Als je kritisch bent stel je vragen over een uitspraak.
● Klopt deze bewering wel?
● Waarop is deze stelling gebaseerd, wat is de bron van informatie?
● Hoe stel je überhaupt vast of een kind ADHD heeft?
● Zou ADHD niet kunnen samenhangen met iets anders dan het voedingspatroon?
Bewering: centrale zin waar het om draait: de stelling.
● Wordt met argumenten of redenen onderbouwd.
Aannames: zaken doe je voor waar aanneemt.
● Je gaat er vanuit dat ze kloppen.
Redenatieschama: kan helpen om de argumentatie voor een stelling beter te begrijpen en
kritisch te analyseren.
● Je zet de stelling bovenaan, de hoofdargumenten daaronder en de subargumenten
weer daaronder.
● Je kan het gebruiken om van anderen hun redenering te bekijken en bepalen in
hoeverre hij klopt.
● Je kan het gebruiken om je argumenten te verbeteren.
Kritische houding hebben betekent ook dat je de informatie die je verzamelt beoordeelt.
Waar kun je op letten bij het beoordelen van informatie?
1) Is informatie toereikend als onderbouwing van de stelling of de hoofdargumenten?
2) Is er in de redenatie genoeg aandacht voor mogelijke tegenargumenten of andere
mogelijke verklaringen?
3) Kun je op grond van eigen kennis al vaststellen of iets wel of niet klopt?
4) Is de bron waarop uitspraken gebaseerd zijn al bekend?
5) Is de bron waarop uitspraken gebaseerd zijn recent genoeg?
6) Is de bron waarop uitspraken gebaseerd zijn betrouwbaar? (Gecontroleerd door
derden, objectief).
7) Is informatie die je vindt ook terug te vinden in andere bronnen?
8) Is de informatie die je vindt relevant voor de situatie?
Kritisch denken: je accepteert informatie niet zonder meer.
● Je gaat zorgvuldig na of er tegen uitspraken of redeneringen valt in te brengen.
● Is een vaardigheid waar je je hele leven wat aan hebt.
● Het helpt je bij het analyseren van problemen, bij het helder formuleren van
complexe zaken en tijdens ingewikkelde discussies.
Redenering: argument of conclusie.
● maakt je standpunt sterker.
● bestaat uit minimaal twee onderdelen.
● bestaan uit signaalwoorden: dus, derhalve, daarom, daaruit volgt, want, omdat,
immers, aangezien.
, Na dus, derhalve, daarom en daaruit volgt komt altijd een standpunt.
Na want, omdat, immers, aangezien komt altijd een argument.
Enkelvoudige argumentatie: één argument wordt aangevoerd bij het standpunt.
Meervoudige argumentatie: meerdere argumenten worden aangevoerd bij het standpunt.
Tegenargument of contra-argument: een argument tegen het standpunt.
Opmerkzaam zijn:
- Bewust waarnemen
- Signalen opvangen
- Feiten en interpretaties kunnen onderscheiden
● Feiten: zaken die met zekerheid vastgesteld kunnen worden.
● Interpretaties: betekenis die je geeft aan de situatie.
- Op de hoogte zijn van de relevante theorie, zodat je je waarnemingen daaraan kunt
koppelen.
- Theorie geeft aan wat de signalen zijn van misbruik, faalangst etc.
- Waarnemen volgens bepaalde theoretische strategieën.
Als je opmerkzaam bent, neem je goed waar: je bent bewust aan het waarnemen.
● Om bewust te waarnemen heb je een doel nodig.
Inhoudsniveau: wat er feitelijk wordt gecommuniceerd.
Betrekkingsniveau: hoe het wordt bedoeld.
Aandachtspunten in verband met opmerkzaamheid:
1) Je gevoel volgen is niet altijd goed
● Het opmerken van je eigen gevoel is goed, hierdoor bewaak je je eigen grenzen.
Maar soms kan je een onprettig gevoel bij iemand krijgen zonder dat het persoonlijk
is. Dit is dan gekoppeld aan ervaringen (van vroeger). Je gevoel kan je dan op het
verkeerde been zetten.
2) Laat je niet afleiden.
● Het is moeilijk op opmerkzaam te zijn wanneer er veel afleiding is. Kies daarom een
observatiemoment.
Het is goed om in situaties te blijven oefenen. Je kunt bijvoorbeeld:
● Proberen doelgericht en bewust waar te nemen in situaties.
● In situaties stilstaan bij de vraag wat er feitelijk aan de hand is en waar de
interpretatie begint.
● Theorie zoeken rond onderwerpen om meer aanknopingspunten te hebben in het
opmerken op je stageplek.
● Wat je hebt opgemerkt toetsen aan anderen en/of vakliteratuur.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxmelany. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.