Dit document bevat de notities van het vak dierenvoeding 1, van zowel de lessen die gegeven werden op de campus als de online lessen (alsook enkele oefeningen). Dit vak wordt gegeven door S. Depauw en J. Vicca (JPBWC6).
, DIERENVOEDING 1
1. INLEIDING
1.1 EEN BEETJE GESCHIEDENIS
Men heeft in de 18e eeuw ontdekt dat je suiker en zuurstof nodig hebt in het lichaam om energie aan te
maken. Om energie te maken heb je ook nog water en CO2 nodig. Hierdoor ontstond de formule van de
fotosynthese, namelijk: C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O + energie.
In de 19e eeuw ontdekte Wilhelm Henneberg (1825 – 1890) de eerste routineanalyse voor diervoeders. Dit
was een ruwe analyse, of ook wel weende analyse. Deze bestond uit 6 onderdelen, namelijk ruw eiwit, ruw
vet, ruwe as (mineralen en vitaminen), ruwe vezel, water en overige koolhydraten. Tot op de dag van vandaag
wordt deze analyse gebruikt, ondanks deze niet zo heel nauwkeurig en te ruw is. Peter J. Van Soest deed in
de 20e eeuw een eerste grondige analyse van vezels. Dit is vooral heel belangrijk bij planteneters. Beide
analyses worden gebruik.
1.2 ROL VAN DIERENVOEDING
Als we kijken naar dierenvoeding is de kerntaak dat we voedingsstoffen voorzien om aan de fysiologische
behoeften van een dier te voldoen. Belangrijk is om de lichaamstemperatuur op peul te houden, dat er
voldoende voedingsstoffen zijn om te bewegen, groeien en voor de productie van vlees, melk of eieren. Ook
zijn voedingsstoffen belangrijk in de voortplanting, of reproductie.
Door tekorten ontstaan er heel wat aandoeningen. Zoals ontstekingen van het neusgat door een tekort aan
vitamine A. Ook kan er hoef overgroei ontstaan door een tekort aan vezels en te veel suikers of zetmeel in
de voeding. De vervorming van een schild van een schildpas kan ontstaan omwille van een slechte calcium-
fosfor verhouding of een tekort aan van vitamine D.
1.2.1 KWALITEIT
Echter is bovengenoemde kerntaak niet alles. Voor het welzijn van een dier moet men ook andere factoren
dan nutriënten behoefte in acht nemen. De kwaliteit van de voeding is bijvoorbeeld ook een zeer belangrijk
aspect. Op boerderijen kan met voer maken voor de winter doormiddel van gras op hopen te leggen. Dit gras
gaan ze vervolgens ‘aanstampen’ door er met een tractor over te rijden. Hierdoor wordt de lucht eruit
gehaald, en wordt dit in plastic gewikkeld. Het gras zal vervolgens fermenteren, en daardoor zuur worden.
Hierdoor kan het gras goed bewaard blijven en de dieren vinden dit ook enorm lekker. Wanneer er ergens
een foute handeling wordt uitgevoerd kan dit ook helemaal verkeerd lopen en kunnen er schimmels gaan
broeien. Een goede bewaring voor een goede kwaliteit is dan ook een heel belangrijk aspect in de
dierenvoeding.
1.2.2 ONGEWENSTE STOFFEN
Ook rauwe voeding voor honden en katten wordt steeds populairder, maar men moet hier wel extra opletten
voor salmonella. Dit zowel voor dier als voor mens, want salmonella is een zoönose. Ook moeten we rekening
houden met pesticiden. Wanneer men in een dierentuin het aanbod krijgt om de gesnoeide taken en
bladeren te krijgen van de stad als voedsel voor de browsers, is het zeer belangrijk om te weten of deze
bomen niet behandeld zijn geweest.
1
, Ook in de landbouw is er een regel dat dieren niet preventief mogen behandeld worden met antibiotica
omdat dit voor een ongewenste beïnvloeding kan zorgen van het eindproduct. Dieren die door ziekte toch
antibiotica krijgen mogen een aantal wekenlang nog niet naar het slachthuis.
1.2.3 KOSTPRIJS
De kostprijs van voeding speelt ook een belangrijke rol, aangezien de voeding de grootste kost is die je aan
een dier kan hebben. We moeten dus steeds trachten kwalitatieve voeding te vinden, maar dit moet wel
gerelateerd zijn aan de kostprijs. We moeten dus op zoek gaan naar kwalitatief voeder aan een redelijke prijs.
Een heel duur voeder is dus niet steeds beter.
1.2.4 BEHOEFTEN VAN HET DIER
Verder moeten we ook kijken naar de behoeften van het dier, hierbij houden we rekening met de
fysiologische behoefte, de structuur, het verzadigingsgevoel en het natuurlijke eetgedrag.
Voorbeeld: Een Indische neushoorn kreeg al enkele jaren geen nakomelingen meer, maar dit was wel
dringend nodig, daar het een uitstervende diersoort is. Men heeft de voeding van de neushoorn
aangepast van groenten, korrels en hooi naar voeder waar veel meer ruimte was voor blad. Een
neushoorn eet namelijk in de natuur heel veel blad. De aanpassing van het voedsel hielp, en het dier
kreeg uiteindelijk nakomelingen.
Ook bij konijnen zien we problemen bij het geven van de verkeerde voeding. Konijnen die te weinig
structuur en harde vezels krijgen, gaan problemen krijgen doordat de tanden blijven doorgroeien. Hooi
is dus zeer belangrijk.
Er moet uiteraard ook rekening gehouden worden met de mentale behoefte van het dier en het natuurlijke
eetgedrag. We moeten dus zorgen dat de dieren bezig zijn en zich niet gaan vervelen. Verrijking is dus ook
enorm belangrijk. Verder moeten ze hun natuurlijk eetgedrag ook kunnen vertonen.
Voorbeeld: Giraffen in het wild zijn een hele dag bezig met bladeren te plukken van bomen. In
gevangenschap kunnen ze dit eetgedrag niet vertonen, waardoor er stereotiep gedrag optreedt.
Pinguïns worden in gevangenschap gevoederd met de hand, dit is eigenlijk absurd. Pinguïns in het wild
eten in het water, en zouden dit dus ook moeten kunnen tonen in gevangenschap. Het feit dat dieren
gevoederd worden met de hand, is om ze beter te kunnen onderzoeken. Maar het voederen met de
hand is voor deze dieren niet uitdagend genoeg.
Ook bij wilde honden kunnen er heel wat problemen optreden. Deze dieren zijn in het wild een
rangorde gewoon en werken samen om hun voedsel te verdienen. Ook komen zij meestal een volledige
week toe met een karkas. In dierentuinen krijgen deze dieren elke dag kleine stukken eten, per
individu. Dit zorgt ervoor dat er geen rangorde is en de dieren ook niet moeten samenwerken.
Bij het voederen van dieren moet er ook rekening gehouden worden met de opnamecapaciteit van het dier.
Een zwangere kat heeft bijvoorbeeld niet veel plaats in de buik maar heeft wel een hoge energiebehoefte.
Volwassen voeder geven is dus niet aan te raden omdat ze hier veel van moet eten om voldoende energie
binnen te krijgen. Bij een zwangere kat, is kittenvoeding dus aan te raden.
Smaak, geur en kleur zijn ook allemaal belangrijke aspecten in de dierenvoeding. Maar ook de verzadiging is
belangrijk. Een dier dat niet verzadigd is, is tegen het welzijn. Bij varkens zien we dan onder andere het
staartbijten. Wanneer mensen dieren moeten vermageren, lijden de meeste dieren honger, door een
verkeerd dieet.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanadevos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.