100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC arbeidsovereenkomstenrecht $4.82   Add to cart

Class notes

HC arbeidsovereenkomstenrecht

 143 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

uitgebreide HC aantekeningen AO

Preview 4 out of 106  pages

  • October 28, 2015
  • 106
  • 2015/2016
  • Class notes
  • Unknown
  • Alle colleges
avatar-seller
Arbeidsovereenkomstenrecht

Hoorcollege 1 – Inleiding, kwalificatie arbeidsovereenkomst, flexibele arbeidsrelaties

I. Inleiding: uitdagingen van het arbeidsrecht
Uitdagingen van het arbeidsrecht hangt samen met kwalificatie en flexibele arbeidsrelaties.
Vroeger was je overgeleverd aan nukken en goede wil werkgever. Zwakke partij versus sterke partij.
Waarom is werknemer zwak? De grootste groep werknemers nemen minder gunstige positie in, want
werkgever kiest.
Waarom is bij arbeidsovk extra duidelijk dat je zwakker bent? Dat is vanwege sterke afhankelijkheid;
arbeidsinkomen. Voor meeste werknemers is arbeidsinkomen is het enige inkomen wat ze hebben. Dus je
bent daarvan afhankelijk. Bovendien: leuk, maatschappelijke status etc. Daarom vinden we dat er
ongelijkheid en dus dwingendrechtelijke werknemers beschermende bepalingen.

 Arbeidsrecht als beschermingsrecht ontstaan.
Arbeidsrecht is ook ordeningsrecht (onmisbaar voor regulering arbeidsmarkt)
Onder invloed van EU heel veel werknemersrecht tot stand gekomen. Met name gelijke behandelingsrecht.

Keerzijde: arbeidsrecht heeft zich sterk ontwikkeld, maar nu ook werkgeversverplichtingen.
Hoe zwaarder de verplichtingen, hoe meer dat wellicht leidt tot ontduikingsgedrag werkgevers (al dan niet
i.s.m. wet).

Kleine vaste kern(vast contract/onbepaalde tijd), ruime flexibele schil (laat je meebewegen met hoe het
gaat met onderneming):
1. ‘flex in dienst’: oproepkrachten, aobt
2. niet in dienst (geen ao; maar wel aan het werk)
a. uitzendkrachten, payrollconstructies e.d.
b. zzp’ers en andere opdrachtnemers (freelancers), contracting.
 soms slechts schijnconstructies (zogenaamd zzp’er) en toch ao!

Paradox van het arbeidsrecht: meer bescherming voor werknemers kan juist averechts uitpakken.
Vb: ketenregeling 7:668a BW.
Namelijk: bepaalde groep werknemers meer bescherming moet gaan bieden, dan pakt dat averechts uit.
Ook wetgever ziet dit (werknemers in flexibele schil; ao voor bepaalde tijd). Als je op basis van tijdelijk
contract werk (eindigt van rechtswege en dat betekent dat je geen toestemming nodig hebt voor ontslag,
geen opzegtermijn = makkelijk). Ook bij ziekte ben je na die tijd van hem af (geen
loondoorbetalingsregeling e.d.)
Het was tot 1 juli 2015; contracten tot 4e contract; dat werd dan van rechtswege contract. Of als die
contracten daarvoor periode van 3 jaar hebben overgeschreden (dus contract langer dan 3 jaar; van
rechtswege vast contract). Wetgever: meer bescherming  minder flexibiliteit. Vanaf 1 juli 2015: na
overschrijding van 2 jaar en 1 dag (opvolgende tijden) is het van rechtswege vast contract.
Alleen in de praktijk: 2 jaar minus 1 dag. Dat geldt met name voor 13 in dozijn werknemer. Dat is hele
paradox van bescherming. Voor wie is die ketenregeling bedoeld? Niet gespecialiseerde werknemers/laag
opgeleide. Voor die werknemer is ketenregeling bedoeld. Maar nu wordt die ingeruild na 2 jaar min 1 dag.
Het is lastig om flex in te ruilen voor zekerheid!

Lapwerk:

1

, - wet aanpak schijnconstructies (WAS)
- wetsvoorstel wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie
Hoef je niet te kennen voor TT.

Nieuwe uitdaging arbeidsrecht: hoe zorgen we ervoor dat de beschermingswaardige groep
werkenden arbeidsrechtelijke bescherming geniet?
 koppeling arbeidsrechtelijke bescherming aan ao loslaten?
Dat betekent andere criteria wie onder bescherming valt.



II. Kwalificatie arbeidsovereenkomst

Art. 7:610 BW: “De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij (…) de werknemer, zich verbindt in
dienst van (…) de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.”
Als is voldaan aan de elementen:
a. Arbeid (persoonlijk)
b. Loon
c. In dienst (ondergeschikt)
d. Gedurende zekere tijd (zie VdG p. 4; gaan we niet behandelen!)
à dan ao, zonder keuze!

1)Arbeid ex 7:610?
(vergelijk Jaeger-arrest, HvJ 9 september 2003, C-151/02)
› Stage- of leerovereenkomst of toch ao? Nee, je zit daar primair voor jezelf (leren werkervaring
opdoen). Met name bij leerovk (=langduriger), naarmate je daar langer zit word je productiever
(maar wordt niet op gegeven moment arbeidovk). Zwaartepunt bij jouw ervaring en niet bij verrichten
van nuttig arbeid voor werkgever.
› Au pair? Je gaat naar land om meer te leren over cultuur/taal, dus in principe geen arbeidsovk.
Maar in de praktijk kan het wel zo zijn dat zo’n au pair 40 uur aan het werk wordt gezet. Dan is de
vraag: ligt zwaartepunt gelet op de uitvoering primair op leuk verschaffen van taal en
cultuurbelevenis of is dat toch arbeid in het gezin (huishouden)?
› Moeilijk bemiddelbare werklozen die werk-ervaring opdoen via re-integratiebedrijf? Nee, ook geen
arbeid.
› Beurspromovendi?

Gouden kooi arrest: Ja was arbeid (dat die mensen daar alleen maar zaten), omdat ze allerlei opdrachten
moesten verrichten van talpa. Je moest in villa zitten (afgescheiden van je privé leven). Dus ook zonder
opdrachten!

Jaeger-arrest:
aanwezigheidsdiensten; je moet aanwezig zijn (in ziekenhuis voor noodgevallen), maar je kunt als dat
zich niet voordoet gewoon wat anders doen. Is dat nu ook arbeidstijd als je daar bijv. slaapt? En moet dat
dus ook beloont worden?
 Ja zegt het hof. Dat is arbeid. Waarom? Je beschikt niet over je eigen tijd en dus is het arbeidstijd (en
geen rusttijd). En moet je het betalen.
Dat is anders bij bereikbaarheidsdienst, daar kun je wel thuis zijn (moet je naar ziekenhuis komen zodra
je wordt opgeroepen, wordt je niet gescheiden van gezinstijd/leven).

2

, Nee geen arbeid. Daar zit dus een verschil tussen!

Criteria HR:
› “productieve arbeidsprestatie”;
› “voor werkgever waardevolle arbeid”;
› “actief betrokken zijn bij verwezenlijking van het primaire doel” HR 14 april 2006,
(Beurspromovendi) r.o. 4.4.1. en 4.4.3.
› Universiteit: zijn net studenten, ze zijn bezig om eigen kennis op te doen (gaat vooral om
kennisvermeerdering).
› HR zegt: nee, beurspromovendi verrichten waardevolle arbeid voor uni. Was primaire doel
ovk: dissertatie. Dat is belangrijkste voor uni (onderzoek!).
Ergo: vaststelling wat zwaartepunt ovk vormt
Plus: slapen tijdens aanwezigheidsdienst: het ter beschikking staan van wg op door wg aangewezen locatie
= ‘arbeid’ (HvJ EU, Jaeger)

Verschil beurspromovendi arrest en Rug arrest. Beurspromovendi: UvA slaagde er niet aan om onder
ondernemerschap uit te komen.Rug slaagde er in om te zeggen: onze beurspromovendi zijn geen
werknemers. UvA had ovk ingekleed dat er gezagsverhouding was (bewoordingen en uitvoering). Rug had
er voor gezorgd dat in ovk met beursalen; daar was zo vorm gegeven dat er geen gezagsverhouding was.
Je gaat werken waar je wil; volledig vrij in onderwerp. Weinig verschil tussen 1e fase student en
beurspromovendus.
Verplichting tot persoonlijke arbeidsverrichting
› Alleen natuurlijke personen
› Managementovereenkomst: management-BV verbindt zich arbeid te (doen) verrichten à

Stichting Thuiszorg/PGGM:
› opdrachtovk tussen Thuiszorg en management-BV Knipham of
› ao tussen Thuiszorg en Knipscheer (bestuurder management-BV)? Ja; was schijnconstructie (stukje
terugkijken 2e helft: min. 16./arrest lezen).
à Zie ook art. 7:659 lid 1 BW



2) Loon
Loon: de door de werkgever aan de werknemer krachtens de ao verschuldigde vergoeding ter zake van de
bedongen arbeid (Huize Bethesda)
(De bedongen tegenprestatie van werkgever aan de werknemer en die hij krachtens de ao verschuldigd is.)
(die in iets anders dan pensioen (= geen loon) bestaat, VdG p. 6)
› Fooien? Geen loon (niet volgens civiele begrip; niet verschuldigd ex ao)
› Gratificatie? Geen loon, is extraatje.
› Onkostenvergoeding? Hangt van de hoogte af en met name van hoogte onkosten. Echte
onkostenvergoeding (jij maakt die telefoonkosten/reiskosten, dan is het geen loon). Maar
bovenmatige deel is wel loon. Amateurvoetballer en die krijgt gigantische reiskostenvergoeding en
kleren (die hij krijgt), dat is dus loon (= semi-prof met ao). Moet je mee uit kijken.
› Kost en inwoning? (bethesda arrest; G en K in dienst tegen kost en inwoning. Dit is loon in natura.
Dit is wel onder minimum; dus wel vordering voor overige gedeelte (5 jaar = verjaringstermijn).

3)Gezagsverhouding (hier draait het meestal om)

3

, Gezagsverhouding/instructiebevoegdheid werkgever:
› inhoudelijke instructiebevoegdheid à materieel gezag (makkelijk: inhoudelijke instructies werkgever
aan werknemer). Zijn die er niet, dan kijken naar:
en/of
› werkorganisatorische instructies, inbedding in arbeidsorganisatie à formeel gezag (wanneer moet je
er zijn, wat zijn je werktijden/vakantieperioden). Die bevoegdheid hoeft niet uitgeoefend te worden,
maar als je die bevoegdheid hebt dan is dat voldoende. Dit is lastiger.

Gaat om het TOTAAL!

Voor antwoord op vraag of een ao is gesloten:
“is bepalend wat partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking
genomen de wijze waarop ze feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven (…)”
Groen/Schoevers (RAR 2)

“dienen niet alleen de rechten en verplichtingen in aanmerking te worden genomen die partijen bij het
sluiten van de ovk voor ogen stonden, maar dient ook acht te worden geslagen op de wijze waarop partijen
uitvoering hebben gegeven aan hun ovk en aldus daaraan inhoud hebben gegeven”. Gouden Kooi (RAR
215)

Groen/Schoevers
Relevante omstandigheden in casu:
› Loon: flink afwijkend van hetgeen bij een arbeidsovereenkomst gebruikelijk is
› Gezag: op vastgestelde tijden aanwezig zijn en door het opleidingsinstituut gegeven richtlijnen
respecteren … vergelijking met art. 7:402 BW.
› Maatschappelijke positie van de docent; bij wie lag initiatief afwijkende wijze van betaling
tegenprestatie (bij Groen!)

Leer HR Groen/Schoevers, Gouden Kooi
Wat was bedoeling partijen bij sluiten ovk en hoe was de feitelijke uitvoering van de ovk?
› Beoordeling elementen in het licht van de hele rechtsverhouding bezien. Niet één element is
doorslaggevend.
› Zware instructiebevoegdheid (materiële gezagsverhouding) pleit voor ao.
› Bij beoordeling is maatschappelijke positie van partijen relevant.
› En bij wie lag initiatief om ovk zó (afwijkend van ao) vorm te geven?

Wat indien partijbedoeling en uitvoering diametraal tegenover elkaar staan?
› Soms wil men – althans ‘wg’ – op papier geen ao, maar wijst uitvoering op ao:
 Beurspromovendi UvA (RAR 5)
 Gouden Kooi (RAR 215)
› Soms wil men juist wél een ao op papier, maar heeft uitvoering niets met ao te maken:
 Van der Male/Den Hoedt (VdG p. 9)

Doorslaggevend voor kwalificatie = uitvoering; partijen hebben geen keuzevrijheid (wat ze willen;
juridische bedoeling  dat delft dus onderspit)
Ergo: wezen gaat voor de schijn!



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ggm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  5x  sold
  • (0)
  Add to cart