100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting mens en recht $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting mens en recht

 34 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak mens en recht uit leerjaar 1 van Social Work. Hoofstuk 1, 2, 6, 7 en 12 gebaseerd op de leerdoelen uit de studiewijzer.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 6, 7, 12
  • June 7, 2022
  • 18
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Les 1 inleiding recht en mensenrechten
Cathy Sjerps

Boekje mag gebruikt worden tijdens tentamen (niet ingeschreven wel gearceerd).
Wettenbundel
Wetgeving zorg en welzijn
SDU uitgevers 2019-2020

Artikel Eva Brems → mensenrechten → toetsstof

Onderwerpen:
- Inleiding op het recht
- Mensenrechten en het beroep sociaal werk

Leerdoelen:
Leerdoelen voor het onderdeel ‘inleiding op het recht’
De student benoemt de functie van het recht in de Nederlandse samenleving en het
sociale domein.
Leerdoelen voor het onderdeel mensenrechten
De student kent de invloed van de Verklaring van de Rechten voor de Mens voor wet-
en regelgeving in Nederland.
De student beschrijft de betekenis van de mensenrechten in het sociale domein voor
zorg en welzijn
De student kan weergeven op welke wijze de sociale professional de rechten van de
kwetsbare burgers kan beschermen.

Hoofdstuk 1
Recht en Regels

Functie van het recht:
In de Nederlandse samenleving leven en handelen mensen en organisaties met
verschillende belangen. Rechten en plichten komen voort uit normen en waarden die
algemeen gelden in de maatschappij. Door dit in rechtsregels vast te leggen, met de wijze
waarop die regels gehandhaafd kunnen worden, krijgt het recht vorm.

Wat doet/brengt het recht?:
 Doelmatige ordening brengen.
 Spelregels geven voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen
door de overheid.
 Stuurt het individuele gedrag van burgers.

De 4 rechtsbronnen (vindplaatsen van het recht):
1. Wet- en regelgeving:
 Rechtsregels zijn vastgesteld door de overheid. Deze bestaat uit de eerste en
tweede kamer (ook wel Staten-Generaal).
 De overheidsorganen (minister, Provinciale Staten en gemeenteraad) kunnen
ook rechtsregels vaststellen.
 De hoogste wetgever is de Staten-Generaal en de regering (Koning en de
ministers).
 Een wet komt tot stand als de regering en de Staten-Generaal met een
wetsvoorstel.
 Hoogste wet is de GrondWet
 Koninklijk Besluit = regeling die afkomstig is van de regering.

, 1. Jurisprudentie uitspraken van rechters:
 Arrest = uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden (hoogste rechter)
 Een uitspraak heet: vonnis, uitspraak of arrest. → Door de uitspraak van
rechters wordt de norm duidelijker.
1. Gewoonte: (Vb: Motie van wantrouwen is een belangrijke gewoonte recht). → staat
nergens opgeschreven, we doen het al jaren zo, dus is het zo.
2. Verdrag:
 Verdragen zijn: afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn
gesteld en die gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag.
 De staten moeten het verdrag hebben geratificeerd: ermee akkoord gegaan.
 Verdragen staan boven de rechtsregels.
 Verdragen hebben directe werking: iedereen kan zich hier direct op beroepen,
ook als deze niet zijn opgenomen in wetten.

De aard van de rechtsregels:
(Semi-) dwingend/aanvullende werking:
 Semi Dwingend = half dwingend. Geven partijen de mogelijkheid om zelf dingen te
regelen, bijvoorbeeld afspraken maken.
 Dwingend = mag niet van afgeweken worden.
 Aanvullende werking = regels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken.
Rangorde van regels:
1. Verdragen
2. Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen
3. Grondwet
4. Overige wetten
5. Algemene maatregelen van bestuur
6. Ministeriële regelingen en richtlijnen
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen
Deze rangorde is belangrijk omdat:
1. In hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail geregeld. Dit wordt dan overgelaten
aan de lagere regelgevers.
2. Als de lagere regeling in strijd is met de hogere regeling en hierop een beroep wordt
gedaan, dan kan de rechter de lagere regeling buiten toepassing laten.
Objectief en subjectief:
Objectief (geld voor iedereen) en subjectief (geld voor één persoon)

Grondrechten:
 Klassieke grondrechten = vrijheidsrechten (vrijheids van mening uiten) (burger t.o.v.
overheid) → kun je je op beroepen.
 Sociale grondrechten = opdracht voor de overheid (recht op onderwijs/huisvesting
etc.) (opdracht aan de overheid) → kun je je niet beroepen.

Het recht vormt het kader voor de hulp- en dienstverlener in het zorg- en welzijnswerk en
bepaalt daarnaast de juridische (on)mogelijkheden van de cliënt om zijn eigen welzijn vorm
te geven.

Universele verklaring van de rechten van de mens (UVRM) in 1928 opgesteld, na de 2de
wereldoorlog (lees hierover het artikel van Eva Brems):
 Bescherming menselijke waardigheid tegen ‘barbaarse handelingen’.
 30 rechtsregels; niet juridisch bindend/afdwingbaar: je kan je er niet op beroepen.
 Iedereen respecteert ze, onafhankelijk van bijv. cultuur en tradities.
 Landen die aangesloten zijn bij de Verenigde Naties (192 landen) geven aan de
mensenrechten in UVRM te erkennen.

,  Op verdragen en de grondwet kan je wel een beroep op doen.
Privacyrecht: artikel 12 UVRM
Recht op nationaliteit: artikel 15 UVRM
Recht op fatsoenlijke levensstandaard: artikel 25 UVRM


Proefvragen:
 Waaruit vloeien rechten en plichten voort?
Uit normen en waarden
 Mag worden afgeweken van dwingende rechtsregels?
Nee
 Mag er een inbreuk worden gemaakt op klassieke grondrechten?
Mag wel maar..
 Zijn de mensenrechten die in de universele verklaring van de rechten van de mens
worden genoemd juridisch bindend
Nee, de mensenrechten zijn uitsluitend juridisch bindend
 Aan welke rechterlijke instanties kunnen mensenrechtenschendingen worden
voorgelegd?
De gewone nationale rechter

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bdenburger. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  1x  sold
  • (0)
  Add to cart