Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht
Een samenvatting van H1 t/m H12 en H15 uit het boek verbintenissenrecht & ondernemingsrecht. Het is een overzichtelijke samenvatting met veel rijtjes, die je makkelijk kunt onthouden. Ook zijn de belangrijkste wetsartikelen van elk hoofdstuk vermeld zodat je het snel kunt opzoeken in je wetbundel. ...
FRE V&O H1 - Inleiding in het recht
1.1 Inleiding
Recht = alle (gedrags-)regels bij elkaar.
Eigenrichting = zelf voor rechter spelen
1.2 Recht en rechtsbronnen
Ons recht ontstaat uit rechtsbronnen:
1. Wetten
Wet = een geschreven rechtsregel.
Codificeren = het systematisch opnemen van regels in wetten.
Wet in materiële zin = een wet die voor herhaalde toepassing vatbaar is en
algemene regels bevat.
Regering = Koning en ministers.
Staten-Generaal = Eerste en Tweede Kamer.
Wet in formele zin = een wet die door de regering en de Staten-Generaal is
gemaakt.
Burgerlijk Wetboek > wet in materiële en formele zin.
2. Verdragen
Verdrag = internationale overeenkomst tussen twee of meer landen.
Self-executing = wanneer een bedragsbepaling de burger rechtstreeks
bindt. > ze kunnen nationale regels beperken of zelfs helemaal opzijzetten.
3. Jurisprudentie
Jurisprudentie = uitspraken van rechters.
Vonnis = wanneer de rechtbank een uitspraak doet.
Arrest = uitspraak van het gerechtshof of de Hoge Raad.
4. Het gewoonterecht
Gewoonterecht = ongeschreven recht omdat deze regels niet in een wet
zijn vastgelegd.
1.3 Privaatrecht en publiekrecht
Privaatrecht = regelt de relatie tussen burgers onderling > een burger kan een
particulier, ondernemer, organisatie en soms ook de overheid zijn.
Publiekrecht = regelt de relatie tussen overheden onderling en die tussen de
overheid en de burger. > de overheid is dan ‘machtspersoon’. (heeft exclusieve
bevoegdheid)
1.4 Objectief recht en subjectief recht
Objectief recht = geheel van geschreven en ongeschreven rechtsregels.
Subjectief recht = individueel recht dat je in het concrete geval aan de objectieve
rechtsregels ontleent. (rechten die aan personen toekomen)
1.5 Dwingend recht, aanvullend recht en regelend recht
Dwingende rechtsregels = rechtsregels waarvan je niet mag afwijken. > als je
hiervan toch afwijkt, dan is de gemaakt afspraak ongeldig (=nietig).
Aanvullend recht = wetgeving dat een onderlinge afspraak aanvult. > geldt
alleen wanneer de partijen zelf niets geregeld hebben.
Regelend recht = wetgeving waarvan je door middel van een afspraak wel mag
afwijken.
1.6 Formeel recht en materieel recht
Materieel recht = rechtsregels die de rechten en plichten van partijen regelen.
Formeel recht = rechtsregels die aangeven op welke wijze je het materiële recht
kunt handhaven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bliep. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.