HC1 Steden en Burgers in de Lage Landen (1050 - 1700)
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk
(1050–1302)?
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch-urbane samenleving
Na 1000 herleefde de landbouwstedelijke samenleving in West-Europa. De landbouw ging
meer opbrengen. Er ontstonden duizenden steden waar handelaren en ambachtslieden
leefden.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Steden werden zelfstandiger doordat edelen hun steeds meer rechten verleenden, in ruil
voor geld. Door hun rijkdom en vrijheid hadden de steden een grote aantrekkingskracht op
de bewoners van het platteland. De macht in steden kwam in handen van een elite van rijke
kooplieden.
Vanaf de 11e eeuw deed zich in Europa een aantal veranderingen voor. De
landbouw veranderde → meer grond beschikbaar voor de landbouw, betere
technieken zoals het drieslagstelsel en de juk, de bevolking groeide, de handel
bloeide op (onder andere door de toenemende veiligheid) en er ontstond weer
een monetaire economie (geldeconomie) van grotere omvang. In het noorden ontwikkelde
vooral Vlaanderen (blauwe banaan) zich tot een van de meest verstedelijkte gebieden van
Europa. Om hun economische belangen te beschermen kregen, bevochten en kochten
stedelingen zelfbestuur in de vorm van stadsrechten. Horigen boeren vestigden zich in
steden en maakte afspraken met vorsten en hoge adel. De vorst gaf stadsrechten in ruil voor
belasting. Voorbeelden van deze stadsrechten: eigen wetten en rechtspraak, stadsmuren,
jaarmarkten organiseren, tol heffen en het recht op het oprichten van gilden. Vanwege hun
marktfunctie vertakte het netwerk tussen die steden en het verzorgingsgebied (gebied dat
voor producten en diensten op een stad is aangewezen) zich steeds fijner. Om zichzelf in
stand te houden had de stad een constante toestroom nodig van kapitaalkrachtige of
kundige aspirant-poorters. Startpunt van stedelijke dynamiek (levendigheid) in de
Nederlandse gewesten was Atrecht. Door de hoge landbouwproductiviteit en de
schapenhouderij in de regio veroverde die stad een centrale plaats in de lakennijverheid
(geweven en vervilte wollen stof). Handelaren in deze bisschopsstad vonden aansluiting op
een handelsnetwerk dat zich via jaarmarkten (markt die elk jaar op een vaste tijd wordt
gehouden) in Frankrijk uitstrekte tot de Italiaanse stadstaten. Rijke kooplieden versterkten
hun positie door zich te organiseren in koopliedengilden. Ook door leningen te verstrekken
aan edellieden kregen ze het stadsbestuur in handen. Tegen 1300 werd Atrecht als centrum
van nijverheid overvleugeld door Vlaamse steden als Brugge, die via de Noordzee
aansluiting vonden op de handel met steden van de Hanze (verbond van handelssteden aan
de Noord- en Oostzee), maar ook met gebieden in Spanje en Italië. Patriciërs (lid van een
vooraanstaande familie) in Vlaamse steden knoopten banden aan met de adel en maten
zich steeds meer een adellijke levensstijl aan. Tussen hen en het gemeen (lagere
bevolkingsklasse) aangevoerd door ambachtslieden, ontstonden steeds meer spanningen
over bestuur en over werkomstandigheden. Met de Guldensporenslag (strijd tussen
, Vlaamse ambachtslieden en boeren en het Franse leger) lieten Vlaamse ambachtslieden en
boeren in 1302 zien dat ze waren opgewassen tegen patriciërs en feodale heren.
Handel en stedelijke burgerij
Vlaanderen
- Een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa
- Vanwege marktfunctie ontstond er een netwerk
- Steden hadden nieuwe poorters (burgers) nodig
- In de meeste steden bestond het bestuur uit een raad
van schepenen → de graaf van Vlaanderen koos
patriciërs als schepenen voor het leven → het
stadsbestuur werd een kleine, rijke elite → leidt tot
machtsmisbruik → er ontstaat een conflict tussen de
patriciërs en het gemeen → de guldensporenslag
Atrecht
- Begin van de stedelijke bloei in Nederlandse gewesten
- Landbouwproductiviteit was hoog
- Schapenhouderij was succesvol → centrum van lakennijverheid
- Handelsnetwerk via Franse jaarmarkten naar Italiaanse stadstaten
- Het was een bisschopsstad en had dus goed contact met Rome
- Rijke kooplieden vestigden hun positie en verenigen zich in koopliedengilde
- Deze kooplieden verstrekken leningen aan edelen en komen in het stadsbestuur
Brugge
- Vindt via de Noordzee aansluiting bij handelsnetwerk Hanze
- Brugge is één van de vier grote handelsposten
- Handelscontacten in Spanje en Italië
- Brugge wordt het centrum van de wol- en lakenhandel
- Eerste kapitaalmarkt
- Rijke handelaren gedragen zich steeds meer als edelen (patriciërs)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uskebrok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.