100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Thema's maatschappijleer thema 1&2 4VWO $5.64   Add to cart

Summary

Samenvatting Thema's maatschappijleer thema 1&2 4VWO

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Thema's maatschappijleer thema 1&2 4VWO. Thema 1: Wat is maatschappijleer & Thema 2: rechtstaat

Preview 2 out of 7  pages

  • June 7, 2022
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Thema 1&2

Thema 1; Wat is maatschappijleer?
Hoofdstuk 1; Maatschappelijke vraagstukken
Er kan spanning ontstaan tussen het belang van een individu en van het Maatschappelijke problemen
collectief; wat belangrijk is voor een persoon, is niet altijd in het belang  Grote groepen mensen
van de hele groep. Er kunnen situaties ontstaan waarin visies en hebben er last van.
belangen van groepen mensen botsen en die daarom vragen om een  Er zijn er verschillende
gemeenschappelijke oplossing, dit noem je een maatschappelijk meningen over.
vraagstuk. Om botsingen te beperken maken mensen afspraken; regels  Er is veel aandacht in de
en wetten. Doordat mensen het vaak niet met elkaar eens zijn over de media erover.
 De overheid is nodig voor
afspraken, wordt er vaak gezocht naar een compromis (een
een oplossing.
overeenkomst waarbij alle partijen iets toegeven).
 Waarden  uitgangspunten/ principes die mensen belangrijk
vinden in hun leven en die daarom willen nastreven (VB. eerlijkheid, doorzettingsvermogen
& vrijheid).
 Normen  opvattingen/ regels over hoe je je op grond van een bepaalde waarde behoort te
gedragen (VB. bij de waard ‘geduld’ kan de norm ‘In een rij wacht je tot je aan de beurt bent’
horen).
 Idealen  zaken die je graag zou willen bereiken in het leven (VB. werken als hulpverlener).
Als waarden en normen van verschillende groepen in de samenleving botsen, kan er een
maatschappelijk vraagstuk ontstaan. Voorbeelden van maatschappelijke vraagstukken zijn
werkloosheid, milieuvervuiling & drugsproblematiek. Maatschappelijke vraagstukken gaan over
problemen op macroniveau; grootschalige vraagstukken of op microniveau; individueel niveau.
 Belang  het voor- of nadeel dat iemand ergens bij heeft/ iets wat je graag wilt.
 Dilemma  een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijk nadelen
hebben.
Het constant veranderen van normen, waarden en belangen noem je de dynamiek van de
samenleving, deze zijn afhankelijk de plaats, tijd en groep.
 Macht  het vermogen om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Macht die geaccepteerd is, noem je gezag. De macht van docenten en de directie op school, noem je
formele macht. Bij informele macht, bijvoorbeeld binnen een vriendengroep, beïnvloeden mensen
elkaar zonder een formeel systeem van regels. De manier waarop iemand het gedrag van anderen
kan beïnvloeden, heeft te maken met welke machtsbronnen hij heeft (VB. geld of beroep).
Sociale ongelijkheid is een ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen en politieke
macht.
 Sociale cohesie  de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij
elkaar te horen.
 Interdependentie  mensen zijn afhankelijk van elkaar.




Hoofdstuk 2; Kennis van zaken

, De media zijn de belangrijkste zenders van informatie. We
 Wie is de zender van het kunnen overal en altijd ontvanger van informatie zijn. Vanwege
bericht? het grote belang van informatie noemen we onze samenleving
 Met welk doel wordt het ook wel een informatiesamenleving.
bericht verzonden? Een bericht is nooit volledig; door ervoor te kiezen om sommige
 Is de informatie actueel?
feiten wel te benoemen en andere niet, beïnvloed je als zender
 Welke bronnen worden er in
de informatie die een ontvanger krijgt. Om te weten of de
het bericht gebruikt?
 Wordt een situatie van informatie die je ontvangt betrouwbaar is, moet je naar de
verschillende kanten bekeken? achtergrond van de informatie kijken.
(Hoor en wederhoor) Je ontwikkelt je eigen referentiekader; alles wat je bezit aan
 Komt de informatie overeen kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten. Nieuwe
met de andere bronnen? informatie die je ontvangt pas je aan je referentiekader aan
(selectieve perceptie).

 Persvrijheid  dat journalisten de vrijheid hebben om te publiceren, zonder gehinderd te
worden door de overheid of andere belanghebbenden.
 Vrijheid van nieuwsgaring  journalisten moeten toegang krijgen tot relevante documenten
en deze zonder bemoeienis van de overheid kunnen publiceren.
 Censuur  als de berichtgeving in een land gecontroleerd wordt door de overheid of door
een andere controlerende macht.
 Manipulatie  het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de ontvanger dit
merkt.
 Propaganda  hierbij wordt bewust (en bij herhaling) eenzijdige informatie gegeven met als
doel de mening van mensen beïnvloeden (dit wordt vaak gebruikt voor politieke doeleinden)
 Indoctrinatie  langdurig, systematisch en dwingend eenzijdig opvattingen worden
opgedrongen met de bedoeling dat het publiek deze kritiekloos accepteert.
 Stereotypering  hierbij heb je een vaststaand beeld van een groep mensen aan wie je
allemaal dezelfde kenmerken toeschrijft.
 Vooroordeel  een vooropgezette mening over iets/ iemand zonder kennis van zaken.
 Discriminatie  het anders behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken
die in de gegeven situatie niet van belang zijn (racisme, seksisme).
 Privacy  het recht op een privéleven.
Theorieën over macht van de media

Cultivatietheorie Agendasettingtheorie Framingtheorie
De cultivatietheorie van George Volgens de agendasetting Hi
Deze theorie houdt in dat de
Gerbner veronderstelt dat hoe theorie hebben de media niet media een onderwerp vanuit
meer tijd mensen besteden zo zeer invloed op wat mensen een bepaalde invalshoek
aan tv-kijken of ‘leven’ in de tv- denken, maar wel op waarover presenteren en daarmee de
wereld, hoe groter de kans dat ze denken. De media bepalen manier beïnvloeden waarop
ze de sociale werkelijkheid welke onderwerpen mensen mensen over iets denken
zoals die wordt verbeeld op tv belangrijk vinden en waar ze (mediaframe). Welke woorden
gaan geloven. Het verspreiden zich druk over maken. Deze worden gebruikt? Welke kant
van waarden, kennis en theorie is geformuleerd door wordt benadrukt?
ervaringen gebeurt door de Maxwell McCombs en Donald
media. Shaw.


Thema 2; rechtsstaat
Hoofdstuk 1; idee en oorsprong van de rechtsstaat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denise17112006. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.64
  • (0)
  Add to cart