100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
examenvragen psychogerontologie 2021 $5.89   Add to cart

Exam (elaborations)

examenvragen psychogerontologie 2021

 124 views  18 purchases
  • Course
  • Institution

dit document bevat de examenvragen van psychogerontologie een vak van 1ste master psychologie. Deze vragen zijn uitgeschreven met vraag en antwoord en de prof stelt telkens dezelfde examenvragen

Preview 2 out of 5  pages

  • June 8, 2022
  • 5
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Psychogerontologie

1. Geef de 3 meest voorkomende soorten corticale dementie + de moeilijkheden/problemen
binnen een cognitief domein.
 Dementie van het alzheimertype, lewy body dementie en frontotemporale dementie
 Alzheimer: vooral geheugenstoornis. Episodische en anterogade geheugen eerst achteruit,
andere cognitieve stoornissen die ook bij deze stoornis gepaard gaan zijn afasie, apraxie,
agnosie en problemen met het executief functioneren.
 Frontotemporale dementie: vooral gedragproblemen: stoornis in het executief functioneren,
gebrek aan ziekte inzicht, gebrek/verlies aan empathie, decorumverlies
 Lewy body dementie: vooral aandachtproblemen: variaties in aandacht en alertheid, visuele
hallucinaties en tekenen van parkinsonisme (tremor).
a. Welke is de meest voorkomende vorm van dementie? Wat zijn de pathologische
merkers? Welke eiwitten liggen aan de oorzaak?
De meest voorkomende vorm is dementie van het alzheimertype. De pathologische
markers: neurofibrilaire tangles en plaques vooral in de mediale temporale cortex,
hippocampus en de enthorinale cortex. Eiwitten bij de tangels: proteine tau:
verandert de chemische en kan de structuur binnne het neuron niet meer houden.
Eiwitten binnen plaques: beta-amyloid 42. Dit eiwit gaat opstapelen (ophoping)
hierdoor sterven de hersencellen af.
b. Welke medicijnen kunnen een symptomatische behandeling verzorgen? Wat is het
werkingsprincipe?
/ niet gevonden
2. Wat is de paradox of ageing/wellbeing?

Op jongere leeftijd is er een sterk verband tussen fysieke en psychische toestand maar op oudere
leeftijd is dit verband minder sterk. Ouderen behouden een zekere levenstevredenheid desondanks
dat ze objectief slechtere levensomstandigheden hebben. Ze hebben meer ervaring en betere
copingsvaardigheden. Maar ouderen met een lagere SES wel gelinkt aan depressie.

a. Wat zijn mogelijke verklaringen voor deze paradox volgens Carstensen et al. + hoe
noemt deze theorie?

Doelstellingen in het heden die gerelateerd zijn aan emotioneel belangrijke zaken
worden verkozen boven toekomstgerichte doelstellingen, persoonlijke sociale contacten
die emotioneel bekrachtigend zijn worden verkozen boven nieuwe sociale contacten en
men verkiest een kleiner sociaal netwerk en tevredenheid met dit sociaal netwerk
resulteert in een hogere well-being en minder depressieve symptomen. Deze theorie is
de socioemotional selectivity theory.

b. Wat zijn de uitgangspunten van deze theorie?
Deze theorie legt de nadruk op de interpersoonlijke relaties en stelt twee doelen
voor: het informatie doel: wat wil zeggen dat mensen relaties aangaan om kennis te
vergaren en uit te breiden en een emotioneel doel dat te maken heeft met de
subjectieve well-being die je hebt in een relatie. Op oudere leeftijd is het emotionele
doel meer van belang.
c. Wat is ageisme? Wat is de multiple jeopardy hypothese?
Ageisme: de negatieve stereotiepe en vooroordelen die gevormd worden op basis
van iemand zijn leeftijd

, De multiple jeopardy hypothese: personen die tot verschillende minderheidsgroepen
behoren hebben meerdere kansen op discriminatie.

3. Wat is de vrije radicalen theorie + middel hiertegen?
Dit is een random error theorie veroudering reflecteert ongeplande verandering over tijd.
Vrije radicalen zijn atomen met ongepaarde elektronen die instabiel zijn, de vrije radicalen
gaan binden aan een ander molecule die opzich stabiel zijn maar door de binding worden
deze molecules instabielen en verliezen ze hun functie. Er ontstaat soms een kettingreactie
van vrije radicalen die molecule opbreken dit noemt men oxidatieve stress. Men kan dit
tegengaan door antioxidanten, de antioxidanten hebben een vrije elektron en zijn enorm
stabiel dus kunnen vrije radicalen absorberen en stabiliseren. Een voorbeeld antioxidant: acai
bessen.
a. Wat is GFR? Stijgt of daalt met ouder worden? Wat zijn de implicaties hiervan?

GFR: glomerular filtration rate: volume afval dat door de nieren gefiltert kan worden.
Dit daalt met het ouder worden. Waardoor stoffen een langere tijd in het lichaam
blijven.

b. Wat is het set point perspectief? Welke eigenschappen bij kinderen/volwassenen
zorgen voor meer levenstevredenheid op oudere leeftijd?

Een biologisch bepaald temperament is verantwoordelijk voor de well-being op
latere leeftijd. Bij kinderen: hoog zelfbeeld en extraversie zorgen voor een positieve
kijk op de wereld en verhogen de well-being

c. Wat is congestive heart failure + gevolgen?

Het hart is niet meer in staat om bloed te pompen naar andere organen, dit kan
zorgen voor kortademigheid, oedeem (longoedeem en oedeen in benen,…).

d. Wat is heterotypische continuïteit?

Een persoonlijkheidsdpathologie kan zich op verschillende manieren uiten tijdens de
levensloop. Het idee is dat de basistrekken wel stabiel blijven maar de representatie
verschilt gedragsmatig naargelang de leeftijd.

4. Wat zijn de medische/wettelijke mogelijkheden voor een waardig levenseinde + uitleg?

 Palliatieve zorg: kwaliteit van het leven van de patiënt verbeteren, door het voorkomen en
verlichten van het leiden. Dit is niet curratief.
 Passieve levensbeindignig: volgt het natuurlijk sterfproces: dit is niet levensverkortend. Men
gaat de levensverlengende behandeling stopzetten of nalaten.
 Actieve levensbeindiging: euthanasie: opzettelijk levensbedreigend handelen door andere
dan de betrokkenen door het toedienen van lethale medicatie op een afgesproken moment
met toestemming van patiënt.



5. 4 principes van ouder worden uitleggen + voorbeeld
 Veranderingen in de levensloop verlopen continu: continuiteitsprincipe: hetgeen gebeurt op
oudere leeftijd bouwt voort op gebeurtenissen uit het verleden. Bv last van de longen op
oudere leeftijd komt door frequent roken op jonge leeftijd

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottedecuyper. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  18x  sold
  • (0)
  Add to cart