100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Invloeden Op De Levensloop 1 $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Invloeden Op De Levensloop 1

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor Invloeden op de Levensloop 1

Preview 4 out of 57  pages

  • June 8, 2022
  • 57
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Inleiding in de ontwikkeling van het kind.
Ontwikkelingspsychologie: De wetenschappelijke studie naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit bij mensen vanaf conceptie tot aan de ouderdom.
 Accent op de jaren tot de volwassenheid
 Levenslooppsychologie
 Wetenschappelijke benadering
 Gericht op menselijke ontwikkeling
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen in vier centrale thema's:
 Fysieke ontwikkeling;
 Cognitieve ontwikkeling;
 Sociaal-emotionele ontwikkeling;
 Persoonlijkheidsontwikkeling.
Fysieke ontwikkeling: Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam.
 Hersenen
 Zenuwstelsel
 Spieren
 Zintuigen
 Behoefte aan eten, drinken, slapen
Cognitieve ontwikkeling: Ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens.
 Denken
 Leren
 Geheugen
 Probleemoplossing
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties,
interacties met anderen en het omgaan met emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling: Ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter)
eigenschappen die de ene persoon van de ander onderscheiden.
Cohort: Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn.
 Belangrijke sociaalhistorische gebeurtenissen zoals oorlog, pandemieën,
economische groei en crisis hebben mogelijk een bepaalde gemeenschappelijke
invloed op de leden van een cohort.
Normatieve gebeurtenissen: Gebeurtenissen die voor de meeste individuen binnen een
groep op dezelfde manier voltrekken.
 Historisch
 Leeftijdsgebonden
 Sociaal-cultureel

,Cohorteffecten: Invloeden van cohorten op de ontwikkeling.
Historisch bepaalde invloeden: Omgevingsinvloeden en biologische invloeden die
verbonden zijn aan een specifiek historisch moment.
Leeftijdsgebonden invloeden: Biologische- en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar en wanneer ze opgroeien.
 Puberteit
 Leerplichtig (Nederland)
Sociale culturele invloeden:
 Etnische afkomst
 Sociale klasse
 Lidmaatschap van een subcultuur
Niet-normatieve gebeurtenissen: Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste mensen hier niet mee te maken krijgt.
Continue verandering: Geleidelijke ontwikkeling en de prestaties vloeien voort uit
voorgaande prestaties.
 Kwantitatief: Hoeveelheid
 Bv: Kinderen worden langer, verwerken meer in hun denken
Discontinue verandering: Ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt.
 Elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
 Verloopt in sprongetjes
 Bv: Zindelijkheid
Kritieke periode: Een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste en zelfs onomkeerbare gevolgen heeft.
Stimuli: Veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme
reageert.
 Prikkels
Plasticiteit: De mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is.
Gevoelige periode: Een afgebakende tijdsspanne, meestal vroeg in het leven, waarin
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn
voor het leren van specifieke vaardigheden.
 Latere ervaringen kunnen tekorten weer opheffen.
Nature-nurture debat: De discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze
eigenschappen.
 In hoeverre komen deze voort uit onze aanleg?

,  In hoeverre komen deze voort uit onze opvoeding en leefomgeving?
Maturatie: Het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
 Nature: Eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders
erven.
 Bepaalt welke kleur ogen we krijgen, wel of geen haardos krijgen, aanleg hebben
voor atletiek.
 Maakt ontwikkeling van de hersenen mogelijk.
Nurture: Omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen.
 Biologisch: Middelen gebruik en hoeveelheid eten van de zwangere vrouw.
 Sociaal: Opvoeding, invloed van leeftijdsgenoten.
Bio psychosociale verklaringen: De verschillende biologische, psychische en sociale factoren
elkaar wederzijds beïnvloeden.
Epigenetica: Studie van effecten van omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van
onze genen.
Theoretische perspectieven en onderzoek
Theorie: Verklaring of voorspelling ten aanzien van een verschijnsel, die een raamwerk biedt
om de relaties tussen een reeks feiten of principes te begrijpen.
Psychodynamisch perspectief: Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat
gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten, waarvan
een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle heeft.
 Innerlijke kracht hebben hun oorsprong van de kindertijd.
Psychoanalytische theorie: Theorie die ervan uitgaat dat onbewuste krachten bepalend zijn
voor iemands persoonlijkheid en gedrag.
 Onbewuste: Kinderlijke wensen, verlangens en behoeften.
ID: Primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat opereert
vanuit het genotsprincipe.
 Honger, seks, agressie, irrationele impulsen.
 Genotsprincipe: Zoveel mogelijk bevrediging met zo weinig mogelijk spanning
ervaren.
Ego: Het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid, dat opereert vanuit het
realiteitsprincipe.
 Vormt buffer tussen de echte wereld om ons heen en de primitieve rol.
 Realiteitsprincipe: Houdt de instinctieve energie in toom om de veiligheid van de
persoon te bewaren en hem te helpen integreren in de samenleving.

, Superego: Het aspect van de persoonlijkheid dat iemands geweten vertegenwoordigt en het
onderscheidt maakt tussen goed en kwaad.
 Ontwikkelt rond 5/6 jaar (volgens Freud).
Psychoseksuele ontwikkeling: Vijf fasen die kinderen doorlopen, waarin genot of
bevrediging telkens gericht is op een andere biologische functie en een ander deel van het
lichaam.
 Volgens Freud.
 Orale fase, anale fase, fallische fase, latente fase, genitale fase.
Fixatie: Gedrag dat in een andere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een
onopgelost conflict.
Psychosociale ontwikkeling: De veranderingen in onze interacties met anderen en in hoe we
aankijken tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf als leden van de maatschappij.
 Theorie van Erik Erikson.
 In elk stadium is er sprake van een conflict die we moeten oplossen.
 Groei en verandering gaat het hele leven door.
 Stadia:
 Vertrouwen vs. Wantrouwen;
 Autonomie vs. Schaamte en twijfel;
 Initiatief vs. Schuld;
 Ijver vs. Minderwaardigheid;
 Identiteit vs. Identiteitsverwarring;
 Intimiteit vs. Isolement;
 Generative vs. Stagnatie;
 Ego-integriteit vs. Wanhoop.


Behavioristisch perspectief: Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet
kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling
van een individu te begrijpen.
 Exogeen: Bestuderen van de mens van buitenaf.
 Stimuli: De effecten van mensen, voorwerpen en gebeurtenissen op gedrag.
 Nurture belangrijker dan nature.
 Ontwikkeling zien als kwantitatief en niet kwalitatief.
 Ontwikkelingspatronen zijn persoonlijk en worden gespiegeld vanuit een bepaalde
combinatie omgevingsstimuli.
 Stimulus-respons leren: Vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van
stimuli en responsen, zoals klassieke en operante conditioneren.
Klassieke conditionering: Een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde
manier leert reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal niet uitlokt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxmelany. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart