Samenvatting sociale psychologie van de affectieve processen
97 views 8 purchases
Course
Sociale psychologie van de affectieve processen
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Hogg:Social Psychology_p8
Geslaagd in 1e zit, uitsluitend deze samenvatting gebruikt!! Samenvatting sociale psychologie van de affectieve processen, 3e onderwijskunde, docent: Kaat Van Acker
SOCIALE PSYCHOLOGIE VAN DE AFFECTIEVE
PROCESSEN
COLLEGE 1: INLEIDING SOCIALE PSYCHOLOGIE
WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE?
Sociale psychologie = wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop gedachten, gevoelens en
gedragingen worden beïnvloed door anderen
o Anderen die fysiek aanwezig zijn setting vd klas
o Anderen die in gedachten aanwezig zijn mama zei dat je moet opletten
o Anderen die geïmpliceerd zijn denkt niet bewust aan mama, maar heeft invloed
Gedrag heeft een communicatieve functie
Betekenis gedrag: afh vd motieven, doelen, perspectief en culturele achtergrond van acteur & waarnemer
Niet-waarneembare processen: gedachten en gevoelens
Psychologische dimensie van gedrag (vinden plaats binnen het brein)
SOCIALE PSYCHOLOGIE EN ZIJN NAASTE BUREN
Sociale psychologie: connecties met subdisciplines uit de algemene psychologie & andere disciplines
ONDERWERPEN VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE
= alle thema’s die in dit boek behandeld worden
Sociale psychologie beschrijven ahv wat het bestudeerd ; moeilijk te onderscheiden met andere disciplines
Onderscheid? Wat sociale psychologie bestudeerd, hoe het dit doet & welk niveau van uitleg wordt gezocht
1
,ONDERZOEKSMETHODEN
WETENSCHAPPELIJKE METHODE
WETENSCHAP DOGMA / RATIONALISME
= formuleren van hypotheses = iets is waar omdat je gelooft dat het waar is
OF omdat een autoriteit zegt dat het waar is
Hypothese = formeel opgestelde voorspellingen over wat iets zou kunnen veroorzaken
Zo opgesteld dat ze empirisch kunnen worden getest om te zien of ze waar zijn
o Hypothese klopt niet
o Hypothese wordt ondersteund nauwkeuriger afgestemde hypotheses genereren
Replicatie = voorkomen dat de ontdekking louter te wijden is aan omstandigheden waarin de test plaatsvond
Confirmation bias = neiging om info te zoeken, te interpreteren en te creëren die je hypothese ondersteund
CAUSALE RELATIE
Meestal voorkeur voor experimentele
methode : kan causaliteit aantonen
2 soorten methoden
o Experimentele methode
o Niet-experimentele methode
2
,EXPERIMENTEN
Experiment = een hypothesetest waarin iets wordt gedaan om te zien wat het effect zal zijn op iets anders
o Manipulatie van één of meerdere onafhankelijke variabelen OV
o Het effect meten van deze manipulatie op één of meer afhankelijke variabelen AV
Variatie afhankelijke variabele hangt af van variatie onafhankelijke variabele
Criteria om experimenten te beoordelen
o Operationele definities vd variabelen
Theoretische term definiëren op manier die het mogelijk maakt deze te manipuleren / meten
o Toevallige toewijzing van participanten aan condities
o Interne validiteit = kun je het resultaat dat je meet toeschrijven aan de OV?
Controleconditie (vergelijkingspunt)
Confound (storende variabele)
- Variabele die mee varieert met OV ; unieke effect van OV is niet meer te bepalen
- Agressieve programma’s leiden tot agressie bij kinderen
- Conditie 1: programma met agressie kijken in blauwe kamer Agressie door kleur
- Conditie 2: programma zonder agressie kijken in rode kamer of programma?
o Externe validiteit
Mate waarin resultaten kunnen worden toegepast en gegeneraliseerd naar andere contexten
LABORATORIUM-EXPERIMENTEN
= alle onafhankelijke variabelen & storende factoren zo veel mogelijk onder controle houden
o Interne validiteit ⇧ , externe validiteit ⇩
o Gevaar op demand karakteristieken
Kenmerken van een experiment die een bepaalde reactie lijken te vereisen
Opletten dat je niet aan de deelnemers weggeeft wat van hen verwacht wordt
o Beperking van spontaan gedrag (subject effects)
Dubbel-blind
> Proefleider weet niet welke proefpersonen tot experimentele groep of controle groep behoren
> Proefpersonen weten niet tot welke groep ze behoren
VELD-EXPERIMENTEN
= experiment uitvoeren in een meer realistische setting buiten een labo
o Interne validiteit ⇩ , externe validiteit ⇧
o Minder controle op storende factoren
o Beperking van antwoordtendensen (response sets)
Neiging om vragen te beantwoorden op een manier die de respondent het meest
complementeert ipv de waarheid te vertellen
3
, NIET-EXPERIMENTELE METHODEN
Experiment is niet steeds een geschikte methode
o Individuele verschillen zijn niet altijd te manipuleren
o Mensen zijn niet altijd random toe te wijzen aan condities
o Voorlopers en gevolgen van reële gebeurtenissen / contexten
Niet-experimentele methoden ; onderzoeken de CORRELATIE tussen natuurlijk voorkomende variabelen
≠ causale conclusies trekken
= veranderingen in ene variabele worden betrouwbaar gekoppeld aan veranderingen in andere
variabele, maar er kan niet worden bepaald welke vd 2 variabelen de verandering heeft veroorzaakt
ARCHIEFONDERZOEK
= onderzoek naar culturele producten of maatschappelijke ontwikkelingen
Gebruik maken van gegevens en rapporten die anderen verzameld hebben
>> Onderzoeker heeft geen controle over de primaire dataverzameling
>> Onderzoek kan onbetrouwbaar zijn
CASE STUDIES
= volgen van een individu of groep om een bepaalde omstandigheid / gebeurtenis verdiepend te beschrijven
Geschikt voor: onderzoek naar ongewone of rare fenomenen die je niet kunt creëren in een labo
KWALITATIEVE STUDIES
= methoden die het discours zorgvuldig uitpakken (wat mensen tegen wie zeggen in welke context)
Onderliggend verhaal identificeren ; wat mensen denken, hun beweegredenen & bedoeling discours
Discours = gebrek aan overeenkomst onder personen, groepen, dingen; meningsverschil dat daaruit voortvloeit
SURVEY ONDERZOEK
= vragenlijstonderzoek
o Open-ended: respondent kiest zelf hoe uitgebreid of bondig hij zijn antwoord maakt
o Closed-ended: vooropgestelde antwoordmogelijkheden
Geschikt voor: verzamelen van grote hoeveelheid data bij een grote groep respondenten
OBSERVATIESTUDIES
= het observeren, opnemen en coderen van gedrag zoals het voorkomt
o Onzichtbaar: studenten in een cafetaria observeren in een hoekje vd zaal
o Zichtbaar: bende observeren door lid te worden hiervan en notities te nemen
Geschikt voor: onderzoek naar spontaan gedrag in zijn natuurlijke omgeving
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Juttavc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.79. You're not tied to anything after your purchase.