100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie vwo 2 thema 5 samenvatting $3.33   Add to cart

Summary

Biologie vwo 2 thema 5 samenvatting

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie vwo 2 them 5 over Waarneming gedrag en regeling - zintuigen - impulsen - zenuwstelsel

Preview 3 out of 5  pages

  • June 7, 2022
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 2
avatar-seller
Waarneming gedrag en regeling thema 5

Basisstof 1 je omgeving waarnemen

Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen. Een zintuig is een orgaan dat
reageert op prikkels, bijvoorbeeld op licht, geluid, geur en aanraking. In de zintuigen liggen
zintuigcellen. Zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen die verbonden zijn met de
hersenen. ALs zintuigcellen prikkels ontvangen, ontstaan in de zintuigcellen impulsen, een
soort elektrische sientjes. De zenuwen geleiden de impulsen naar de hersenen. Alle
zintuigen samen vormen het zenuwstelsel.
Je hebt 6 zintuigen:
● horen
● zien
● voelen
● proeven
● evenwicht
● ruiken



In de huid liggen vier zintuigen waarmee je iets kunt voelen:
● warmtezintuigen: reageren wanneer de huid in aanraking komt met iets wat warmer
is dan de huid.
● koudezintuigen: reageren wanneer de huid in aanraking komt met iets wat kouder is
dan de huid.
● drukzintuigen: reageren wanneer er op de huid wordt gedrukt.
● tastzintuigen: reageren op lichte aanraking, met je tastzintuig kun je waarnemen
hoe voorwerpen aanvoelen bijvoorbeeld ruw of glad, de tastzintuigen liggen in
tastknopjes.

Je kan ook pijn waarnemen. Pijn neem je waar met pijnpunten: dat zijn uiteinden van
bepaalde zenuwen. Pijnpunten komen op allerlei plaatsen voor in je lichaam, ook in dieper
gelegen organen.

,Basisstof 2 Voelen, ruiken en proeven

De huid bestaat uit 2 delen de opperhuid en de lederhuid. De opperhuid bestaat uit 2 lagen
de hoornlaag en de kiemlaag.De hoornlaag bestaat uit resten van dode cellen. De
hoornlaag beschermt je lichaam tegen beschadigingen, tegen uitdroging en tegen
ziekteverwekkers (bacteriën). De hoornlaag slijt steeds aan de buitenkant af. De kiemlaag
bestaat uit levende cellen. De onderste laag van die cellen deelt zich voortdurend. Daardoor
komen er steeds nieuwe kiemlaag cellen bij. De bovenste kiemlaag cellen schuiven op naar
buiten en verhoornen. Dat wil zeggen dat ze veel hoornstof maken. Hoornstof komt voor in
nagels en in haren. Als de cellen zijn verhoornd sterven ze af.

In de lederhuid liggen de warmte, koude en tastzintuigen. De zintuigcellen van de
tastzintuig liggen in tastknopjes vlak onder de kiemlaag,net als de warmte en
koudezintuigen. De zintuigcellen van de drukzintuig liggen dieper. Verder liggen er in de
lederhuid zenuwen met pijnpunten, haarspiertjes, bloedvaten en zweetklieren.
De zweetklieren produceren zweet. Door verdamping van zweet koelt je lichaam af. De huid
helpt op deze manier bij het regelen van de lichaamstemperatuur. Een haarzakje is een
uitstulping van de kiemlaag in de lederhuid. Een haar groeit van onderuit het haarzakje door
de opperhuid heen. In de haarzakjes bevinden zich talgklieren, die talg produceren. Talg is
vettig en houdt de haren en de hoornlaag soepel.
Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel. Hierin ligt vet opgeslagen dat dient als
reservevoedsel. Het vet vormt een isolerende laag, die warmteverlies van het lichaam
tegengaat.

Een brandwond is een beschadiging van de huid die wordt veroorzaakt door warmte, een
chemische stof of elektriciteit. Op de plaats van een brandwond is de huid stuk en is er dus
geen bescherming meer. Bacteriën kunnen dan gemakkelijk binnendringen, waardoor een
infectie kan ontstaan. Ook verlies je meer vocht en warmte. Het lichaam kan de opperhuid
wel herstellen, maar als de lederhuid kapot gaat, komt die niet meer terug.

Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. De reukzintuigcellen liggen in het
neusslijmvlies. Ze worden geprikkeld als er geurende gassen bij komen en sturen dan
impulsen naar de hersenen. In de neusholte liggen veel verschillende typen
reukzintuigcellen. Elk type is gevoelig voor een bepaalde geurstof. Hierdoor ontstaat een
patroon van impulsen in de reukzenuw. Je hersenen vertalen deze impulsen en je ruikt de
geur. In het oppervlak van de tong bevindt zich het smaakzintuig. Over je tong lopen veel
fijne groefjes. Aan de zijkanten van die groefjes liggen smaakknopjes. In de smaakknopjes
liggen smaakzintuigcellen.
De smaakzintuigcellen in de tong kunnen vijf verschillende smaken onderscheiden: zoet,
zout, zuur, bitter en umami (‘hartig’).

, Basisstof 3 Horen en zien

Met de gehoorzintuig neem je geluiden waar. Geluiden zijn trillingen van de lucht de
oorschelp vangt deze trillingen op. Via de gehoorgang komen geluiden bij het
trommelvlies. In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes die oorsmeer produceert. Het
oorsmeer houdt het trommelvlies soepel, zodat het goed kan trillen.

Achter het trommelvlies ligt de trommelholte. Hierin bevinden zich de drie gehoorbeentjes:
hamer, aambeeld en stijgbeugel. De stijgbeugel is verbonden met het venster: een dun vlies.
Aan de andere kant van het venster ligt het slakkenhuis. Dit bestaat uit drie kanalen die in
een spiraal zijn opgerold. De kanalen zijn gevuld met vloeistof.
Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes aan het trillen. De gehoorbeentjes geven de
trillingen door aan het venster in het slakkenhuis. De vloeistof in de kanalen van het
slakkenhuis gaat trillen. In het middelste kanaal liggen zintuigcellen. Deze worden geprikkeld
door de trillingen van de vloeistof. In de zintuigcellen ontstaan impulsen. De gehoorzenuw
geleid de impulsen naar de hersenen.

De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte. De wanden van de
buis liggen meestal tegen elkaar aangedrukt, zodat de buis dicht is. Als je slikt of gaapt, gaat
de buis open. Dit is nodig om het trommelvlies goed te laten trillen.

Het harde oogvlies is het witte gedeelte van je oog. Aan het harde oogvlies zijn
oogspieren bevestigd. De oogspieren draaien de ogen in de gewenste richting.Het
gekleurde gedeelte van het oog heet iris. In de iris zit een opening: de pupil. Door de pupil
komt licht het oog binnen. Over de iris en de pupil heen ligt het doorzichtige hoornvlies.
Onder de huid boven de ogen liggen traanklieren. Deze produceren traanvocht. Door te
knipperen verspreiden de oogleden het traanvocht over de ogen. Het traanvocht beschermt
de ogen tegen uitdroging en reinigt de ogen. De oogbol is voor het grootste deel gevuld met
een geleiachtige massa: het glasachtig lichaam. Achter de iris en de pupil bevindt zich de
lens. De lens zorgt ervoor dat je scherp kunt zien.
De wand van een oog bestaat uit drie lagen: het harde oogvlies, het vaatvlies en het
netvlies. Het vaatvlies bevat veel bloedvaten. Het zorgt voor de voeding van het oog. In het
netvlies liggen de zintuigcellen. In de zintuigcellen ontstaan impulsen als er licht op valt. De
oogzenuw geleid de impulsen naar de hersenen.
In het netvlies recht tegenover de pupil ligt de gele vlek. Met de zintuigcellen in de gele vlek
kun je het scherpst zien. De plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, heet
blinde vlek. In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.
De functie van de pupilreflex: regelen van de hoeveelheid licht. De pupilreflex beschermt
de zintuigcellen in het netvlies tegen te fel licht.

Bijziend: Verziend:
Alleen dichtbij scherp zien Alleen veraf scherp zien
Ooglens is te bol of de oogbol te lang Ooglens is te plat of oogbol te kort
Beeld komt voor het netvlies terecht Beeld komt achter het netvlies terecht
Bril of contactlenzen met holle lenzen Bril of contactlenzen met bolle lenzen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julawigchers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85073 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.33
  • (0)
  Add to cart