Verkorte en samengevatte versie van de belangrijkste stof van maatschappijwetenschappen (gebaseerd op de methode seneca). Voor een uitgebreidere versie kunt u kijken naar mijn andere samenvatting, waar ik uitgebreider in ben gegaan op de stof.
Hoofdstuk 2
2.4 Sociale cohesie wordt op verschillende niveaus gemeten. Daarvoor hebben we
verschillende indicatoren nodig. De samenhang tussen verschillende variabelen
wordt uitgedrukt in correlatiecijfers. Als de enige variabele verandert geven de cijfers
aan hoe groot de kans is dat de andere dat ook doet. Dat heet correlatie: de
samenhang tussen twee variabelen. We kunnen daarmee voorspellingen doen. Je
hebt ook schijncorrelatie, geen echt verband dus.
Bij causaliteit of een causale relatie is er een oorzakelijk verband tussen twee
variabelen. Dat houdt in dat variabele A rechtstreeks tot variabele B leidt. De ene
variabele is dan afhankelijk van de andere. Multi causaal houdt in dat veel factoren
tegelijk spelen en de vraag is welke werkelijk doorslaggevend zijn of ertoe doen.
Hoofdstuk 3
3.4 Wanneer onderzoek uitgevoerd wordt, kan er vergeleken worden op
verschillende niveaus:
Microniveau: gedrag van individuele mensen
Mesoniveau: hoe groepen mensen zich onderling gedragen
Macroniveau: het gedrag van mensen op het niveau van samenlevingen
Machtsafstand: hierbij gaat het om de mate waarin de minder machtige leden in
een land verwachten en/of accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is
Individualistisch vs collectivistisch: er is sprake van collectivistische
samenlevingen als in een samenleving het groepsbelang prevaleert boven het
individuele belang en individuen vanaf hun geboorte opgenomen worden in sterke,
hechte groepen.
Van individualistische samenlevingen is er sprake als het belang van het individu
uitgaat boven het belang van de groep en de onderlinge banden tussen de
individuen los zijn.
Masculien vs feminien: de verschillen tussen mannen en vrouwen in hun sociale
rollen verschillen tussen landen. Een samenleving is masculien als emotionele
sekserollen duidelijk gescheiden zijn en juist feminien als sekserollen elkaar duidelijk
overlappen.
Onzekerheidsvermijding: hierbij gaat het om hoe culturen omgaan met onzekere of
onbekende situaties. Daarbij gaat het om de mate waarin mensen zich bedreigd
voelen door onzekere of onbekende situaties (hoeveelheid regels is vaak een goede
indicator)
Termijngerichtheid: hierbij gaat het erom hoe culturen met het verleden, heden en
de toekomst omgaan. Langetermijngerichtheid is het streven naar een toekomstige
, beloning (door te sparen en vol te houden). Kortetermijngerichtheid is gericht op het
in stand houden van tradities uit het verleden (om gezichtsverlies te voorkomen).
Hoofdstuk 4
Gelegenheidstheorie/rationele keuze theorie
Criminaliteit ontstaat doordat er mensen zijn die de bewuste keuze maken om regels
te overtreden. Ze doen dat weloverwogen (rationeel), ze mikken op geschikte
doelwitten en ze zoeken uit hoe goed de bewaking is. Die 3 zaken samen (potentiële
daders, geschikte doelwitten en hoeveelheid bewaking) bepalen de hoeveelheid
criminaliteit in een land.
Etiketteringstheorie
Mensen hebben nu eenmaal vooroordelen over elkaar en dat kan zelfs leiden tot
stereotypen. Zo zijn er mensen die wantrouwend staan tegenover andere (groepen)
mensen en hen al snel het etiket crimineel opplakken. Dat kan ertoe leiden dat
mensen in zo'n groep zich ook crimineel gaan gedragen (= selffulfilling prophecy).
Omdat je het verwacht komt het uit. Er zijn mensen die zich gediscrimineerd voelen
en zich dan gaan gedragen naar het etiket 'crimineel' dat hen opgeplakt wordt.
Bindingstheorie
Bindingen die mensen hebben in de maatschappij kunnen ertoe leiden dat crimineel
gedrag voorkomen wordt. Hoe meer mensen zich verbonden voelen met de
samenleving, des te meer zij de waarden en normen van de samenleving zullen
naleven.
Structurele-deviantietheorie
Deze theorie veronderstelt dat de structuren in de samenleving zo zijn dat de
machtigen, de rijken in het voordeel zijn. Niet alleen hebben zij de financiële
middelen maar ook werken de wetten in hun voordeel. Die zijn gemaakt door
opgeleide mensen uit dezelfde laag van de samenleving. Dat leidt ertoe dat hun
eigen afwijkende gedrag (deviant gedrag) niet wordt opgemerkt en als dat al zo is,
mild wordt aangepakt.
4.3 Verschillende eisen aan onderzoek
Betrouwbaarheid: een onderzoek is betrouwbaar als herhaling van het
onderzoek dezelfde resultaten oplevert. Ook mag het niet een verschil maken
wie het onderzoek uitvoert.
Validiteit: in het onderzoek moet gemeten worden met helder omschreven
standaarden die verantwoord kunnen worden op basis van eerder onderzoek.
Representativiteit: deze eis van onderzoek heeft te maken met de steekproef
die gedaan wordt. Voor de representativiteit van de steekproef is het
belangrijk dat het een dwarsdoorsnede is van de totale groep die onderzocht
wordt. Ook mag er geen selectie plaatsvinden van de te onderzoeken
kenmerken (= aselect).
Generaliseerbaarheid: de steekproef moet ook gegevens opleveren die
gelden voor het overige deel dat niet meegedaan heeft aan het onderzoek (=
externe validiteit)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannonnouwen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.