Summary Economics of Strategy, ISBN: 9781119042303 International Competitive Analysis Strategy (ICAS) (EBC4044)
All for this textbook (1)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bedrijfskunde
Organisatie En Omgeving
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
lisannealting2003
Reviews received
Content preview
Samenvatting Organisatie & Omgeving
Week 1; hoofdstuk 1
Hoe kan het dat de verkopen stijgen als de prijs daalt?
Wet van de vraag: Wanneer er twee identieke producten op de markt zijn, en een product
verlaagt in prijs terwijl het ander product gelijk blijft, zullen de verkopen van het product die
zijn prijs verlaagt stijgen. Hogere opbrengst hangt af van prijs/kwaliteit relatie.
Prijselasticiteit: Wanneer de prijs wordt verlaagd kan de hoeveelheid toenemen. Hogere
opbrengst.
Totale kostenfunctie Geeft de verhouding van de totale kosten en de geproduceerde output weer.
Efficiëntie relatie Laat zien hoeveel de kosten stijgen als de productie stijgt. Zo kan je dus zien
wat het optimaalste is.
Gemiddelde kostenfunctie Geeft de gemiddelde kosten weer; Ac zijn de gemiddelde kosten, TC
de totale kosten en Q de hoeveelheid.
A
C
¿
T C
Q
Economies of scale Wanneer je meer produceert zullen je kosten dalen
Diseconomies of scale Wanneer je meer produceert zullen je kosten stijgen.
Constante schaalvoordelen De kosten blijven gelijk wanneer de output stijgt
Minimum efficiënte schaal Het laagste productieniveau waarbij je schaalvoordelen kunt behalen.
Marginale kosten Kosten die ontstaan wanneer je 1 ding meer produceert. De formule hiervoor is:
M
C
¿
T C ( Q + d Q ) −T C ( Q )
d Q
Voorbeeld marginale kosten Stel je produceert normaal 100, en je produceert nu 101. Bij een
productie van 100 zijn je totale kosten 5 euro per product;
M
C
¿ = 5.
5∗( 100 + 1 ) − 5∗( 100 )
1
Verschil marginale en gemiddelde kosten:
Stel er wordt meer geproduceerd, maar de gemiddelde kosten dalen, dan zullen de marginale
kosten lager zijn dan de gemiddelde kosten Want; stel er wordt 1 product toegevoegd en de
, gemiddelde kosten dalen hierdoor, dan moeten de kosten van dat ene product wel veel lager
zijn dan de gemiddelde kosten
Stel er wordt meer geproduceerd maar de gemiddelde kosten stijgen, dan zullen de marginale
kosten hoger zijn dan de gemiddelde kosten Want; stel er wordt 1 product toegevoegd en
de gemiddelde kosten dalen flink, moet dit product wel meer kosten dan de gemiddelde kosten
Stel de gemiddelde kosten zijn zo laag mogelijk, dan zullen de marginale kosten en de
gemiddelde kosten gelijk aan elkaar zijn.
Lange termijn en korte termijn kosten
Een bedrijf moet zijn productiefaciliteit aanpassen op hoeveel het bedrijf denkt te gaan produceren.
Als het bedrijf denkt niet veel te gaan produceren hebben ze een minder grootte productiefaciliteit
nodig. Op lange termijn kan een bedrijf zijn productiefaciliteit wel aanpassen, dit kan schaalvoordelen
met zich mee brengen.
S
A
C
( g e m i d d e l d e k o s t e n o p k o r t e t e r m i j n )
¿
A
F
C
( g e m i d d e l d e v a s t e k o s t e n )
+ ¿ A
V
C
( g e m i d d e l d e v a r i a b e l e k o s t e n )
¿
Verschil verzonken kosten en vermijdbare kosten
Verzonken kosten zijn kosten zijn nou eenmaal gemaakt moeten worden en die niet meer
terug gedraaid kunnen worden (vaste kosten zijn niet altijd verzonken kosten want soms
kunnen vaste kosten ook vermeden worden)
Vermijdbare kosten zijn kosten die gemaakt hadden hoeven worden en zonde zijn
Economische kosten en boekhoudkundige kosten
Boekhoudkundige kosten Kosten die gemaakt zijn in het verleden kunnen worden gebruikt
voor besluitvorming
Economische kosten Oppurtiniteitskosten, dit wil zeggen dat deze kosten de waarde
uitdrukken van een beter alternatief waar je niet voor hebt gekozen.
E
c
o
n
o
m
i
s
c
h
e
w
i
n
s
t
¿
b
o
e
k
h
o
u
d
k
u
n
d
i
g
e
w
i
n
s
t
−¿ ( e c o n o m i s c h e k o s t e n− b o e k h o u d k u n d i g e k o s t e n )
Prijselasticiteit
EPV = %V er a n d er in g v r a a g
%V e r a n d e ri n g p r i j s
< 1, de vraag is inelastisch
= > 1 de vraag is elastisch
Merkniveau en industrieniveau
Stel een oliebedrijf verhoogt zon prijs en daarmee daalt zijn hoeveelheid, dan zal op merkniveau de
vraag elastisch zijn. Maar op industrieniveau hoeft dit niet perse en zal de vraag nog inelastisch zijn,
want de kopers gaan wel naar een andere oliebedrijf.
, Opbrengsten vernietigingseffect Als een bedrijf meer wil verkopen dan zou het bedrijf zijn
opbrengsten moeten verlagen. Het bedrijf verliest echter dus wel opbrengsten omdat hij zijn prijs heeft
verlaagd. Hierdoor zullen de marginale opbrengsten altijd lager zijn dan de prijs.
Marginale opbrengsten positief of negatief als gevolg van de prijselasticiteit
M
R
( Q )
¿
P
1
( ¿ 1 ¿− ¿ ¿ ¿ )
n
P = Prijs en n = prijselasticiteit
Ideale hoeveelheid output = Mo = Mk (MR = MC)
Contributiemarge = Verkoopprijs – variabele kosten
P
e
r
c
e
n
t
a
g
e
c
o
n
t
r
i
b
u
t
i
e
m
a
r
g
e
¿
w i n s t p e r e e n h e i d
o p b r e n g s t p e r e e n h e i d
Week 1; hoofdstuk 2
Bedrijven in 1840: Voornamelijk familiebedrijven en gebrekkige infrastructuur
Bedrijven in 1910: Opkomst massaproductie, grotere organisaties, nadruk op treinverkeer,
financiering beter toegankelijk, aandelen verhandelen
Bedrijven nu: Samenwerkingen allianties, veel informatie, meer transport mogelijkheden, overheid
heeft sturende regulerende rol.
Week 2; hoofdstuk 1
Gemiddelde kostenfunctie De relatie tussen de gemiddelde kosten en de output
Op korte termijn is de gemiddelde kostenfunctie een u vorm. In het begin zullen er veel kosten worden
gemaakt, vervolgens zullen de kosten dalen als de productie toeneemt, daarna zullen de kosten weer
stijgen omdat als een bedrijf hun productie uit wil breiden dit ook kosten met zich mee brengt.
Op lange termijn is de gemiddelde kostenfuntie een l vorm. De kosten zullen dan dalen als de
productie toeneemt tot de minimum efficiëntie schaal (MES) De kosten zijn op dit punt stabiel en
zullen in een rechte lijn lopen.
Economies of scope Een onderneming bespaart kosten door een grote variëteit aan producten te
hebben
Synergie (1+1 = 3) Het maken van twee producten is meer waard dan het maken van 1 product.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannealting2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.