SAMENVATTING BESTUURSRECHT
LES 1
Geschiedenis bestuursrecht
Nederland vóór 1900: nachtwakersstaat: passieve rol voor de overheid (alleen
veiligheid en dijken)
Nederland na 1900: verzorgingsstaat: actieve rol voor de overheid (veel regels)
Gereguleerde staat: alles is vastgelegd in regels. Er ontstond een deregulering, vermindering
van regels, door de privatisering: overheidstaken worden overgegeven aan particuliere
sector
Rule of law (democratische rechtsstaat): niet alleen wij, maar ook de overheid dient zich
aan het recht te houden.
Bestuursactiviteit op provinciaal en gemeentelijk niveau
Autonome bestuursbevoegdheden (art. 124 lid 1 Gw)
Op zichzelf staand systeem, bestuursbevoegdheden die verband houden met
regeling en bestuur van eigen huishouding. Decentrale overheidsbesturen
bevoegdheden kunnen uitoefenen in het kader ‘eigen huishouding’. Deze
bevoegdheden zijn gebaseerd op de Gemeente- en Provinciewet (organieke wetten.)
Medebewind (art. 124 lid 2 Gw)
Meerdere partijen, plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de
uitvoeringen van regelingen van de hogere overheid. Uitvoering van wetten op het
terrein van bijzonder bestuursrecht.
Bestuursrecht
Het recht dat de relaties tussen het bestuur en burgers normeert. Valt onder het
publiekrecht (overheid-burger) waarbij overheid en burger in een ongelijkwaardige positie
tegenover elkaar staan. Het doel van de Awb is dan ook bescherming bieden voor de
zwakkere partij (de burger).
Publiekrechtelijk: er is een wettelijke grondslag nodig
Het bestuursrecht is onder te verdelen in:
◊ materieel bestuursrecht (rechten en plichten)
Heeft betrekking op de inhoud van besluiten en hoe deze genomen moeten worden
(bestuursrecht)
Hoofdstuk 1-4: totstandkoming van een besluit
Non- contentieus: er is nog geen geschil (je zit nog in de besluitvormingsfase)
◊ formeel bestuursrecht (procedureregels)
Procedures die door het bestuur moeten worden gevolgd bij het nemen van besluiten
(besluitvormingsrecht & bestuursprocesrecht)
Algemeen en bijzonder
,Algemeen bestuursrecht: algemeen geldende regels voor het bestuursrecht (hoofdstuk 1
t/m 10 Awb)
Bijzonder bestuursrecht: bijzondere regelgeving die een algemeen belang behartigen (bv.
drank en horecawet)
Geleden normstelling en gelaagde structuur
In het bestuursrecht is er sprake van gelede normstelling: regels die het handelen van
burgers normeren/vaststellen. Deze regels zijn te vinden in diverse ‘lagen’ wetgeving van
algemeen naar bijzonder.
Bijvoorbeeld: woningwet bouwbesluit bouwverordening omgevingsvergunning
Openbaar bestuur
Nederland wordt bestuurd door het openbaar bestuur: verzameling van bestuursorganen.
Openbaar lichaam overkoepelende organisaties die geen besluiten kunnen nemen
Bv. gemeente, provincies, rijk, waterschappen
Bestuursorgaan kan wel besluiten nemen
Bv. gedeputeerde staten, gemeenteraad, college van B&W
Taken openbaar bestuur:
1. reguleren en sturen van activiteiten van burgers
2. verrichten van publieke taken
Belangrijkste beginselen
Legaliteitsbeginsel: bevoegdheid van bestuursorgaan moet altijd terug te vinden zijn
in de wet
Specialiteitsbeginsel: deze bevoegdheid heeft een speciaal doel
Vormen van bestuur:
1. Wetten in formele zin
Wetten gemaakt door de formele wetgever: de regering en Staten-Generaal (valt
buiten de Awb)
Uitgewerkt in:
2. AMvB (wet in materiele zin)
Een nadere uitwerking van een wet (uitvoeringsbesluit) genomen door de regering
(art. 89 Gw). Hieronder vallen ministeriële regelingen (AVV van een minister).
Uitgewerkt in:
3. Verordeningen
- Provinciale verordeningen (AVV van Provinciale Staten)
- Gemeentelijke verordeningen (AVV van de gemeenteraad)
- Verordeningen van besturen en waterschappen
- Verordeningen van openbare lichamen voor beroep en bedrijf
- Verordeningen van andere openbare lichamen met wetgevende bevoegdheden.
Op basis hiervan nemen bestuursorganen:
4. Besluiten (beschikkingen en besluit van algemene strekking).
Decentralisatie
, Territoriale decentralisatie: taken die eerst centraal worden uitgevoerd, worden
doorgegeven aan verschillende gebiedsdelen bestaande organisaties.
Functionele decentralisatie: taken die eerst centraal werden uitgeoefend, orden
doorgegeven aan organisaties die zich op een specifieke taak concentreren.
Deregulering: hert verminderen van officiële regelingen en wetten.
Privatisering: proces waarbij eigendom overgaan van overheid naar particuliere sector.
LES 2
Attributie/delegatie/mandaat
Een bestuursorgaan kan op drie manieren aan een bestuursbevoegdheid komen. Door
middel van attributie, delegatie en mandaat.
Attributie: toekennen van een nieuwe bevoegdheid (art. 10:22 Awb). Bijvoorbeeld:
de vaststelling van wetten in formele zin door regering en Staten-Generaal
gezamenlijk
Delegatie: doorgeven van een bestaande bevoegdheid met de verantwoordelijkheid
(10:13 Awb). Bijvoorbeeld: het heffen van gemeentelijke belasting
Mandaat: doorgeven van de bevoegdheid zonder verantwoordelijkheid (art. 10:1
Awb). Bijvoorbeeld: handtekeningsbevoegdheid van een ambtenaar voor het college
van B&W
Bestuursorgaan: Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
(A-orgaan), of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (B-orgaan)
art. 1:1 Awb. Art. 1:1 lid 2 Awb benoemt de uitzonderingen: wetgevende macht, Staten-
Generaal, de met rechtspraak belaste organen.
A en B-organen
A-orgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
(art. 1:1 Awb lid 1 sub a)
- Bestuursorganen van de staat: regering, minister, staatssecretaris, KNMI
- Bestuursorganen van de provincie (art. 6 Provw): de commissaris van de Koning,
- Provinciale Staten en het college van Gedeputeerde Staten (G.S.).
- Bestuursorganen van de gemeente (art. 6 Gemeentewet): de burgemeester, de
gemeenteraad en het college van B&W. Bijvoorbeeld: de burgemeester is het
orgaan van rechtspersoon de gemeente
B-orgaan: een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed die geen
deel uitmaakt van een rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht (art. 1:1 Awb
lid 1 sub b)
- Heeft voor een klein deel van zijn werkzaamheden openbaar gezag.
- Bijvoorbeeld APK-keurder: als hij de keuring afgeeft is hij heel even een
bestuursorgaan (bv. garage, APK-keurder, DUO, stichting oud-mijnwerkers)
- Openbaar gezag: het uitoefenen van bestuursbevoegdheid
Organen van de staat die geen bestuursorganen zijn: (art. 1:1 Awb lid 2)
- Soms bij bepaalde handelingen wel een bestuursorgaan als handelingen worden
verricht door een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de ambtenarenwet (lid
3).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iarabout. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.38. You're not tied to anything after your purchase.