a) Jo Tollebeek, Metamorfoses van het Europese historisch besef,
1800-2000 (Brussel 2015).
Historicus: Begrijpen en verklaren van problemen
Wortels van de eigen tijd in het verleden blootleggen
Wetenschappelijke objectiviteit
Bewustzijn kloof tussen heden en verleden
Moet zich afzetten tegen: Postmodernisten die geen waarheid kennen
Politici die geschapen beelden uit geschiedschrijving misbruiken
Activisten die mythen oproepen uit het verleden
Artikel gaat over conjunctuur van historisch besef : veel over gesproken in een sfeer van
cultuurpessimisme en cultuurkritiek
-> Historisch besef zou tanen: Collectief geheugenverlies
Historisch analfabetisme
Onverschilligheid
Verdwijnen waardelegaat
Onderwijs wordt hierin betrokken -> deugt niet -> oppervlakkig en onkritisch
Paradox: aan de ene kant verheven maatschappelijke taak historicus -> aan de andere kant
marginale rol historisch besef in de samenleving
-> Geschiedenis van historisch besef: wisselende perceptie op geschiedenis, omvang van
historische interesse, de wijze waarop de verhouding tussen heden en verleden werd
begrepen
-> Conjunctuur historisch besef verliep chronologisch -> toch lijnen verlopen door elkaar
Geschiedenis en erfl aterschap
Joseph Brodshy (1992); Loflied op Clio: “telkens geschiedenis optreedt, overvalt het ons,
bruusk, houdt verband met schokeffect met confrontatie rauwe werkelijkheid”
Confrontatie -> bestaande cultuur kan verdwijnen -> vergankelijkheid
Waardevolle geachte toestand is achterhaald -> ervaring van verlies
Geschiedschrijving probeert dit dragelijk te maken -> dwingt tot reflectie –> duidelijk maken
dat heden en verleden met elkaar verschillen
1
,Voorbeeld: Renaissance en Reformatie:
Plundering van Rome 1527 -> Heilig Roomse Rijk als opvolger Imperium Romanum is vals
Vertrouwde wereld is achter ons -> Bewustzijn zorgt voor nieuwe opvattingen over de
werkelijkheid
Proces waarvan beweging, revolutie en verandering kenmerken zijn. -> Processuele karakter
Historici gaan verschil tussen heden en verleden ook tenietdoen -> Verbonden
Galerij der helden met betekenis voor eigen tijd (navolging) -> exemplarische en didactische
waarde verleden doen vergeten dat het voorbij is
Franse Revolutie:
Nieuwe schok; alles dwong tot besef van leven in een nieuwe wereld
Romantische fascinatie door geschiedenis is eerste gevolg van dat bewustzijn ->
Romantische geest verdrongen door veranderlijkheid cultuur en samenleving
-> Klacht tegen niet langer “originele relatie met het verleden”
-> Verleden kan door revolutie alleen nog als “artificieel worden ervaren” -> melacholie ->
ervaring van verlies
A haunting relic of historical possibility
Romantiek versterkte ook passie voor het andere -> ‘zucht naar verre en vreemde’
Obsessie in “oneigentijdse” karakter van het verleden – eigen wortels verloren
Opkomst van het ‘stollingproces’: Verlangen verleden te herbeleven
Vervreemding te ontdoen
Opnieuw ‘eigentijds’ karakter geven
Verlies door Revolutie moest ontdaan gemaakt worden
Historisch besef hierin haalde kracht van intensiviteit en gevoel Romantiek
Geboorte modern historisch besef in Durcharbeitung van een collectief trauma
19de eeuw:
Kenmerken modern historisch besef: Gevoelen van innige verbondenheid
Band met verleden bovenhalen
Geschiedenis voor natie is voorgeschiedenis
Verleden als model
Voorgangers als erflaters
Erflaters: zij hadden de fakkel van de ‘natie’ overgenomen en moesten die weer doorgeven
Legaat van het verleden mocht niet verkwanseld worden
Waardevolle getuigenis van traditie
Opnieuw dus exemplaristisch en didactische waarde van verleden -> Burgerdeugd ->
Zoektocht van historici naar ‘historische grootheid’ -> Huizinga, Bazel, Carlyle en Burckhardt
vonden niet de omvang -> niets deed daarin af van verlangen naar voorbeeld uit het
verleden
2
,Nood tot dat verlangen van modern historisch besef: Praktijk Humaniora
Streven naar Bildung
Geesteswetenschappen dienden tot politieke, economische en (natuur)wetenschappelijke
doeleinden -> Betekenis traditie te begrijpen
Meer dan slaafse navolging verleden -> In Humaniora en Bildung constante zoektocht naar
herformulering van deze traditie
-> Het was ononderbroken ‘gesprek met de doden’ die het “geheim van de beschaving” kon
ontrafelen
Elk historiografisch project werd onderdeel van één gigantische autobiografie: cultuur
eigende zich verleden toe en vond op die manier identiteit
Dit idee steunt op het idee dat identiteit van volk, natie, persoon… Pas vorm en inhoud krijgt
in zijn levensgeschiedenis -> Geschiedenis dient dus ook uit te vinden wie wij zijn
Geschiedenis met ‘volkskarakter’: Bevrijd van vreemde onderdrukkers
Politiek georganiseerd
Uiteindelijk onafhankelijke staat
Geschiedenis, identiteit en nation building vormen hechte drie-eenheid
Bij Bildung en Humaniora gaat het dus om Herkenbaarheid in twee richtingen:
1) Letterlijke toe-eigening: actualiteitswaarde
2) Resultaat van een historisch proces: grote veranderingen als begrijpelijk en
herkenbaar
-> Heden en verleden verduidelijkten elkaar
Verleden niet langer een anachronische curiorum, Revolutionaire schokken waren slechts
aanpassingen
Op die manier Continuïteit schapen -> geschiedenis als historische keten -> ononderbroken
geacht -> Alles kon bijdragen tot de glorie van een natie
De belichaamde traditi e
Eind 19de eeuw:
Warme, organische Gemeinschaft werd kille, rationele Gesellschaft
Economische omwentelingen -> Nieuwe groepen in samenleving -> massaficatie van cultuur
-> Angst en vertwijfeling die zich hechten aan de ‘oude wereld’
Al het nieuwe werd aanschouwd als een ‘ontmanteling’: in de chaos van het heden zag men
alleen verschillen met het verleden
-> Geschiedenis kon niet langer onmisbare steun zijn voor opbouw van cultuur
-> Geschiedenis werd een last waarvan men moest bevrijd worden, een leugen die moest
worden ontkracht
3
, De Avant-garde was toekomstgericht
Opkomst Anti-modern historisch besef (1890-1960)
-> Verlangen maatschappij en cultuur retraditoneren
-> Weerhouden van moderne sociale en culturele aanpassing
-> Verleden moest onveranderd blijven
Als het onveranderd deel was er opnieuw verbondenheid tussen verleden en heden mogelijk
Invented tradition:
Ontstond het idee continuïteit geschiedenis niet bestond, maar werd gecreëerd
-> Een praktijk, niet geëxpliciteerde regels, bepaalde normen en waarden trachtte ingang te
doen door steeds zichzelf te herhalen en continuïteit te suggereren
-> Uitvinding -> Fictief
Voorbeelden: Koninginnedag 1885 en Socialitische 1 mei 1890
-> Ingang van sociale kwestie:
Katholieken verdedigen Middeleeuwen als ‘evangelische democratie’, ‘gewijde bron’ van
moderne samenleving
Eigentijdse ‘katholieke actie’ zou historische wortels hebben
Allemaal in kader van eigen groep in verzuiling
Invented traditions tonen drang tot retradionalisering
Illustratie in twee voorbeelden:
1) Hoe adel met de geschiedenis omging: Voelden hun positie bedreigd, afstand
nemen
van parvenu’s -> verzamelden in conservatieve opinie. Trachten verleden te
beschrijven, bewaren en te conserveren -> grote aandacht voor genealogie
Belangstelling voor monumentenzorg; kastelen op platteland, hôtels (tijdelijk residenties) ->
gerestaureerd en gedecoreerd -> feitelijke remakes (historischer dan origineel) -> Illusie
scheppen verleden
Historisch vervivalisme: verlangen onhoudbare modernisering tegen te houden
Adel zag zichzelf als hoeders traditie en fundament van de beschaving -> antidotum tegen de
kille burgermaatschappij
2) Jeugdbewegingen: biologische belichaming conservatief ideaal
Afkeer voor moderne cultuur, resistent tegen bourgeoisie, natuurleven en
Verbondenheid met de natie als anti-gif
Biologische en raciale eenheid naar idealisering van middeleeuwse wereld
Interbellum: katholiek en Vlaams-nationalistisch -> Romantische afzetting tegen
modernisering -> Wenden tot nationaal verleden (Klauwaards en Kerels van Vlaanderen)
Koppeling van heroïsche-exemplarisch en etnisch-identificerende
‘Erfwacht’: Jeugd dient ‘volkse erf’ -> morele, spirituele en biologische waarden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BV9844. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.