Leerdoelen geschiedenis
Hoofdstuk 1-8
1.1: Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe de samenleving van de jagers-verzamelaars eruit
zag.
De jagers en verzamelaars hadden een duidelijke taakverdeling. De mannen gingen vissen en jagen
en de vrouwen en kinderen gingen noten, bessen, en ander plantaardig voedsel verzamelen. Ook
hadden ze geen vaste woonplaats. De nomaden leefden in hutten en tenten en trokken verder als er
op een plaats niet genoeg eten meer te vinden was. De mensen maakten vuur om hun eten op klaar
te maken en voor licht en warmte. Ze maakten ook hun eigen werktuigen en wapens. Het bleek ook
dat mensen al een vorm van godsdienst hadden. Ze hadden ‘Venus’ beeldjes en dat had mogelijk te
maken met voortplanting.
1.1: Je kunt in je eigen woorden uiteggen wat ongeschreven bronnen zijn en wat voor informatie
we hieruit kunnen halen.
In de prehistorie, ook wel de tijd van de jagers en boeren genoemd was er nog geen schrift. Toen dit
tijdvlak eindigde ontstond er in het Midden-Oosten het schrift. Dus de manier van leven in de
prehistorie moeten we afleiden uit ongeschreven bronnen. Dit zijn bijvoorbeeld botresten en
grotschilderingen. Hieruit haalt men informatie over die tijd.
1.2: Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de verschillen zijn tussen de jagers-verzamelaars en
de eerste landbouwsamenlevingen.
De jagers-verzamelaars trokken rond. Ze bleven dan een tijdje op een plek waar ze hutten/tenten
hadden. Als het eten op die plek bijna op was gingen ze weer verder rond trekken. Bij de
landbouwsamenleving ging alles anders. De nomaden ontdekten dat je het voedsel gemakkelijk kon
kweken door het te zaaien en oogsten. Zo konden de ook langer op dezelfde plek verblijven. Later
gingen ze steeds meer voedsel verbouwen zoals tarwe, gerst en erwten. Mensen gingen grotere
huizen en boerderijen bouwen. De mensen hadden veel voedsel verbouwd en dat sloegen ze op in
potten.
1.2: Je kunt in je eigen woorden de veranderingen uitleggen die het gevolg waren van de
agrarische revolutie.
Een oorzaak van de landbouwrevolutie heeft vermoedelijk te maken met de klimaatveranderingen.
Na de ijstijd kwamen er zachtere winters en warmere zomers. Met als gevolg dat ze in het gebied van
de vruchtbare halve maan konden ze dus goed hun voedsel verbouwen. Later werd het in Europa ook
beter weer om voedsel te verbouwen en dat is dus ook wat ze deden. Er waren ook steeds minder
dieren om op te jagen. Mensen gingen wilde dieren temmen en dat werden vervolgens huisdieren.
Als gevolg van de agrarische revolutie groeide de bevolking doordat er met akkerbouw/veeteelt veel
voedsel was, de mensen waren afhankelijk van dat eten. Een ander gevolg is dat mensen op dezelfde
plek kunnen blijven en niet hoeven te reizen.
,1.2: Je kan beschrijven hoe boeren dachten over het leven na de dood.
Boeren die overleden waren werden op een vaste plek bij hun huis begraven of gecremeerd. De
graven die gevonden waren laten zien dat de boeren in leven na de dood geloofden. Ze gingen met
hun dierbare spullen het graf in. Later werden grafkamers met grote zwerfstenen gemaakt. Ook wel
hunebedden. Dat betekent dat de boerensamenleving wel een religie ontwikkeld had.
1.3: Je kan politieke, economische en sociale veranderingen uitleggen die het gevolg waren van
het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.
Bij de jagers-verzamelaars waren mensen met een klein vast groepje van 10-20 mensen. Later bij de
boeren werd dat al uitgebreider door grotere huizen met meer voedsel. En vervolgens kwamen de
eerste steden. Een politiek gevolg is dat er een bestuur kwam in de steden en er kwamen wetten
voor de orde. Een economisch verschil is dat mensen belasting moesten gaan betalen. Een sociaal
verschil is dat er verschillen tussen mensen waren, er waren verschillende functies als baan. Je had
bijvoorbeeld een forst, priesters, ambtenaren, boeren, arbeiders etc. Nog een verschil is dat hun
vorm van religie ook veranderde, er werden mythologische verhalen (godenverhalen) verteld in de
tempels.
1.3: Je kunt in je eigen woorden uitleggen waarom het schrift is uitgevonden.
In Soemerie was een bestuur gevormd met als gevolg dat het schrift ontstond. Het spijkerschrift is
werd gebruikt om orde te houden binnen het bestuur en zo konden de mensen een overzicht krijgen
van bepaalde zaken. Het bestuur gebruikte het schrift ook om de eerste wetten te maken. Ook
hielden ambtenaren alles bij. Bijvoorbeeld wie wel en niet de belasting betaalde en hoeveel voedsel
de boeren leverden aan de graanpakhuizen. Eerst gebruikten ze een soort manier van turven en later
werden dat ook echt letters.
1.3: Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe de vroegste religies eruit zagen.
Door het schrift weten wij nu dat de eerste volkeren met een vorm van godsdienst de Egyptenaren
en Soemeriers zijn. Zij geloofden dat de goden alles bepaalden. Bijvoorbeeld of de zon op kwam en
wanneer iemand te overlijden kwam. Hiervoor gingen mensen naar tempels. Daar waren priesters
die hun verhalen vertelden over bepaalde goden. Ze dachten ook dat voor alles een andere god was.
Bijvoorbeeld een god van de donder, een god van de oogst en een god van de wijsheid. De mensen
moesten bidden en offeren, zo dachten ze rampen in de toekomst te kunnen voorkomen/beperken.
Bij de Egyptenaren werd de koning, de farao, als een god gezien.
, 2.1: Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe het gelijkheidsprincipe in de Atheense democratie
naar voren kwam.
Het gelijkheidsprincipe houd in dat rijk en arm allemaal mogen stemmen, gelijk voor de wet,
iedereen dezelfde straf en elke stem telt even zwaar. eerst was er in Athene monarchie: het werd
regeert door een koning. Er waren veel volksvergaderingen en Athene kreeg de hoogste macht.
Hiermee werd Athene de eerst democratie. Het volk besloot tijdens een volksvergadering over de
wetten en koos het bestuur. Athene was een directe democratie, de burgers kozen niet voor een
parlement, ze mochten allemaal stemmen en spreken op de volksvergaring. Vrouwen, slaven en
buitenlanders mochten niet mee beslissen. Athene had 30.000 burgers en er moesten 6000 burgers
bij de volksvergadering aanwezig zijn om tot een geldig besluit te komen.
2.1: Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen de Atheense democratie
(=directe democratie) en de huidige democratie in Nederland.
Bij de Atheense directe democratie werden dingen besloten door middel van volksvergaderingen.
Iedereen kwam dus samen om te stemmen en praten over wetten en maatregelen. Behalve
vrouwen, slaven en buitenlanders. In Athene kwam er elk jaar een nieuw bestuur en vrije Atheense
mannen boven de 30, volwassen mannen dus, werden door loting gekozen als bestuur. De huidige
Nederlandse indirecte democratie heeft veel verschillen. Zo is er in Nederland stemrecht en hebben
wij hier parlementen. In Nederland mogen alle Nederlandse burgers boven de 18 met een geldig
Nederlands paspoort stemmen. Om de vier jaar zijn er hier verkiezingen, je kan dan stemmen op
mensen van politieke partijen die ons vertegenwoordigen.
2.1: Je kan het verschil uitleggen tussen een mythologische en een rationeel- wetenschappelijke
verklaring van de wereld.
De mensen dachten dat bijvoorbeeld aardbevingen, goeie oogsten en zonlicht kwam door de goden.
Dit paste in het mythologisch wereldbeeld. De meeste mensen hielden vast aan het goden geloof. De
rationeel denkende filosofen onderzochten feiten en zochten naar logische oplossingen en
gebruikten hun verstand. Zo ontstond er natuurkunde, wiskunde en wetenschap.
2.2: Je kunt in je eigen woorden uitleggen welke bestuursvormen het Romeinse Rijk heeft gehad.
Rond 500 voor Christus was Rome een echte stad. Rome veranderde van een monarchie in een
republiek. Een senaat had de macht. Legeraanvoerders werden door de veroveringen populair.
Tussen hun braken ook burgeroorlogen uit. De succesvolle generaal Caesar ontwierp onder andere
Nederland, Frankrijk en België. In 48 voor Christus werd hij alleenheerser en liet zich benoemen tot
dictator. De senatoren wouden de republiek redden en vermoordden hem. Daarna ontstond er weer
een burgeroorlog die werd gewonnen door Caesar zijn achterneef Octavianus. Hij maakte een eind
aan de republiek en stichtte een Romeinse keizerrijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vceline2905. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.