Functieleer is een basisvak in de psychologie dat zich bezighoudt met de studie van
psychologische functies zoals waarnemen, aandacht, leren, onthouden, taal, redeneren en
beslissen.
Deze functies zijn de basis-ingrediënten voor het uitvoeren van dagelijkse taken als autorijden
of cup cakes bakken.
Functies hebben een structuur/correlaat in het brein.
Vak gehaald als:
1. Voldoende voor het tentamen (34 van 50 MC vragen correct).
2. Voldoende voor verslag Practicum Experimentele Vaardigheden
1.2 Voor-ontwikkelingen
Psychologie = Een wetenschap die gedrag bestudeerd om de interne processen te begrijpen
die aan het gedrag ten grondslag liggen; waarom doen mensen wat ze doen.
Herman von Helmholz (1821-1894): zeer veelzijdig wetenschapper die belangrijke inzichten
leverde op het gebied van zien en horen (en wiskunde/natuurkunde). Hij mat als eerste de
snelheid van zenuwimpulsen in zenuwvezels (stimuleerde zenuw in poot van kikker ving
verderop op; 30 m/s of 100 km/u). Het kost minder tijd om te reageren als ik mezelf op de
neus tik, dan als ik mezelf op mijn teen tik, aangezien de weg naar het brein korter is dan; dit
nog voordat hij wist dat een zenuwimpuls bestaat.
Intern proces bestuderen: Bijv. geheugen bestuderen.
Gedragsevidentie:
Bijv hoeveel woordjes je kunt onthouden, na 20 min, na een uur, na 1 dag etc…
Vergeet curve van Ebbinghaus….
Of hoeveel woordjes na 8 uur slaap, of na 8 uur wakker…
1
,Fransiscus Donders (1868): (Tilburgse oogarts): hij mat de tijd van mentale processen de
structuur van de geest te begrijpen (mentale chronometrie); hij ontdekte dat een oog te lang
en te kort kan zijn en dat dit opgelost kan worden met glazen.
Stimuli: Ka, ke, ki, ko, ku -> hoelang duurt het voordat je het onderscheid hoort tussen deze
woordjes en hoelang duurt het om deze woorden uit te spreken?
3 condities:
Pnp = proefpersoon
A. Pnp hoort alleen “Ki” en herhaalt “ki” zo snel mogelijk = 197 ms
A-reactie (geen discriminatie, geen keuze)
B. Pnp hoort “Ka, ke, ki, ko, ku” door elkaar en herhaalt dit = 285 ms
B-reactie (discriminatie, keuze)
C. Pnp hoort “Ka, ke, ki, ko, ku” door elkaar maar herhaalt alleen ki = 243 ms
C-reactie (discriminatie, geen keuze)
Discriminatie van klanten = C – A = 243 – 197 = 46 ms
Keuze voor articulatie van spraak = B – C = 285 – 243 = 42 ms
Deze additieve factoren logica wordt nog steeds in FMRI-onderzoek gebruikt waar
breinactiviteit tijdens een experimentele taak (kijken naar gezichten) wordt afgetrokken van
een controletaak (kijken naar huizen).
Evolutietheorie (Darwin 1859, On the Origin of Species):
Levende wezens zijn het resultaat van een aanpassingsproces aan veranderende
omstandigheden (genetische variatie, natuurlijke selectie, struggle for life en survival of the
fittest; diegene die zich het best heeft aangepast, heeft de grootste overlevingskans. Mens uit
dier geëvolueerd -> deze uitspraak heeft ons vooruit geholpen in het onderzoek.
Dit betekent dat menselijk gedrag op dezelfde manier bestudeerd kan worden als
dierengedrag en dat mensen kenmerken hadden geërfd die ook bij dieren voorkwamen.
Hiervoor: mens heeft een ziel die niet verbonden was met de rest van de wereld en niet
onderworpen is aan aardse wetmatigheden; denk aan de kerk.
2
,1.3 Ontstaan van de psychologie
Wilhelm Wundt (1879): opende het 1e laboratorium voor experimentele psychologie aan
universiteit van Leipzig, Duitsland en staat zo aan de basis van wetenschappelijke
psychologie.
Onderzoekers begonnen de natuurwetenschappelijke methode toe te passen op de studie van
de psychologische processen.
Structuralisme: onderzoek in Psychologie moet zich richten op de “onmiddellijke
ervaring”. Zou je nu het ‘bewustzijn’ noemen. Die hangt af van:
• Sensaties – waarnemen
• Mentale beelden/ herinneringen – ergens in je geheugen moet iets matchen met de
sensatie.
• Gevoelens – roept een bepaald gevoelen op.
Op basis van introspectie (als ik jou de bril laat zien, wat zie je dan, wat denk je dan, waar
herinnert het je aan, wat voel je er allemaal bij?) kan de structuur de elementen van het
bewustzijn ontdekt worden. Deze methode bleek echter zeer onbetrouwbaar te zijn.
Want als Wundt een appel liet zien en zei wat zie je nu, en diegene zei een appel. Dan zei
Wundt: “nee, nee dat is de uiteindelijke interpretatie, ik wil weten wat je ziet/voelt/herinnert”.
Kortom hij liep gewoon het rijtje na. Deze methode leidde niet tot resultaten waar je iets mee
kon; want het gaat automatisch, je hoeft er niks voor te doen bijv. traplopen, uit onderzoek
weten we dat het via het brein gaat, maar je hoeft er niet bewust over na te denken op het
moment dat je de trap op loopt. Daarom is introspectie niet de manier.
Alfred Binet en Theodore Simon (1907): Eerste bruikbare intelligentietest (vader van
toegepaste psychologie).
In Amerika is psychologie veel pragmatischer.
William James (1842-1910) leerling van Wundt.
Functionalisme: psychologie diende om onderwijs te optimaliseren, gevaarlijke afwijkingen
opsporen en behandelen, bevorderen van industriële productie.
John Watson (1878-1958)
Behavioristen: in poging om psychologie wetenschappelijker te maken stelden behavioristen
voor om enkel observeerbaar gedrag te bestuderen (gedrag is gevolg van eenvoudige
Stimulus-Respons koppelingen).
3
, B.F. Skinner:
Leerprocessen bij dieren
Sigmund Freud (1856-1939): meest geciteerde psycholoog
Wij zijn rationele wezens – hier is Freud het niet mee eens, wij worden gedreven door seks,
agressie.
Psychoanalyse: bewustzijn en gedrag zijn slechts oppervlakkige fenomenen.
Onbewuste krachten (seks en agressie) zijn de oorsprong van ons gedrag, en
verantwoordelijk voor persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen.
Gestalt psychology: Max Wertheimer (1880-1943): “The fundamental formula of Gestalt
theory might be expressed in this way: There are wholes, the behavior of which is not
determined by that of their individual elements”, Wolfgang Kohler (1887-1967) and Kurt
Koffka (1886-1941).
Kerngedachte: Het geheel is meer dan de som der delen.
Zij verzetten zich tegen Wundt’s structuralisme (perceptie is meer dan sensatie) en tegen
behaviorisme (complex gedrag is meer dan de som der componenten).
Gestalt psychologen gebruikten het fenomeen van de apparente beweging als bewijs voor
hun stelling: Twee lampjes die op de juiste timing/afstand oplichten lijken te bewegen als 1
lampje dat beweegt als hoog-laag of links-rechts. De manier waarop je dit waarneemt kun je
beïnvloeden met de wil; (zie linkje) – never trust your eyes; beweging is niet iets in de
buitenwereld, maar bestaat in je brein.
Perceptie is een constructie, en geen passieve reflectie
van de sensatie.
Ook in het auditieve domein is er sprake van constructie:
je kunt hoog-laag-hoog tonen waarnemen als gallop of als
een hoge/lage stroom: zit ingebakken in ons systeem.
1.5 Biologische factoren
Biologie speelt op 4 manieren een rol bij de psychologie:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycemulders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.