Samenvatting Criminaliteitsvormen & Misdrijven - 2e bach Criminologische Wetenschappen KU Leuven - GESLAAGD!
20 views 0 purchase
Course
Criminaliteitsvormen En Misdrijven (C02A4A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting v.h. Criminaliteitsvormen & Misdrijven behorend tot de 2e bach Criminologische Wetenschappen aan de KU Leuven gegeven door mevr. Sofie Royer in academiejaar . In 1x op door!
Geweldsmisdrijven: trends en verklaringen
Hoe gewelddadig een samenleving is, kunnen we ≠ altijd 100% afleiden uit cijfers van dodelijk
geweld. We moeten ook in rekening brengen wat de stand van zaken v.d. medische zorg is.
Historische trends in dodelijk geweld doorheen Europa
U-curve Ted Robert Gurr:
Bracht als eerste de trend van dodelijk geweld in kaart. Tot de jaren ’60 een continue daling
van dodelijk geweld. Vanaf 1960 neemt dodelijk geweld toe => U-curve. Heeft te maken met
het civilisatieproces: meer privacy; meer binnenshuis. Maar ook met de monopolisering van
geweld door de overheid; staat mag als enige met geweld optreden. Vroeger kreeg geweld een
veel centrale plaats in de samenleving. Geweld verdwijnt meer uit het zicht. Ander element
dat mogelijk is, is het duelleren; iemand uitdagen voor een gevecht => inmiddels verboden.
(Jonge) mannen zijn oververtegenwoordigd in zijn cijfers.
Vanaf de jaren 1300 betrouwbare cijfers en duidelijker onderscheid tussen dodelijk geweld
door de staat en privéactoren. Onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve trends.
Belangrijkste born: kwantitatief onderzoek: ‘body inspection reports’ => geven uitsluitend
informatie over het slachtoffer. => Kritiek kwantitatieve studies:
o Standaardisering van cijfermateriaal => maatstaf verandert.
o Kleinschalige gemeenschappen => weegt misdrijf zwaarder door.
o Kindermoord onderschat in statistieken => weinig betrouwbare cijfers. Vooral
ingegeven door angst. Hing samen met maatschappelijk opvatting: aantal buitenhuwelijkse
kinderen >> aantal infanticides.
o Geen rekening gehouden met invloed van levensreddende interventies/hedendaagse
geneeskunde.
o Vergiftiging.
Kritiek kwalitatieve studies:
o Hoe weten we of een verdachte/getuige de waarheid vertelt?
o Rol van interpretatie v.d. onderzoeker.
Geen beroep op de vervolgingsstatistieken => gaat alleen over de gevallen waar een dader
werd geïdentificeerd en vervolgd => zaken die privaat werden afgehandeld, daders die op de
vlucht waren geslagen of anonieme daders zijn hier dus ≠ in terug te vinden. => maar geven
wel informatie over de dader en dus zijn/haar eventuele relatie met het slachtoffer.
The long-term decline of homicide in Europe between 1300 en 2010: een zeer indrukwekkende daling.
Enorm verschil tussen landen aan de binnenkant van Europa en landen aan de uiterste grens
=> cijfers aan de uiterste grens liggen nog veel hoger.
Vanaf jaren ’95 tot 2000 stijging, ondanks betere medische zorg en kennis => verklaring:
toename aantal vuurwapens/messen.
Dodelijk geweld = voornamelijk stedelijk verschijnsel.
Vanaf ’90 terug stabilisering.
Dus 1) de grote afname in dodelijk geweld (voornamelijk tussen mannen), waarbij vrouwelijke daders
in de minderheid zijn. En 2) aandeel van ‘intimate murder victims’ [onderverdeeld in: ‘punishment-
related’, ‘anger-related’ & ‘tension-related’] werd groter (maar dalende trends in cijfers).
,Recente ontwikkelingen
Tot de jaren ’90 stijging => na de jaren ’90 daling.
Finland springt eruit => veel hogere cijfers.
Meest aantal slachtoffers in de leeftijdscategorie 30-44 jaar => internationaal is er een andere
categorie met het meeste aantal slachtoffers dan in Europa: 15-29 jaar => Zou te maken
kunnen hebben met hoger aandeel ‘intimate’ dodelijk geweld in Europa.
Categorie van kinderslachtoffers daalt.
≠ correlatie tussen aantal slachtoffers dodelijk geweld & bbp.
≠ correlatie tussen aantal slachtoffers dodelijk geweld & geboorte kinderen.
≠ correlatie tussen aantal slachtoffers dodelijk geweld & werklozen.
Waarom is dodelijk geweld dan sinds 1960 beginnen te stijgen en daarna gedaald? ≠ te verklaren door
traditionele demografische en socio-economische variabelen. De constante daling van infanticide kan
te maken hebben met de beschikbaarheid van contraceptie. Verder kan een verklaring zijn de
verandering in levensstijl, beperking van het wapenbezit, beschikbaarheid medische zorg en opkomst
technologie.
Elk misdrijf bestaat uit:
1. Eén of meer materiële bestanddelen: gedraging; ≠-handelen/onthouden/geen
strafrechtelijke aansprakelijkheid voor gedachten.
2. Een moreel bestanddeel = opzet: algemeen opzet (wetens en willens)/ bijzonder opzet
& onachtzaamheid (gebrek aan voorzorg/voorzichtigheid).
3. Motieven (≠ altijd relevant): tenzij voor straftoemeting, tenzij als verzwarende
omstandigheid.
= minimumbewijslast voor het OM.
Juridische aspecten
Verzwarende omstandigheden zijn omstandigheden waar uit de context blijkt dat een misdaad
zwaarder moet worden bestraft, bijv. homohaat => een bepaald misdrijf wordt gepleegd en de
drijfveer v.d. dader bestaat uit haat tegen die persoon omwille van een v.d. kenmerken uit art.
405quater => verzwarende omstandigheid van toepassing.
Feminicide: vermoorden van vrouwen vanwege hun vrouw-zijn => verklaringen:
partnergeweld, eer-gerelateerd, culturele redenen. => veroordeling = doodslag/ moord.
Euthanasie: het opzettelijk levensbeëindigend medisch handelen door een ander dan de
betrokkene op zijn verzoek.
Twee manieren om bij het Grondwettelijk Hof te komen: 1) prejudiciële vragen en 2)
vernietigingsberoep instellen (binnen strikt termijn).
Titel VIII ‘Misdaden en wanbedrijven tegen personen’
Opzettelijk doden en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel
Art. 392 Sw. Constitutieve bestanddelen:
Opzettelijk = met het oogmerk om te doden of aan te raden = algemeen opzet.
Toebrengen van lichamelijk letsel = elk inwendig of uitwendig letsel dat van buiten uit aan het
menselijk lichaam wordt toegebracht.
Toegebracht aan een bepaald persoon/ toevallig slachtoffer. => Error in personam blijft
strafbaar.
,(Verschillende) soorten doodslag
Doodslag
Art. 393 Sw. => doodslag = doden met het oogmerk om te doden. ≠ het opzettelijk toebrengen van
slagen en verwondingen (art. 401 Sw.) => dit is namelijk zonder oogmerk om te doden, maar met de
dood tot gevolg.
Constitutieve bestanddelen:
Cerebrale dood = hersendood.
Door een actieve daad = materiële handeling => onderscheid schuldig verzuim (art. 442bis
Sw.)
Deelneming ≠ mogelijk => evt. schuldig verzuim.
Euthanasie = rechtvaardigingsgrond => Wet van 28 mei 2002.
Zelfdoding ≠ strafbaar.
Gestraft met opsluiting van 20 tot 30 jaar.
Moord
Art. 394 Sw. = doodslag mét voorbedachten rade. 3 criteria voor voorbedachte raden: 1) beslissing
gaat aan de daad vooraf, 2) is weloverwogen en 3) is definitief.
Gestraft met levenslange opsluiting.
Oudermoord
Art. 395 Sw. = doodslag op de vader, de moeder of andere bloedverwanten in opgaande lijn =>
definitie ouders in art. 392bis Sw. Constitutieve bestanddelen:
Doodslag + op de hoogte van specifieke familiale band.
Voorbedachtheid heeft geen belang op de strafmaat.
Gestraft met levenslange opsluiting.
Kindermoord
Art. 396 Sw. = doodslag gepleegd op een kind bij de geboorte of direct daarna. Constitutieve
bestanddelen:
Hoedanigheid dader heeft geen belang.
Kind moet levend geboren worden, ≠ noodzakelijk levensvatbaar.
Gestraft als doodslag/ moord => max. 30 jaar/ levenslang.
Vergiftiging
Art. 397 Sw. = doodslag gepleegd doormiddel van stoffen die min of meer snel de dood teweeg
kunnen brengen, op welke wijze die stoffen dan ook aangewend of toegediend zijn. Constitutieve
bestanddelen:
Doodslag + gebruik welbepaalde stoffen;
Min of meer snel.
Voorbedachtheid = noodzakelijk.
Gestraft met levenslange opsluiting.
Euthanasie
Geregeld in de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie. Euthanasie in principe ≠ misdrijf.
Constitutieve bestanddelen bij meerderjarige: 1) wanneer die handelingsbekwaam en bewust
is op ogenblik van verzoek. 2) vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek, 3) geen enkele
vorm van externe druk en 4) een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk
fysiek of psychisch lijden heeft dat ≠ gelenigd kan worden, 5) wat gevolg van een ernstige en
ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening is.
Constitutieve bestanddelen minderjarige: 1) oordeelsbekwaam in 2) medisch aanhoudende
uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden ( tegenstelling tot minderjarige
volstaat psychisch lijden ≠) 3) dat ≠ gelenigd kan worden en dat 4) binnen afzienbare termijn het
, overlijden tot gevolg heeft en wat het 5) gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door
ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening.
Bijkomende voorwaarden: 1) patiënt inlichten over diens gezondheidstoestand, levensverwachting en
therapeutische mogelijkheden. 2) arts moet er zeker van zijn dat het gaat over aanhoudend
fysiek/psychisch lijden. 3) verzoek moet meerdermalen herhaald zijn. 4) andere arts geraadpleegd. 5)
verslagen opgesteld en aan dossier toegevoegd.
Aan al die voorwaarden voldaan = wettige rechtvaardigingsgrond.
o Wilsverklaring ≠ van toepassing op minderjarigen.
Opzettelijk doden, niet doodslag genoemd…, en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel
Opzettelijke slagen en verwondingen
Art. 398 Sw.
Slag: schok of stoot tegen een menselijk lichaam, waardoor dit in aanmerking komt met een
ander voorwerp van harde aard.
Verwondingen: elk inwendig/uitwendig letsel dat van buiten door een mechanisch of
chemisch op de lichaam gesteltenis inwerkende oorzaak aan het menselijk lichaam wordt
toegebracht.
Constitutieve bestanddelen:
Toegebracht aan andere levende persoon.
Algemeen opzet van toepassing op de daad.
Objectief verzwarende omstandigheden – wanneer de slagen en verwondingen … tot gevolg hebben:
Art. 399 Sw. Ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid. => Indien
voorbedachte rade max. gevangenisstraf van 3 jaar.
Art. 400 Sw. Ongeneeslijk lijkende ziekte, arbeidsongeschiktheid > 4 maanden, volledig
verlies gebruik orgaan, zware verminking => Indien voorbedachte rade max. opsluiting van 10
jaar.
Art. 401 Sw. Dood => Indien gewelddaden met voorbedachte raden opsluiting van 10 tot 15
jaar => ≠ art. 393 Sw. oogmerk om te doden.
Voorbedachtheid.
Discriminerende drijfveer => definitie in art. 405quater.
Bij de objectief verzwarende omstandigheden wordt er gekeken of het gevolg in oorzakelijk verband
staat met de slagen en verwondingen: welke oorzaken moeten in aanmerking worden genomen? Kan
bekeken worden a.d.h.v. 2 verschillende theorieën:
1) Equivalentieleer: Zou het bepaalde gevolg nog op dezelfde wijze zijn ingetreden indien de verboden
gedraging (commissiedelict) ≠ ware gesteld of indien de geboden of verwachte handeling
(omissiedelict) wel was gesteld?
2) Adequatieleer: Kan de handeling of het verzuim normaliter het gevolg veroorzaken?
De equivalentieleer is de dominante leer in de rechtspraak.
Verzwarende omstandigheden – door hoedanigheid slachtoffer/ dader:
Art. 405bis: misdaad/wanbedrijf is gepleegd op een minderjarige op een persoon met
kwetsbare toestand of geestelijk gebrek of onvoldoende waardigheid duidelijk is =>
strafverzwaring.
Art. 405ter: indien de misdaad of het wanbedrijf is gepleegd op een minderjarige of op een
persoon die kwetsbaar was dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid
en die ≠ bij machte is om in zijn onderhoud te voorzien, door zijn vader/moeder/andere
bloedverwanten in opgaande lijn => strafverzwaring.
Art. 410 1e lid: Indien de schuldige de misdaad of het wanbedrijf pleegt t.a.v. zijn
vader/moeder/andere bloedverwante => strafverzwaring.
Art. 410 2e lid: De schuldige de misdaad of het wanbedrijf heeft gepleegd tegen zijn
echtgenoot/persoon met wie hij samenleeft en duurzame affectieve en seksuele relatie
meeheeft (gehad). => strafverzwaring
Art. 410 bis Sw. Dader pleegt tegen bepaalde categorieën van personen => strafverzwaring.
Art. 410ter Sw.: tegen scheidsrechter => strafverzwaring.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 5amengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.