100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Civiele rechtspleging (zeer uitgebreid!) $9.48   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Civiele rechtspleging (zeer uitgebreid!)

 97 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide aantekeningen van de colleges van Civiele rechtspleging (). De aantekeningen zijn geschreven aan de hand van de opnames van de colleges en daardoor zeer uitgebreid en vrijwel volledig meegetypt. Tot nu toe bevat dit document de aantekeningen tot en met week 6A, wanneer ik 6B af heb ...

[Show more]
Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 120  pages

  • June 7, 2022
  • June 13, 2022
  • 120
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Koerts & van mierlo
  • All classes
avatar-seller
HOORCOLLEGES CIVIELE RECHTSPLEGING 2021-2022

College 1: Inleiding tot het vak en het bewijsrecht (Koerts)

Inleiding bewijsrecht:
Algemeen:
- Belang van het bewijsrecht in civiele zaken.
- Het bewijsrecht is van belang in procedures, maar ook al voorafgaand aan procedures.
Hoe gaat een advocaat te werk als hij een nieuwe zaak binnenkrijgt? Vb. advocaat
krijgt zaak binnen van een cliënt die €10.000 heeft geleend aan meneer X en hij wil
dat geld terug krijgen en daarbij ook rente krijgen. Wat doet je als advocaat dan als
eerste? Navragen of er een overeenkomst is en of deze op papier staat. Stel de
overeenkomst is er en die heeft cliënt ook bij zich, dit ziet er wel plausibel uit vindt je
maar ben je er dan al? Nee, eerst checken of uw cliënt wel aan de overeenkomst heeft
voldaan. Hij zegt €10.000 geleend te hebben aan X, maar heeft hij dit ook echt
gedaan? Als hij dit niet heeft gedaan dan ontstaat er namelijk geen vorderingsrecht.
Wat je wil gaan doen is beslag leggen! Als je gaat procederen gaat hier vaak 8
maanden tot een jaar overheen. Wanneer je dan de procedure wint dan heb je een
vonnis waarin staat dat je cliënt recht heeft op die €10.000 maar hij heeft het nog niet.
Als je dan conservatoir beslag hebt gelegd (dus voor de procedure al) dan kun je dat
gaan innen, maar anders zul je naar de deurwaarder moeten gaan en verzoeken of
deze het vonnis gaat executeren en daarmee dus beslag leggen wanneer dit nog niet
gebeurd is. Waar kun je zoal beslag op leggen? Onroerende zaken, roerende zaken en
vorderingen. Maar wat nu als de deurwaarder wil gaan executeren maar X heeft niks
om beslag op te leggen.
Daarom: als advocaat eerst zoveel mogelijk informatie inwinnen, met name om na te
gaan of je cliënt wel een vordering heeft en of je dus wel een zaak hebt. Maar ten
tweede vraag je je ook altijd af of wanneer het op procederen aankomt of dat dan wel
zin heeft (van een kale kip valt niet te plukken). Dus eerst nagaan of er wel vermogen
is voordat je gaat procederen. En als meneer X dan vermogen heeft (bijv. een huis of
een bankrekening) dan is het verstandig dat er voorafgaand aan de procedure alvast
beslag wordt gelegd = conservatoir beslag.

Het bewijsrecht heb je dus al nodig bij de beoordeling of je een zaak hebt. Stel dat je
geen op schrift gestelde overeenkomst hebt, er is dan wel een overeenkomst
(mondeling) en dus ook een vorderingsrecht. Bewijsrechtelijk is dit lastiger omdat het
niet op papier staat. Navragen bij cliënt of er getuigen aanwezig waren bij het sluiten
van de overeenkomst (hoe meer hoe beter). Het is aan te raden om als advocaat
voordat je gaat procederen eerst maar eens te laten vast stellen dat de overeenkomst
bestaat door een zogenaamd voorlopig getuigenverhoor.

Dit zijn allemaal dingen die je je als advocaat tijdens je eerste bespreking met je
cliënt al moet afvragen. Wie krijgt straks de bewijslast? Wie moet straks bewijzen?
Als je dat als advocaat moet dan moet je er wel voor zorgen dat je ook al die
bewijsmiddelen hebt, want heb je ze niet (zullen we zien) dan heeft het eigenlijk ook
geen zin om te gaan procederen. Want dan kun je privaatrechtelijk wel een vordering
hebben, maar je zult niet het gelijk van de rechter krijgen.

, Nog een voorbeeld: koopovereenkomst. De koper wil de koopovereenkomst ontbinden. Art.
6:265 BW: je kunt ontbinden bij iedere tekortkoming en in sommige gevallen is er ook nog
verzuim nodig. Stel dat er een tekortkoming is, de verkoper heeft niet geleverd en stel ook dat
er sprake moet zijn van verzuim. Als je dan als eisende partij de overeenkomst ontbonden wil
hebben en dit vordert bij de rechter, dan moet je wel stellen dat er een overeenkomst is, je
moet stellen dat de wederpartij (verkoper) die overeenkomst niet is nagekomen (omdat hij
niet heeft geleverd) en als er sprake moet zijn van verzuim moet je ook stellen dat de
wederpartij (verkoper) in verzuim is. Als je dat laatste vergeet dan is je procedure kansloos!
Maar: stel de advocaat heeft alles netjes gedaan maar de wederpartij vergeet te betwisten dat
er sprake is van verzuim. Dan is voor hem ook de zaak klaar, maar in negatieve zin → het
staat dan vast dat er sprake was van verzuim! Zelfs als het niet zo is materieelrechtelijk (=
verschil procesrechtelijke en materieelrechtelijke waarheid).

- Belang van goede beheersing van het bewijsrecht.

- Plaats van het bewijs(recht) in het civiele proces.

- Plaats van het bewijsrecht in de wet: overal verspreid door de hele wet, maar het
kernonderdeel staat in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), art. 149 e.v. Rv.
Negende Afdeling van de Tweede Titel.

Toepasselijkheid:
- In dagvaardings- en verzoekschriftprocedures?
- Dagvaardingsprocedures: Ja.
- Verzoekschriftprocedures: Ja en nee, art. 284 Rv. Het bewijsrecht is in
verzoekschriftprocedures ook van toepassing, tenzij de aard van de zaak zich
daartegen verzet.
- Deze uitzondering (‘tenzij’) is bijvoorbeeld het geval in familierechtzaken
waar voorlopige voorzieningen worden gevraagd, daarvan heeft de rechter
meermalen uitgemaakt dat het zo’n bijzondere procedure is die meestal ook
vrij snel moet, vanwege die snelheid is er geen ruimte voor allerlei
bewijsrechtelijke perikelen (geen plaats/geen tijd). Dan verzet de aard van de
procedure zich tegen toepassing van het bewijsrecht.
- In kort geding? Kort geding is een dagvaardingsprocedure dus dan zou je zeggen dat het
bewijsrecht daar gewoon van toepassing is, maar dat is niet zo. Dit staat niet in de wet. Dit
heeft de HR al decennialang zo bepaald. Het kort geding moet allemaal snel (spoedeisend
belang), dan is er geen tijd om bijv. allerlei getuigen te gaan horen. Dus vanwege het
spoedeisende karakter van het kortgeding heeft de HR gezegd (vaste jurisprudentie) dat het
bewijsrecht in kort geding niet van toepassing is. Let op: dit betekent niet dat de
kortgedingrechter het bewijsrecht niet mag toepassen! Hij mag best aanknopen bij de regels
van de bewijslastverdeling (stelplicht, bewijslast) maar is het in geen geval verplicht!
- In eerste aanleg, in hoger beroep en in cassatie? In eerste aanleg geldt het bewijsrecht
volledig. Het geldt ook volledig in hoger beroep, wel met hier en daar een nuance verschil
(daar komen we nog over te spreken). In hoger beroep is het allemaal wat strakker/strenger. In
cassatie toetst de HR of het bewijsrecht juist is toegepast, dat is wat anders dan het echte
toepassen van het bewijsrecht. De HR gaat zelf geen getuigen horen, de HR neemt alles als
vaststaand aan wat de lagere rechter daarover heeft vastgesteld.

,Plaats en kaders:
- Partijautonomie (?) vs. (?) lijdelijke civiele rechter (?).
Hier staan de nodige vraagtekens. Het is namelijk maar de vraag of het een tegenstelling is, je
zou prima kunnen stellen dat het communicerende vaten zijn of zelfs begrippen die in elkaars
verlengde liggen. Maar je kunt je ook afvragen in hoeverre er heden ten dagen nog sprake is
van partijautonomie en/of lijdelijkheid van de rechter.

Partijautonomie = partijen beslissen of er geprocedeerd wordt, partijen bepalen de omvang
van de procedure (waarover geprocedeerd wordt), partijen kunnen ook samen bepalen dat een
procedure ten einde komt zonder dat de rechter een uitspraak gedaan heeft.

Lijdelijkheid civiele rechter = de rechter is passief. Vroeger was dit zo extreem dat de
rechter niks zei, hij leunde achterover luisterde naar wat partijen te vertellen hadden en
wanneer partijen uitgesproken waren trok de rechter zich terug en schreef hij een vonnis. Zo
is het tegenwoordig niet meer, de rechter is actiever en dit wil de wetgever ook. Zo hebben
rechters tegenwoordig veel meer invloed op de voortgang van de procedure, de snelheid, de
rechters kunnen veel strakkere termijnen stellen en die ook handhaven. Een ander voorbeeld
waaruit blijkt dat de rechter steeds actiever wordt en ook moet worden is in de wet te vinden
→ art. 87 e.v. Rv = mondelinge behandeling. Als je die artikelen doorleest zie je dat de
rechter een heleboel bevoegdheden heeft gekregen om die mondelinge behandeling in te
richten naar zijn goeden.
- Waarom wil de wetgever dat de rechter actiever wordt? Dat heeft er mee te maken dat
het nog wel eens voorkwam dat zo’n leidelijke civiele rechter er eigenlijk voor zorgde
dat zijn vonnis beruste op onwaarheden. Immers als de ene partij iets zei wat niet
waar was en de andere partij zei daar niets over dan stond dat vast. Dat soort rare
gevolgen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen en daarom heeft de wetgever
(en in het spoor van de wetgever ook de HR) de civiele rechter meer en meer de
opdracht gegeven actief op zoek te gaan naar de materiële waarheid. Tegenwoordig
zou de rechter een vraag moeten stellen als: U zegt wel dat er een overeenkomst is
maar waar blijkt dat dan uit? Als daar geen antwoord op komt of onvoldoende
antwoord op komt dan kan zo’n rechter ook zeggen dat het wel gesteld is maar
onvoldoende gemotiveerd gesteld is en dat hij het dus niet aanneemt. Dus: die
waarheidsvinding die vroeger voorbehouden was aan de strafprocedure komt meer en
meer ook terug in de civiele procedure.

- Processuele waarheid en materiële waarheid.
- Historische ontwikkeling.
- Heden ten dage.
- Toekomst: wetsvoorstel Modernisering Bewijsrecht.
- Hiermee wordt de rechter nog actiever.

Het doel van de wetgever en de Hoge Raad is het zoeken naar de materiële
waarheid, wat is er nou echt gebeurd? En daarop moet de rechter zijn vonnis baseren.

Kennen we in het civiele recht ook zoiets als onrechtmatig verkregen bewijs (zoals in het
strafrecht)? Ja, maar we doen er eigenlijk niet zoveel mee. Civielrechtelijk bewijs kan
onrechtmatig worden verkregen (dat is op zich al een onrechtmatige daad, maar daar heb je in

, de procedure niet zoveel aan), maar dat leidt er niet automatisch toe dat dat bewijs niet
gebruikt mag worden in een procedure door de rechter. Dat kan wel →zie HR
Achmea/Rijnberg.

- HR Achmea/Rijnberg: onrechtmatig verkregen bewijs is wel bewijs en aangezien we hier zo
graag toe willen naar de materiële waarheid is het wel spijtig dat het bewijs onrechtmatig is
verkregen, maar het is wel bewijs van wat er echt is gebeurd. Dus de rechter mag dat niet
zomaar terzijde leggen. Dit mag de rechter wel wanneer er sprake is van bijzondere
bijkomende omstandigheden (hoge drempel!).
In de zaak van Achmea/Rijnberg ging het om verzekeraar Achmea en meneer
Rijnberg (verzekerde) die bij Achmea een arbeidsongeschiktheidsverzekering had. Op een
gegeven moment raakte hij arbeidsongeschikt en heeft Achmea uitgekeerd. Maar Achmea had
het idee dat meneer Rijnberg de boel belazerde en daarom hebben zij meneer Rijnberg een
vragenlijst gestuurd waarin hij moest uitleggen wat er met hem aan de hand was. Maar dat
niet alleen, ze hebben meneer Rijnberg ook gedurende een week laten schaduwen door een
privédetective. Het laten schaduwen van iemand is een vrij grove schending van het recht op
eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Een dergelijke inbreuk op een grondrecht als
dat is volgens het hof in deze zaak altijd onrechtmatig, behoudens een rechtvaardigingsgrond
maar daar is hier geen sprake van. De privédetective had gezien dat meneer Rijnberg bij wijze
van spreken fluitend de deur uit rende en nergens last van had, terwijl hij tegen Achmea had
gezegd dat hij verschrikkelijke rugklachten had en eigenlijk alleen maar in bed kon liggen.
Dus zei Achmea ‘je bent helemaal niet arbeidsongeschikt, terugbetalen’. Dat dit onrechtmatig
verkregen bewijs was stond vast, maar betekende dit ook dat het hof dit bewijs niet mocht
gebruiken. Het hof oordeelde van wel, zij heeft het bewijs terzijde gesteld en niet gebruikt. De
Hoge Raad was het hier mee eens. Maar zoals we al hiervoor zagen mag onrechtmatig bewijs
alleen maar tot bewijsuitsluiting leiden bij bijzondere bijkomende omstandigheden →
waarom was dit in deze zaak zo? Omdat Achmea een verzekeraar is en de verzekeraars in
Nederland zijn verenigd in een verbond van verzekeraars die samen een gedragscode hebben
opgesteld waarin ze hebben opgeschreven hoe ze met dergelijke situaties moeten omgaan en
hoe ze het recht op privacy van verzekerden moeten bewaken (proportionaliteit,
subsidiariteit). Zo bleek uit de gedragscode dat je niet iemand ging laten schaduwen als je niet
eerst hebt geprobeerd op een andere manier aan je informatie te komen (beginsel van
subsidiariteit). Dat had Achmea in deze zaak nagelaten. Dus Achmea had in strijd gehandeld
met de gedragscode waar ze aan was gebonden als verzekeraar en dat was een bijzondere
bijkomende omstandigheid wat maakt dat het hof het rapport van de privédetective terzijde
legt en daarop geen acht slaat bij de beoordeling van de vordering. En de Hoge Raad vond dat
goed.


- Art. 23 t/m 25 Rv (Eerste Titel → algemeen deel = op alle procedures van toepassing).
- Art. 23: beslissen op het gevorderde/verzochte.

- Art. 24: ‘op grondslag van’ (verbod op aanvulling feitelijke grondslag; grenzen van
de rechtsstrijd).
- Als je de jurisprudentie van de HR leest zie je dat dit eigen neerkomt op een
verbod voor de rechter om de feitelijke grondslag aan te vullen. Let op: dat is
wat anders dan het aanvullen van de feiten, dat mag de rechter ook niet, maar
dat staat in art. 149 Rv.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leonievandis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.48  13x  sold
  • (0)
  Add to cart