100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Recht voor de sociaal professional $8.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Recht voor de sociaal professional

1 review
 64 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het boek Recht voor de sociaal professional.

Preview 4 out of 40  pages

  • No
  • Unknown
  • June 8, 2022
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jillvankaauwen9 • 10 months ago

reply-writer-avatar

By: amberhbootje • 10 months ago

Translated by Google

Could you explain why you give the summary 1 star?

avatar-seller
Recht voor de sociaal professional
Week 11 sociaal ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen: organisaties waar mensen werken en
verbonden zijn. Nemen besluiten door te kijken wat de gevolgen zijn. Is vooral afgestemd
op de belanghebbenden.
 3p’s. Product, planet en people.

Maatschappelijk betrokken ondernemen: (sponsoring) dat we bespreken over normale
organisaties banken die activiteiten ondernemen om het leven in de omgeving beter te
maken. Geld schenken om sinterklaas cadeautjes te geven aan mensen in armoede.
 5M’s. Mensen, middelen, massa, media en munten.

Sociaal ondernemen: eerste instantie opgericht om een verschil te kunnen maken in de
samenleving. Oplossen van een sociaal probleem.

Radicale innovatie: compleet nieuw idee wat je de wereld in wilt helpen.
Incrementele innovatie: kleine verbetering wat al bestaat in een organisatie

Sociale impact: wat jouw product of organisatie kan veranderen in de samenleving.
Sociaal initiatief: iets duurzaams, dat blijf je doen. Eenmalig workshop voor vrouwen voor
emancipatie. Het is geen sociaal initiatief, je hebt er geen onderneming voor nodig.

Crowdfunding: je vertelt online aan zoveel mogelijk mensen wat je plan is en vraagt hier
geld voor.

Rechtspersoonlijkheid: je mag als bedrijf besluiten nemen, je kan schulden hebben en je
mag overeenkomsten sluiten.

Stichting: een organisatie die niet winst wil behalen maar wel zijn doelen. Als er toch winst
wordt behaald wordt dit uitgegeven om het doel te behalen. Zak met geld van de stichting,
niet van jou.

Zzp’er: (zelfstandig zonder personeel), eenmanszaak. Inschrijven kamer van koophandel.
Weinig kosten aan verbonden. Je hebt wel risico’s als je zaak groter wordt.

Hoofdstuk 1 inleiding in het recht
Recht = verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden

Recht heeft twee doelen:
 Ordenen van menselijk gedrag door het stellen van regels.
 Bijv. verkeersregels bepalen dat een auto die van rechts komt, voorrang heeft
 Zorgen voor een rechtvaardige oplossing bij conflicten.
 Bijv. wat gebeurt er als een koper een bankstel koopt en de koopprijs niet
betaalt?

Rechtsbronnen = plaatsen waar het recht te vinden is
Binnen het recht zijn er vier rechtsbronnen:
1) De wet = de vastgestelde rechtsregels van de overheid, belangrijkste vindplaats van
het recht


1

,  Lees alle wetten na op www.wetten.nl
2) Jurisprudentie = uitspraken van rechters
 Rechters gebruiken bestaande wet om tot beslissing te komen
 Ontbreekt er iets? Dan kan de rechter zelfstandig een nieuwe regel formuleren
 Wordt deze toegepast? Dan is er sprake van jurisprudentie
 Heeft dezelfde rechtskracht als het wettelijk recht
 Kijk op www.rechtspraak.nl
3) Gewoonte
 Zijn nergens in de wet vastgelegd (ongeschreven regel)
 Worden toch als bindende regels beschouwd
 In het strafrecht is het gebruik van gewoontes als rechtsbron niet toegestaan
4) Internationaal verdrag = afspraken tussen 2 of meer staten en gelden in alle staten
die bij het verdrag zijn
 Bijv. Europese Unie (EU) en het Europees Verdrag tot bescherming van de
Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)

ELCI-code = de European Case Laws Identifier, elke uitspraak van gerechten wordt met
deze code uniek gemaakt
 Landcode – gerechtscode – uitspraakjaar – een volgnummer
 Bijv. uitspraak uit 2020 va het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch:
o ECLI:NL:GHSHE:2020:3319

Rechtsgebieden
Omdat er in Nederland heel veel rechtsregels zijn is dit onderverdeeld in publiekrecht en
privaatrecht:
Publieksrecht = regels voor de juridische verhouding tussen burgers (personen en/of
bedrijven) en overheid
 Staatsrecht = organisatie van de staat wordt hierin beschreven. Er staan regels
over de bevoegdheden van verschillende overheidsorganen. De belangrijkste wet
is de Grondwet.
 Strafrecht = hierin staan de regels die de overheid voor de veiligheid van de
burgers belangrijk vindt. Als iemand deze overtreedt wordt de zaak afgehandeld
tussen dader en samenleving als geheel.
 Bestuursrecht = geeft regels waaraan de overheid zich moet houden als deze het
land bestuurt.
o Staan in de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Privaatrecht = het burgerlijk recht, geeft regels voor de rechtsrelaties tussen burgers en
bedrijven onderling. Hiermee krijgen we dagelijks te maken.

Internationaal recht = recht dat de regels geeft voor de verhouding tussen staten onderling



3 kenmerken van een staat:
1. een staat heeft een grondgebied
2. er zijn inwoners
3. er is een regering die het gezag uitoefent

Rechtstaat = zowel burgers als de overheid moeten zich aan de wet houden




2

,Grondwet = begint met grondrechten (fundamentele rechten van de mens die burgers
hebben ten opzichte van de overheid)  de macht van de overheid wordt hierdoor
beperkt.
 Klassieke grondrechten = overheid mag geen inbreuk maken, tenzij een andere
wet dit toelaat. Kan eventueel voor de rechter worden afgedwongen.
o Rechten die de burgers tegen de macht van de overheid beschermen
 Sociale grondrechten = legt de overheid een bepaalde taak op. Worden bijna
nooit afgedwongen voor de rechter.
o Rechten over bescherming door de overheid, ze moeten ervoor zorgen dat alle
burgers een goed bestaan hebben

We hebben 24 grondrechten.

Organieke wetten = een andere bron voor het staatrecht. Wet waarvan het bestaan
uitdrukkelijk door de grondwet is voorgeschreven. Deze wetten worden organiek genoemd,
omdat zij betrekking hebben op de organen, de organisatie van de Staat en zijn
onderdelen.
 Bijv. de Gemeentewet, de Kieswet, de Rijkswet op het Nederlanderschap, de
Vreemdelingenwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Ambtenarenwet

3 kenmerken van een democratie:
1. Vrije verkiezingen
o Kiesrecht
2. Een parlementair stelsel
o Betrekking tussen regering en parlement
o Om te regeren moeten de regering steun hebben van het parlement
(vertrouwensbeginsel)
o Als er geen vertrouwen is in een bewindspersoon of kabinet spreekt de Kamer
een motie van wantrouwen uit  bewindspersoon of het kabinet wordt naar
huis gestuurd
 Gevolg: volksvertegenwoordiging heeft de hoogste macht
3. Respect voor de grondrechten




Andere indelingen
 Indeling naar onderwerp = er ontstaan specialismen zoals jeugdrecht en het
gezondheidsrecht (rechtsregels die over hetzelfde onderwerp gaan worden bij elkaar
gebracht)
 Indeling naar materieel en formeel recht
o Materiaal recht = inhoud van de rechten en plichten


3

, Bijv. koper moet koopprijs betalen en moet de verkoper het boek
leveren
o Formeel recht/proces recht = regels over de wijze waarop het bepaald
proces gevolg moet worden
 Bijv. als de verkoper het boek niet wil leveren, hoe kan de koper de
verkoper alsnog tot levering van het boek dwingen (via de rechter)
Verdeling van de overheidsmacht
Trias politica (hieronder:)
Wetgevende macht en bestuur
 Wet in materiële zin = algemeen verbindende voorschriften
o alle voorschriften gelden in een onbepaald aantal gevallen voor een onbepaald
aantal deelnemers (de wet geld voor iedereen)
o van wie de wet afkomstig is doet er niet toe
 Wet in formele zin = wet die door
samenwerking van de regering en Eerste en
Tweede kamer tot stand is gekomen (formele
wetgever)
zegt niks over de inhoud, maar
alleen iets over de herkomst

Omdat er in Nederland verschillende organen zijn die
bevoegd zijn om wetgeving te maken is het
belangrijk om te weten welke regel voorrang heeft als
meerdere wetgevers regels gemaakt hebben. Deze hiërarchie is als volgt:
1) Verdragsrecht en het Europees gemeenschapsrecht
2) Grondwet
3) Wetten in formele zin (regering en Staten-Generaal)
4) Algemene maatregelen van bestuur (regering)
5) Ministeriële regelingen (minister)
6) Provinciale verordeningen (Provinciale Staten)
7) Gemeentelijke verordeningen (Gemeenteraad)

Rechtspraak
Absolute competentie = welke soort rechter hiërarchisch bevoegd is om over een
bepaalde zaak te oordelen

De rechtbank is bevoegd om te oordelen over privaatrechtelijke, strafrechtelijke en
bestuursrechtelijke zaken (11 rechtbanken in NL)
Kantonrechter is bevoegd om te oordelen over vorderingen van maximaal €25.000 en over
huur- en arbeidsgeschillen.
Het gerechtshof is bevoegd om te oordelen over strafzaken en civiele zaken.

Relatieve competentie = welke rechter geografisch gezien bevoegd is.
 Bijv. bij strafzaken gaat het om de plaats waar de misdaad plaats vond
 Bijv. bij een normale rechtszaak gaat het om de plaats waar je zelf woont

Men kan cassatie (vernietiging van wet) instellen bij de Hoge Raad. In hoger beroep gaan.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberhbootje. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.07  3x  sold
  • (1)
  Add to cart