vorm waarbij de kern ovaal is en waarbij je licht roze
cytoplasma terugvindt.
De opbouw van de slijm nap cellen is hoog cilindrisch, het zijn hele lange cellen. Ze zijn iets
minder uitgesproken dan de mucoïde cellen. Je ziet wel duidelijk dat mucoïde cellen een
ovale kern hebben langs de as die ongeveer evenwijdig is met het oppervlak van de maag.
Bij de pariëtale cellen zijn ook dergelijke kernen terug te vinden maar dan zonder duidelijk
cytoplasma (of beperkt). Tussen de pariëtale cellen vind je overal sporadisch die mucoïde
cellen.
Dus het halsgedeelte zit vol met pariëtale cellen en de mucoïde cellen hebben dus de ovale
kernen.
De maag is een exocriene klier met een merocriene secretie wijze. We hebben tubulaire en
buisvormige klieren en hebben ze maar 1 afvoergang naar buiten toe dus we spreken van
enkelvoudige klier.
E11/9 pylorus, varken
Dit is het gedeelte van de maag vlak voor de dunne darm. Normaal gezien kleuren de
spieren met deze kleuring licht roze maar hier is er een kleur artefact opgetreden, de
spiercellen zijn hier daardoor blauw van kleur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller smeuwissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.