100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Micro economie hfdst 1-6 $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting Micro economie hfdst 1-6

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het boek Economie in rechte lijn, zesde editie. Deze samenvatting bevat enkel het deel over de micro-economie (6 eerste hoofdstukken) + belangrijkste oefeningen.

Preview 6 out of 54  pages

  • June 7, 2022
  • 54
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Micro-economie

Hoofdstuk 1: Wat is economie?

1. Inleiding: waarover gaat economie?

à economie helpt bij nemen van beslissingen in bedrijven, organisaties, gezinsverbanden…
à beter begrijpen wat er zich op gemeentelijk, regionaal, federaal en internationaal niveau
afspeelt
à informatie over het beleid, gegeven via sociale media, beter beoordelen en evalueren

2. Het fundamenteel economisch probleem: veelvuldige behoeften vs schaarse middelen

à elk gezin wordt geconfronteerd met een probleem van schaarste: de middelen en de tijd zijn
beperkt, en volstaan niet om in alle behoeften te voorzien en alle doelstellingen te realiseren à
gevolg: keuzeprobleem

2.1 Menselijke en maatschappelijke behoeften

à behoefte verwijst naar het aanvoelen v/e tekort:
- Materiele goederen: pc, fruit, trui…
- Immateriële goederen: cultuur, onderwijs, religie…

à bestaan ook collectieve en individuele behoeften
à elk individu behoort tot een gemeenschap waaruit collectieve behoeften resulteren (orde,
veiligheid…)

2.2 Schaarse middelen en de noodzaak te kiezen

Economische goederen: hebben de eigenschap dat zij een behoefte geheel of gedeeltelijk
kunnen opvangen, op directe of indirecte wijze
à schaarste en nut moeten beiden aanwezig zijn
à men herkent economische goederen aan het feit dat er een prijs moet betaald worden

à niet-schaarse goederen noemt men vrije goederen vb: lucht

Individu:
à het principe dat middelen slechts eenmaal kunnen worden ingezet, + het feit dat ook tijd
voor iedereen beperkt is, betekent dat iedereen met schaarste wordt geconfronteerd (zelfs
diegenen die over enorme financiële middelen beschikken)




1

,Bedrijven:
à dat probleem doet zich ook voor in bedrijfsleven en industrie
à middelen die de eerste doelstelling nastreven, zijn verloren voor de tweede

Overheid:
à budgettaire mogelijkheden zijn beperkt (waar liggen de prioriteiten?)
à andere maatschappelijke keuze: efficiëntie of gelijkheid
- Efficiëntie: overheid zorgt ervoor dat maximum gehaald wordt uit beschikbare middelen
- Gelijkheid: verdeling van voordelen van gebruikte middelen
à hogere efficiëntie kan ten koste gaan van een minder gelijke verdeling

2.3 Het maken van keuzes en opportuniteitskosten

à werkelijke kosten van een gemaakte keuze = waarde van het beste alternatief dat men
opgeeft door die keuze te maken
à die waarde noemt men: de opportuniteitskost van de gemaakte keuze

2.4 Economie: een definitie

à schaarste is de essentie van economisch keuzeprobleem

Volgens Scitovsky: sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van schaarse
middelen, drie typeproblemen
- Probleem van allocatie van middelen: toewijzing van de schaarse middelen
- Verdelings- of distributieprobleem: distributie van de economische goederen tussen
economische subjecten
- Stabilisatieprobleem: volledige aanwending van de schaarse middelen

2.4.1 Wat? Hoeveel?

à in de economie wordt beslist welke goederen en diensten aan te bieden en in welke
hoeveelheden

2.4.2 Hoe?

à hoeveelheden productie kunnen doorgaans gerealiseerd worden met verschillende
combinaties van schaarse productiefactoren zoals arbeid, materialen en kapitaal
à kan eerder kapitaalintensief of arbeidsintensief zijn

2.4.3 Waar?

à elk bedrijf moet beslissen waar zich te vestigen, rekening houdend met de locatie van de
markt die het wil bedienen en locatie van inputmarkten


2

,2.4.4 Voor wie?

à in ruil voor een loon bieden mensen arbeidsprestaties aan, met dat loon kunnen ze
goederen en diensten aanschaffen
à betaling van de prijs door consumenten levert de producenten dan weer de nodige
middelen om ingezette productiefactoren te vergoeden

2.5 Micro- en macro-economie

Micro-economie: bestudeert het gedrag van individuele consumenten, bedrijven, organisaties,
producenten… vb: afleiden van vraag naar goederen en diensten
à micro-economie houdt zich bezig met allocatie- en distributieproblemen

Macro-economie: bestudeert de invloed van het menselijk gedrag op de globale of aggregatieve
economische grootheden (nationaal product, algemeen prijsniveau…)
à macro-economie houdt zich bezig met stabilisatieproblemen

3. De productiemogelijkheden van een land: de curve van de productiemogelijkheden

Productiemogelijkhedencurve van graan en kleding




Uitleg grafiek:
à consumenten in het betreffend land consumeren maar twee geaggregeerde goederen,
namelijk: graan en kleding
à als het land meer graan wil produceren, zal het een deel kleding moeten opgeven: meer van
het ene goed kan maar ten koste van minder van het andere
à in elk land zijn er, met de gegeven hoeveelheid van de beschikbare inputs arbeid, kapitaal en
natuurlijke rijkdommen, beperkte productiemogelijkheden à land moet keuzes maken



3

,à als men 5 kledingstukken produceert, kan men geen graan produceren/ als men 3
kledingstukken gaan produceren, kan men 9 eenheden graan produceren enz.

Grafiek illustreert volgende begrippen:
à schaarste aan middelen: komt tot uiting in punt z
à opportunitetiskosten: als men meer graan wil produceren moet men een deel productie van
kleding opgeven
à keuzeprobleem: welk punt van de curve zal er gekozen worden?
à 2 beheersproblemen:
- Volledige aanwending van middelen: economie moet ernaar streven een
productiecombinatie te kiezen op de curve, punt u is economisch inefficiënt (gedeelte
van de arbeid blijft ongebruikt)
- Allocatie van middelen: hoeveel graan en kleding, in welk punt zal er dus worden
geproduceerd à elk punt komt overeen met een andere allocatie van de
productiefactoren

Productiemogelijkheden van graan en kleding




Uitleg grafiek:
à meer productiefactoren: natuur, kapitaal, arbeid en ondermeringsinitiatief
à betere productiefactoren: arbeidsverdeling, technologische vooruitgang, nieuwe
economische ordening/instituties

4. Het marktmechanisme vs centrale planning

à om in een economie allocatie- en distributieproblemen op te lossen zijn meerdere
sturingsmechanismen denkbaar, twee systemen zijn: centrale planning en marktmechanisme

4.1 Centrale planning




4

,à in centraal geleide economie worden relevante beslissingen toevertrouwd aan een centraal
orgaan, die ze dan vastlegt in een plan
à beslissingen kunnen dan een weerspiegeling zijn van voorkeuren van de consumenten, maar
kunnen ook genomen worden met het oog op snelle expansie van bepaalde sectoren
à centrale planning is succesvol bij stimuleren van de productie van kapitaalgoederen, ten
koste van de productie van consumptiegoederen à die organisatievorm wordt daardoor
aangewezen voor weinig ontwikkelde economieën

Moeilijkheden:
- Informatieprobleem: info niet vlot
- Motivatieprobleem: gebrekkige motivatie van bedrijfsleiders en werknemers
- Rantsoeneringprobleem
- Afwezigheid van kwaliteitsnormen en -reglementering
- Gebrek aan concurrentie door concentratie van industriële productie van bepaalde
producten

4.2 Het marktmechanisme

à in markteconomie staat prijsvorming centraal, werkt op basis van beslissingen van
individuele consumenten en producenten
à de markt is een theoretische instelling waar vraag met aanbod wordt geconfronteerd en
ruilvoorwaarden worden vastgelegd

Prijsmechanisme vervult een drievoudige rol:
- Informatiefunctie: info over relatieve schaarste van verschillende goederen en
productiefactoren
- Motivatiefunctie: stijgende prijzen zetten er consumenten aan minder te vragen, en ze
motiveren producenten om aanbod te verhogen à dat brengt proces op gang tot er
consistentie bereikt is
- Rantsoeneringfunctie: prijsmechanisme bepaalt de inkomensvorming: wat de vrager
betaalt, vormt het inkomen van de aanbieder à primaire inkomensverdeling is daarom
direct verbonden met de prijs die voor de productiefactoren wordt betaald

à een zuivere markteconomie wordt gekenmerkt door een sterk gedecentraliseerde
organisatie: diverse consumptie- en productiebeslissingen worden genomen door consumenten
en bedrijven, niemand komt tussen
à een geïdealiseerde markteconomie werkt erg efficiënt: Adam Smith spreekt van een ‘invisble
hand’ (een automatische regelaar die als vanzelf evenwicht in het economische leven brengt)
à overheidstussenkomst brengt dus alleen maar problemen, vanuit dat optiek

Maar de markt en het prijsmechanisme hebben toch enkele problemen:

1. Allocatieprobleem: marktfalingen



5

, - Monopoliemacht: markten functioneren niet goed wanneer de te sterke economische
macht van bedrijven de signaalfunctie van het prijsmechanisme aantast
- Externe effecten: schade toegebracht aan milieu, klimaat, geluidshinder, fileprobleem…
- Publieke of collectieve goederen: hoeveelheidsbeslissingen met betrekking tot publieke
goederen kunnen niet via de markt genomen worden, omdat het beschikbaar stellen
tegen een bepaalde prijs onmogelijk is

2. Distributieprobleem: inkomensongelijkheid à gebaseerd op de marktwaarde van de
geleverde prestaties, en is niet noodzakelijk sociaal aanvaardbaar

3. Stabilisatieprobleem: hoog- en laagconjuctuur, werkloosheid

4.3 De moderne gemengde economie: marktwerking met overheidsinterventie

à Gemengde economie is een combinatie van markteconomie met overheidsinterventie

Rol van overheid:
- Aanvulling op marktmechanisme, vb: in publieke sector geldt het budgetmechanisme als
ordeningssysteem: via politieke besluitvorming worden collectieve goederen verdeeld
en gefinancierd
- Markt- of prijsinterventie, vb: belastingen voor milieu
- Voorwaarden creëren voor een efficiënte werking van de markt, vb: door
concurrentiebevorderende maatregelen




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanoutryvezoe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added