Aardrijkskunde: Arm en Rijk Samenvatting
Shannon Nouwen, H5D
Hoofdstuk 3
3.1 Rond 1900 is Groot-Brittannië door de industrialisatie een machtig land en India
een exploitatiekolonie. Australië wordt gebruikt als vestigingskolonie. Na de Tweede
Wereldoorlog werd India onafhankelijk (dekolonisatie). Veel Indiërs zijn na de
onafhankelijkheid om economische redenen naar Groot-Brittannië geëmigreerd.
Mede hierdoor is er een multiculturele samenleving in Groot-Brittannië ontstaan.
De snelle verstedelijking in Groot-Brittannië begon met de opkomst van de
industrialisatie. In India is de verstedelijking veel later op gang gekomen. De Indiase
steden hebben een tweedeling: rijke mensen in gated communities, en arme
mensen in slums. Na de Tweede Wereldoorlog vond in Groot-Brittannië de-
industrialisatie plaats (verandering naar een diensteneconomie). De oude
industriegebieden raakten in verval door de concurrentie vanuit de lagelonenlanden.
Dienstverlenende bedrijven vestigden zich in de stad. Er vond hoge werkloosheid en
dalende inkomsten plaats. De regionale ongelijkheid binnen Groot-Brittannië neemt
toe.
3.2 Het welvaartspeil bepaalt hoe ontwikkeld een land is. Ook binnen landen is de
ontwikkeling niet gelijkmatig verdeeld. Het bruto nationaal product per inwoner is de
meest gebruikte indicator om ontwikkeling te meten. Hierbij wordt het totale inkomen
gedeeld door het aantal inwoners (bnp/inwoners). Dit is een gemiddeld inkomen. In
ontwikkelingslanden is het bnp vaak ongelijk verdeeld, omdat er een economische
ongelijkheid is. Het bruto regionaal product is daarom ook zeer verschillend. Daarom
zijn de cijfers uit arme landen vaak onbetrouwbaar, wat een goede vergelijking lastig
maakt. Ook kan de wisselkoers verschil maken bij een vergelijking. Ten slotte zijn er
verschillen in koopkracht. Daarom wordt er ook wel gekeken naar het bruto
binnenland product (bbp). Hierbij gaat het om de productie die binnen een land
verdiend wordt.
De Human Development Index gaat uit van 3 kenmerken: bnp per inwoner,
levensverwachting en analfabetisme. De hdi is een gemiddeld indexcijfer waardoor
het geen informatie geeft over de verschillen in een land.
De samenstelling van de beroepsbevolking is ook een indicator voor ontwikkeling. In
ontwikkelingslanden werken veel mensen in de landbouwsector, in ontwikkelde
landen is dit aandeel gering. De verhouding tussen het aantal werkenden in de
sector en de inkomsten per sector zegt iets over de productiviteit.
Tijdens de koloniale periode is er een afhankelijkheidsrelatie in het wereldsysteem
ontstaan tussen centrum en periferie. Het centrum beheerst 80% van de
wereldhandel. Hier zijn de hoofdkantoren van multinationals gevestigd. In het
centrum is de productie hoog en de bevolking koopkrachtig. De periferie wordt
gekenmerkt door afhankelijkheid, gebrekkige technologie en lage productie. In de
handelsrelaties met het centrum is de ruilvoet vaak ongunstig, waardoor de
welvaartskloof tussen rijke en arme landen groter wordt. Door het verplaatsen van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannonnouwen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.