Craig, B: Introduction to the Practice of Statistics
Dit document bevat een samenvatting voor het vak 'onderzoekspracticum' voor de studie pedagogische wetenschappen voor het eerste jaar. Dit document bevat niet alle paragrafen van het boek, omdat dat voor het tentamen ook niet nodig is. Dit document is dus alleen bedoeld voor eerstejaars pedagogisch...
Extensive summary Craig, B: Introduction to the Practice of Statistics - Statistics
Summary Lectures and Readings: Statistics 1 - Introduction (FSWPE1-032)
Detailed Summary: Lectures and Readings STATISTICS 2.2 FSWPE2-022
All for this textbook (11)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Onderzoekspracticum 1
All documents for this subject (64)
Seller
Follow
socialewetenschappen
Reviews received
Content preview
OZP literatuur
Bachelor Pedagogische Wetenschappen
Onderzoekspracticum 1
Samenvatting van de boeken : Introduction to the practice of
statistics én Introduction to research methods in the social and
behavioral sciences
Luna Brama s3203948
MMC (=) Introduction to the practice of statistics
IRM (=) Introduction to research methods in the social and behavioral sciences
,College 1 ( IRM: P1C1)
Chapter 1 – research in the behavioral sciences
Onderzoekers maken onderscheid tussen twee onderzoeksoorten:
(1) Basic research. Dit soort onderzoek wordt uitgevoerd om psychologische processen beter te
begrijpen en het primaire doel is het vergroten van de kennis over een psychologisch proces
(het is niet van belang dat de kennis meteen toepasbaar is)
(2) Applied research. Dit soort onderzoek wordt uitgevoerd om oplossingen te vinden voor
bepaalde problemen
Beide onderzoeksoorten sluiten elkaar niet uit: soms kan applied research pas gedaan
worden als er voldoende kennis is opgedaan met basic research
Sommige wetenschappers spreken nog van een derde onderzoeksoort, namelijk evalutaion
research/program evaluation. Dit soort onderzoek is erop gericht om, met hulp van wetenschappelijke
onderzoeksmethoden, de effecten van interventies op gedrag te begrijpen.
Wetenschappelijk onderzoek kan drie doelen hebben:
1. Beschrijven van gedragspatronen, gedachten of emoties
2. Voorspellen van gedrag. De voorspelling wordt aan de hand van verschillende andere data
geanalyseerd, om er zeker van te zijn dat de voorspelling juist is
3. Verklaren. Dit wordt gezien als het belangrijkste doel omdat wetenschappers pas echt het
gevoel hebben dat ze een fenomeen begrijpen als ze deze kunnen verklaren.
Een methode is wetenschappelijk wanneer het aan drie criteria voldoet:
(1) Empirisme. Het gebruik van observatie om conclusies te trekken. Het is noodzakelijk dat de
observaties systematisch van aard zijn.
(2) Verificatie. De onderzoeksresultaten van de ene onderzoeker moeten kunnen worden
geobserveerd, gerepliceerd en geverifieerd door andere onderzoekers.
(3) Oplosbare problemen. De wetenschap houdt zich alleen bezig met oplosbare problemen
Wetenschappers richten zich op twee taken het ontdekken en vastleggen van nieuwe verschijnselen,
patronen en relaties om die verschijnselen vervolgens te ontwikkelen en te evalueren
- Soms is het niet mogelijk om op basis van een hypothese een onderzoek uit te voeren omdat er
nog geen theorie bestaat over het verschijnselen
In dat geval is het beter om een onderzoek te ontwerpen om een verschijnsel te
beschrijven in plaats van hypotheses over het verschijnsel te testen
Een theorie bestaat uit een set van proposities die de relaties tussen een aantal concepten probeert uit
te leggen
Wetenschappelijke theorieën zijn alleen valide wanneer zij worden gesteund door
empirische bevindingen.
Een theorie moet consistent zijn met feiten die door de wetenschap ontdekt worden
Een theorie is iets ander dan een model!
, - Een model beschrijft alleen hoe concepten gerelateerd zijn aan elkaar, terwijl een theorie ook
beschrijft waarom en hoe concepten gerelateerd aan elkaar zijn
Een model is beschrijvend van aard, een theorie is verschrijvend én verklarend van aard
Een goede theorie voldoet aan 5 eisen:
1. Het beschrijven van causale relaties
2. Duidelijk, eenvoudig, logisch en consistent
3. Een aantal concepten en processen gebruiken om één verschijnsel te beschrijven
4. Het genereren van toetsbare hypotheses om de theorie te kunnen toetsen
5. Het oplossen van een bestaande theoretische vraag
Mensen kunnen vaak verklaringen voor gebeurtenissen vinden nadat deze plaatsgevonden hebben
(=post hoc explanations)
- Wanneer een theorie achteraf verschijnselen kan verklaren, zegt dit bijna niets over de
accuraatheid van de theorie
- Een theorie die van tevoren kan voorspellen wat er zal gaan gebeuren, zegt wel veel over de
juistheid van de theorie
Wetenschappers bedenken hypothesen voordat zij data gaan verzamelen (a priori)
Post hoc Hypothese voor gebeurtenis vinden ná de gebeurtenis
A priori Hypothesen opstellen vóór het verzamelen van data
Bij het afleiden van een hypothese wordt er gebruik gemaakt van deductie (dit is een proces waarbij er
van een algemeen voorstel (een theorie) een specifiek voorstel (hypothese) afgeleid wordt
- Een hypothese kan ook ontstaan door middel van inductie in dat geval wordt een hypothese
afgeleid van een verzameling feiten
- Om hypotheses te kunnen testen en eventueel falsifiëren, moeten deze duidelijk geformuleerd
zijn. Wetenschappers maken gebruik van twee soorten definities:
(1) Conceptuele definitie: een definitie die je in een woordenboek kan terugvinden
(2) Operationele definitie: zet een abstracte conceptuele definitie om in concrete, situatie
specifieke termen
Deze definities zijn noodzakelijk omdat wetenschappers elkaar bevindingen door middel
van deze definities kunnen repliceren, daarnaast dwingen deze definities de onderzoekers
om hun concepten duidelijk te beschrijven
Als twee theorieën tegenstrijdig zijn kunnen ze nooit alle twee juist zijn.
- Strategy of strong interference: als de ene theorie juist is, is de andere automatisch onjuist
Omdat theorieën alleen indirect getrest kunnen worden, zijn theorieën nooit te bewijzen, een
theorie is ondersteunend.
- Hypothesen kunnen wel bewezen worden, maar als een hypothese bewezen is betekent dit niet
gelijk dat de theorie die erbij hoort ook waar is
- Omdat meettechnieken niet optimaal zijn, wordt een theorie nooit meteen afgewezen omdat
een onderzoek geen bewijs voor de theorie heeft kunnen vinden
, Nullfindings zijn resultaten die laten zien dat bepaalde variabelen niet gerelateerd zijn aan een
gedraging. Het niet publiceren van onderzoeken die nullfindings bevatten noemen wij het file-drawer
problem. Dit probleem hangt samen met het feit dat veel onderzoekers een studie opzetten die al
eerder null findings hebben opgeleverd
Je kunt wetenschap zien in termen van de zogenaamde wetenschappelijke filter
(1) De onderzoeker kijkt welke ideeën wel en niet uitgevoerd kunnen worden
(2) De onderzoekers kijkt welke ideeën het wel waard zijn om te onderzoeken
(3) Peer review
(4) Het gebruik, replicatie en toevoeging door anderen. Als een theorie deze filter doorstaat,
maakt het deel uit van de gevestigde wetenschappelijke literatuur
Wetenschappers kunnen gebruik maken van vier soorten onderzoekstechnieken om hypothesen te
testen:
Beschrijvend Relationeel Experimenteel Quasi-experimenteel
onderzoek onderzoek onderzoek onderzoek
Bij dit soort Bij dit soort In dit geval wordt een Van dit soort onderzoek wordt
onderzoek worden de onderzoek variabele gemanipuleerd gebruik gemaakt als
gedragingen, wordt de (de onafhankelijke) om wetenschappers een variabele
gedachten en relatie tussen te kijken of dit niet kunnen manipuleren. De
gevoelens van een variabelen veranderingen in gedrag wetenschapper onderzoekt dan
groep individuen bestudeerd veroorzaakt (de de effecten van een variabele
beschreven afhankelijke variabele) die op natuurlijke wijze
voorkomt en niet
gemanipuleerd kan worden
Het vormt vaak de Met dit soort Met dit soort onderzoek
basis voor alle andere onderzoek kan kan er verklaard
onderzoeksresultaten er voorspeld worden; de
worden onafhankelijke variabele
wordt gezien als een
oorzaak en de
afhankelijke variabele
als een gevolg
College 2 (IRM: P1 C4 + C10)
Chapter 4 – approaches to psychological measurement
Onderzoekers kunnen gebruik maken van vier verschillende manieren van onderzoek doen
Bij observationele observatiesystemen moet er sprake zijn van interrater betrouwbaarheid: het gaat
hierbij om de mate waarin de observaties van twee onafhankelijke onderzoekers overeenkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.20. You're not tied to anything after your purchase.