De grondwet van 1848
● veel revoluties in Europa
● gaat slecht in NL (veel ziektes + mislukte oogsten)
● Thorbecke krijgt van koning Willem ll de opdracht om nieuwe grondwet te schrijven
○ Parlementair stelsel→ wetten komen van parlement
○ koning wordt niet verantwoordelijk voor beleid, maar de ministers
○ Censuskiesrecht ingevoerd→ kiesrecht dat afhankelijk is van de hoeveelheid
belasting die men betaalt.
○ 2e kamer door burgers gekozen
○ 1e kamer door Provinciale staten (volksvertegenwoordigers per provincie)
○ recht om school op eigen basis te stichten
Emancipatie (gelijkheid)
● grondwet geeft gelijke rechten aan iedere burger (drukpers, meningsuiting,
vereniging)
● iedereen die zich in huidige situatie achtergesteld voelde, gaat zich meer laten gelden:
○ Liberalen: willen hun macht niet opgeven
○ Katholieken en Protestanten: willen bijzonder onderwijs→ samenwerking
○ Socialisten: willen algemeen stemrecht
○ Vrouwen: gaan kiesrecht eisen
Liberalen verliezen macht
1) Liberalen splitsten zich vanaf 1885
a) conservatieve liberalen: volk heeft geen verstand
b) progressieve liberalen: volk verdient gelijkheid
2) opkomst politieke partijen
3) samenwerking van confessionelen (kerkelijken)
Protestanten
● antirevolutionair (tegen politieke veranderingen)
● ARP Anti Revolutionaire Partij→ eerste politieke partij in NL in 1879
● Abraham Kuyper:
○ politiek op de Bijbel gebaseerd, zelf bepalen wat je doet
○ grootste doel is bijzondere scholen→ Schoolstrijd (strijd tussen openbaar en
bijzonder onderwijs)
○ Bijzonder onderwijs: scholen die werken vanuit een geloof/religie. Wordt niet
door de gemeente wordt gevormd, maar vanuit een vereniging.
Socialisten en toenemende volksinvloed
● 1848→ Censuskiesrecht in NL. Hierdoor stemmen alleen de rijken (10%)
● de socialisten eisen algemeen mannenkiesrecht, dit lukt steeds beter
○ 1887 (20%) en 1896 (50%)
● socialisten willen meer, bereiken dit pas in 1917 en vrouwenkiesrecht in 1919
Pacificatie
● 1917→ algemeen mannenkiesrecht en bijzonder onderwijs
● De pacificatie leidt tot versterking groepsvorming, zorgt juist voor meer Verzuiling!
, ○ komt doordat ze nu eigen scholen, eigen politieke partijen en
vertegenwoordigers, eigen verenigingen en eigen media hebben
● sociale kwestie (1870-1918): het probleem van de armoede en slechte woon- en
leefomstandigheden van arbeiders als gevolg van de industriële revolutie
§4.1 Nederland verzuild
Politieke kwesties
1. sociale kwestie
a. hoeveel moet er voor de armen gezorgd worden
2. kiesrechtkwestie
a. van censuskiesrecht naar algemeen kiesrecht
3. schoolstrijd
a. 1848→ vrijheid van onderwijs, maar bijzondere
scholen moesten zelf ondernomen worden
Ontstaan verzuiling
● worden verschillende groepen (zuilen) georganiseerd om hun eigen geloven/belangen aan te
moedigen
● socialen en confessionelen voelen zich achtergesteld→ om hun doel te bereiken gaan ze
allerlei eigen organisaties oprichten→ hiermee begon de verzuiling
○ Liberalen beheersen politiek en economie
Toename verzuiling
● Na pacificatie in 1917 nam de verzuiling meer toe. Zuilen ging zich meer afzonderen:
○ leden katholieke en protestantse zuil kwamen uit verschillende bevolkingslagen
■ katholieke zuil→ meer afgesloten
■ protestanten→ verdeeld over verschillende kerken
○ socialisten minder afgesloten dan confessionelen
○ neutrale zuil→ mensen tegen verzuiling. Vooral katholieken en protestanten.
Redenen toename verzuiling:
1. succes schoolstrijd, afzondering zuilen
2. socialisten wilden inkomensgelijkheid (afkeer van andere zuilen)
3. protestanten voelden zich bedreigd door andere zuilen→ gingen zich meer afzonderen.
Samenwerking tussen de zuilen
● ondanks afzondering zuilen, was er een goede (politieke) samenwerking. Kwam door
parlementaire democratie (1917-1967):
○ goede greep van leiders op zuil
○ samenwerking tussen leiders van de zuilen
Goede greep van leiders op hun zuil
● zuil werd geleid door elite (belangrijke functie samenleving). Had goede greep op zuil:
○ veel controle over zuil
○ vaak hadden ze een dubbelfunctie: deed meerdere ‘beroepen’
○ mensen hadden vertrouwen in elite van hun zuil
Na WO II weinig verandering
● Duitsers hadden Nederlandse leiders gegijzeld→ konden overleggen en besloten dat er een
nieuwe samenleving moest komen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnvzuilen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.