Drempelinkomen = bepaalde hoogte van het inkomen, voordat mensen het producten
(kunnen) gaan kopen.
Verzadigingsinkomen = vanaf een bepaald inkomen leidt een inkomensstijging niet tot
verdere toename van de gevraagde hoeveelheid.
Hoofdstuk 3. Productie
De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct is voor te stellen met de
bedrijfskolom.
specialisatie = een bedrijf stoot activiteiten naar een andere bedrijfskolom.
parallellisatie = een bedrijf is in meerdere bedrijfskolommen actief.
integratie = bedrijven bevatten meerdere schakels uit de eigen bedrijfskolom
differentiatie = een bedrijf stoot een productiefase af
, samengaan opsplitsing
verticaal integratie differentiatie
horizontaal parallellisatie specialisatie
Variabele kosten = de kosten die veranderen als de productie verandert
- Proportioneel, stijgt evenredig
- Progressief, stijgt meer dan evenredig
- Degressief, stijgt minder dan evenredig
To = totale opbrengst = omzet = pxq
Tw = totale winst = To-Tk
q = afzet = geproduceerde hoeveelheid
p = verkoopprijs = gemiddelde opbrengst = Go
Tw = 0 is breakevenpoint is To = Tk
Maximale winst is Mo = Mk of Marginale winst = 0
Mo = Δ% To De winstmarge is maximaal als de fabrikant de
------------- productiecapaciteit volledig benut.
Δ% q
Mk= Δ% Tk De extra kosten bij uitbreiding van de productieomvang
------------- met één eenheid noemen we marginale kosten.
Δ% q
Mw = Δ% Tw De extra opbrengst bij uitbreiding van de productieomvang
------------- met één eenheid noemen we marginale opbrengst.
Δ% q
P > GTK, doorgaan met produceren
GVK < P < GTK, tijdelijk doorgaan met produceren
P > GVK, stoppen met produceren
Mo = Mk, Tw maximaal Mo = 0, To maximaal
Mo = To’ Mk = Tk’ Tw = To - Tk
Berovingsprobleem = bij een samenwerkingsverband investeert de ene partij meer in de
samenwerking dan de andere partij, waardoor de machtsverhouding verandert.
Transactiekosten = alle kosten die samenhangen met het tot stand komen en afwikkelen van
een ruil.
Verzonken kosten = kosten die als ze eenmaal zijn gemaakt niet meer kunnen worden
terugverdiend als een activiteit wordt gestaakt.
Winstmarge = (winst per product) Een positief verschil tussen de verkoopprijs en de
kostprijs.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uskebrok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.