“Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van plotseling optredend hersenletsel dat is
ontstaan nadat de taal verworven is.” (Bastiaanse, 2011, p. 11)
Afasie betekent letterlijk: zonder spreken (dit is wel te letterlijk genomen, want zelden komt het voor
dat een patiënt niet kan spreken).
Afasie is een taalstoornis, en dus GEEN spraakstoornis
Het betreft taalproductie en taalbegrip, maar ook gesproken en geschreven taal
Een afasie is verworven en heb je niet vanaf de geboorte
Het is een primaire taalstoornis, het heeft een rechtstreeks verband met het hersenletsel,
het is niet ten gevolge van een andere hoge functiestoornis, zoals een herkenningsstoornis
afasie is een verworven primaire taalstoornis ten gevolge van een focaal/ locaal hersenletsel
In de taaldominante hemisfeer (meestal linke hemisfeer, aangezien de meeste mensen
rechtshandig zijn), dit is afhankelijk van links- en rechtshandigheid. Het kan zelfs in de twee
hemisferen liggen, maar dit is zelden het geval
“Door afasie als een taalstoornis te definiëren wordt het onderscheiden van spraakstoornissen.
Spraakstoornissen betreffen de articulatie.” (Bastiaanse, 2011, p. 13)
Het articulatorisch vermogen kan wel aangetast zijn door het hersenletsel, bijvoorbeeld doordat een
spraakmusculatuur verlamd raakt, maar in zo’n geval kan een patiënt wel schrijven en is het
taalbegrip dus niet gestoord. Een afasie en een spraakstoornis gaan overigens wel vaak gepaard.
“Afasie dient ook onderscheiden te worden van taalontwikkelingsstoornissen bij kinderen.”
(Bastiaanse, 2011, p.13)
Daarom zeggen we dus ook dat een afasie een verworven taalstoornis is. Waarbij
taalontwikkelingsstoornissen verschillende oorzaken kunnen hebben, zoals hersenletsel dat rondom
de geboorte is ontstaan of specifieke genetische syndromen. De aard van deze stoornissen bij
kinderen is heel verschillend, vandaar dat ze worden uitgesloten.
Uiteraard kan het wel zo zijn dat kinderen een hersenletsel krijgen gedurende de periode van de
taalontwikkeling, bijvoorbeeld een traumatisch hersenletsel ten gevolge van een verkeersongeluk.
Hierdoor kunnen ook taalproblemen ontstaan en spreken we van “kinderafasie”.
2
,Kinderafasie
Leeftijdsgrens is 16 jaar in de klinische praktijk
Verschilt in oorzaak, enigszins in symptomatologie, maar vooral in herstelverloop is het heel
verschillend. Enerzijds heb je hetzelfde probleem als bij de volwassenen dat er schade is bij
de hersenen, waardoor er verlies van taalverworvenheid is. Maar anderzijds is er wel een
stoornis in de opbouw van de taal: de taalverwerving.
Complexere problematiek, namelijk door verlies/ ontoegankelijkheid van reeds verworven
taal en stoornis in opbouw van de taal (taalverwerving)
(Deze OWE gaat alleen over afasie bij volwassenen, vandaar dat ik er niet verder op in ga)
Een afasie betreft:
Klassieke (verbale) taalmodaliteiten; verworven primaire taalstoornis, waarbij alle klassieke
verbale taalmodaliteiten zijn aangedaan
Receptief – expressief (input: begrijpen, lezen, output: praten, schrijven)
Differentiaaldiagnostiek
Taal ligt opgeslagen in de hersenen en wanneer gebieden die betrokken zijn bij taal beschadigd
raken, spreek je van afasie. Het taalgebruik van personen die geen aantoonbaar hersenletsel hebben,
kan echter ook lijken op een afasie. Denk bijvoorbeeld aan schizofrenie. Toch is dit wat anders en
wordt er dan niet gesproken van een afasie. Een afasie wordt onderscheiden van verwarde
taalproductie die een psychogene oorzaak heeft.
Bij een afasie gaat het ook niet om een hersenletsel algemeen, maar om een focaal hersenletsel. Dit
wil zeggen dat het letsel specifiek een taalstoornis veroorzaakt. In geval van diffuus letsel, zoals bij
mensen met dementie, spreekt men niet van afasie.
Wel kunnen bij dementie taalstoornissen ontstaan en deze kunnen zelfs verergeren (ze zijn
progressief van aard). Daarbij spreek je wel van afasie bij dementie, maar daar kom ik later op terug.
3
, Dysartrie, een verworven spraakstoornis ten gevolge van een neuromusculaire aandoening
(neuro is hersenen en zenuwen en musculus is spieren). Dit is dus wat anders dan een
articulatiestoornis!
Je kunt zowel en afasie als een dysartrie hebben
Verbale apraxie/ spraakapraxie; dit komt veel voor. Tussen taal en spraak ligt de praxis, de
programmering van taal en spraak. Je hersenen zoeken woorden en koppelen daar klanken
aan elkaar en maken een plan van uitvoeren. Daarmee ga je je spraak aansturen. Wanneer
daar een probleem mee is (de planning) heb je ook typische rare spraak. Dit wordt
gekenmerkt door inconsequente vervorming in tegenstelling tot dysartrie (consequente
vervorming). Bepaalde klanken zijn weer meer spraakgevoelig dan andere klanken.
Dysfagie is een slikstoornis, zowel deze als een apraxie kunnen gepaard gaan met een afasie
en dysartrie
RH-taalstoornis (rechter-hemisfeer stoornis). Als iemand een letsel heeft aan zijn rechter-
hemisfeer, kan het zijn dat iemand geen rechtlijnig verhaal kan vertellen. Hier spreken we
dus van een communicatiestoornis. Figuurlijke taal kan soms niet worden begrepen
Taalstoornis bij dementie kan ook voorkomen, dit kan overeenkomen met een afasie, maar
het is wat anders
P.P.A (primaire progressieve afasie); De afasie wordt steeds erger (progressief). Je
taalvermogens dalen sterk af, maar andere vermogens niet. Dit is een voorbode van een
uiteindelijke specifieke dementie.
Taalstoornissen bij overige neurogene ziektebeelden (M. Parkinson, MS, etc.)
Cognitieve communicatiestoornissen (CCS); daar wordt vaak ook de rechter-
hemisfeerstoornis onder geschoven. Kan een gevolg zijn van een aandachtstoornis. Een
communicatieprobleem ten gevolge van een cognitie aspect, zoals concentratie en aandacht.
Prevalentie en incidentie
Prevalentie (voorkomen): ca. 30.000 in NL
Incidentie (hoeveel erbij komen ieder jaar): 10.000 in NL
C.V.A. (Cerebro Vasculair Accident), dit is de belangrijkste oorzaak (beroerte in de
volksmond)
Bij ca. 35% van de beroertes/ C.V.A. treedt afasie op. Als je deze in de hersenstam krijgt, heb
je eerder een dysfagie en dysartrie, i.p.v. een afasie. Onder beroerte/ C.V.A. vallen zowel
herseninfarcten als hersenbloedingen
Ca. ¼ (van de mensen die afasie krijgen) overleeft het eerste jaar niet
Trombolyse voorkomt “erger” (penumbra = ischemische “hersenschaduw”). Dit is hele snelle
bloedverdunning. Als iemand uitvalsverschijnselen krijgt, dan moet je meteen alarmeren en
112 bellen. Binnen 3,5 uur in het ziekenhuis na incident, dan wordt er meteen vastgesteld of
er een bloeding is of niet. Een onbloedig C.V.A. is niet te zien, een bloedige wel. Met
trombolyse kan erge schade in de hersenen worden voorkomen, hierdoor kunnen
uitvalsverschijnselen worden voorkomen. De blokkade wordt als het ware weggehaald.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller logopedielotte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.04. You're not tied to anything after your purchase.