Noem de vier principes van groei in de babytijd en geef van elk principe een korte omschrijving
Cefalocoudale Het principe dat groei een patroon vormt dat begint met het hoofd en de
principe bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt naar de rest van het
lichaam.
à richting vd groei
Vb. ontwikkeling vh hoofd vindt eerder plaats dan de ontwikkeling van
de voeten
Proximodistale Het principe dat de ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons
principe lichaam naar buiten toe volstrekt.
Vb. kinderen kunnen eerst hun armen en dan pas hun handen gebruiken
Principe van Het principe dat eenvoudige vaardigheden zich doorgaans afzonderlijk
hiërarchische en onafhankelijk van elkaar ontwikkelen, en later geïntegreerd worden in
integratie complexere vaardigheden.
Vb. iets grijpen kan pas als een kind geleerd heeft hoe de bewegingen
van de vingers moeten beheerst worden.
Principe van Het principe dat verschillende lichaamssystemen een verschillend
onafhankelijkheid van groeitempo kennen.
systemen Vb: groei van het zenuwstelsel en seksuele rijpheid lopen sterk uiteen.
Wat is het verschil tussen assimilatie en accommodatie en geef van beide principes een
voorbeeld (p214)
Verschil: in het geval van assimilatie wordt een bestaand schema toegevoegd, terwijl bij
accommodatie een bestaand schema wordt gewijzigd nadat er zich een nieuw element heeft
voorgedaan.
Assimilatie
VB: een kind dat een vliegende eekhoorn in de dierentuin een vogel noemt, assimileert de eekhoorn
aan zijn bestaande schema ‘vogel’, omdat hij de eekhoorn zag vliegen als een vogel.
Accommodatie
VB: een kind dat een vliegende eekhoorn ziet en het een ‘vogel met een staart’ noemt,
accommodeert nieuwe kennis door zijn schema van ‘vogel’ te wijzigen.
Wat zijn secundaire circulaire reacties en tertiaire circulaire reacties en geef van beiden een
voorbeeld
Secundaire circulaire reacties
= schema’s die betrekking hebben op herhaalde acties die een gewenst resultaat opleveren.
Secundair: gericht op de buitenwereld. (primair: gericht op zichzelf)
Vb: gebruik van geluid, omdat ze merken dat andere mensen daarop reageren met hun eigen
geluiden.
Tertiaire circulaire reacties
= schema’s die betrekking hebben op doelbewuste variatie van acties die tot gewenste resultaten
leiden.
Vb: speelgoedzwaantje op de grond laten vallen steeds vanuit een andere positie (wijziging in de
situatie aanbrengen) en aandachtig kijken waar het neervalt (zien wat de consequenties zijn)
1
Voorbeeldexamenvragen Psychologie 2VPK
, Wat is het verschil tussen vreemdenangst en scheidingsangst
Verschil: vreemdenangst gaat over angst tegenover vreemden, scheidingsangst gaat over angst van
de vaste verzorger.
Gelijkenis: beiden in de 2e helft 1e levensjaar, rond 7 à 8 maanden, gaat in beide gevallen over angst,
beide zijn tekenen van sociale en cognitieve vooruitgang in de ontwikkeling. (je kan geen angst
ontwikkelen als je cognitieve ontw niet ver genoeg gevorderd is.)
Vreemdenangst
= de voorzichtigheid en terughoudendheid die baba’s laten zien als ze een onbekende ontmoeten.
Scheidingsangst
= de angst die bij kinderen wordt opgeroepen door de afwezigheid van hun vaste verzorger. (voorwaarde:
objectpermanentie)
Noem de vier hechtingspatronen van Ainsworth en geef van elk patroon een korte omschrijving
(1 zin)
Veilig hechtingspatroon Hechtingsstijl waarbij kinderen zich op hun gemak lijken te voelen als
hun moeder aanwezig is, ze raken mogelijks van streek als hun moeder
de ruimte verlaat, ze gaan ook terug naar haar toe als ze terugkeert.
Angstig-vermijdend Hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid van hun moeder
hechtingspatroon opzoeken en haar lijken te vermijden als ze terugkeert van afwezigheid.
Angstig-ambivalent Hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie van positieve en
hechtingspatroon negatieve reacties op hun moeder vertonen nadat ze terugkeert van
afwezigheid.
Gedesorganiseerd en Hechtingsstijl waarbij kinderen inconsistent en vaak tegenstrijdig
gedesoriënteerd gedrag vertonen.
hechtingspatroon
2
Voorbeeldexamenvragen Psychologie 2VPK
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenavermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.