Latijn samenvatting teksten
Hoofdstuk 3 Panegyricus
A. Een gebed is gepast bij mijn dankbetuigingen
Onze voorouders hebben de gewoonte om handelingen en toespraken te beginnen met een gebed
overgeleverd, omdat mensen bij al hun acties of handelingen afhankelijk zijn van de hulp van de
goden ‘quod nihil…honore auspicarentur’ (r.3-4). De goden worden bedankt, omdat een
voortreffelijke keizer (Trajanus) het mooiste geschenk is dat de goden kunnen geven. Plinius zegt dat
deze gewoonte door niemand anders dan door een consul zelf nageleefd moet worden (Plinius is
consul).
B. Jupiter heeft immers gezorgd voor een voortreffelijke keizer
In r.1-3 staat dat het niet meer twijfelachtig is of leiders bij toeval of door een god aan de wereld
worden gegeven. We zijn ervan overtuigd dat Jupiter hiervoor verantwoordelijk is (irrealis, P zegt dat
het twijfelachtig is maar dat is niet, het is Jupiter). Keizer Trajanus werd als keizer toegejuicht bij de
Jupitertempel op het Capitool. Plinius richt zijn gebed tot Jupiter, want Jupiter heeft Trajanus als
keizer geschonken. Hiervoor moet Plinius hem bedanken (‘actio gratiarum’ r.11, epideictische
retorica).
‘Consule, senatu, principe’ r.9-10:
1. Consul = de spreker, Plinius
2. Senaat = plaats van handeling, plaats van de toespraak
3. Princeps = de toegesprokene, de adressaat, keizer Trajanus
Plinius smeekt dat zijn toespraak oprecht is, en zelfs geen schijn van vleierij bevat (utque…
necessitate r.9-12).
‘Necessitate’ r.12: geen vrijheid om te zeggen wat hij wil, wat onder Domitianus het geval was.
A. U, Trajanus bent tevreden met een enkel bronzen standbeeld
De voorgangers van Trajanus, die veel minder presteerden, lieten zich op grootse wijze bij of in de
tempels vereren terwijl Trajanus met een of twee bronzen standbeeld die buiten staan tevreden is.
Trajanus gaat alleen de tempels binnen om te vereren, en niet om vereerd te worden r.4-5.
‘Radiatum’ r. 1 verwijst naar het beeld, Colossus, van keizer Nero
‘Auro aut ebore’ r.2 verwijst naar de kostbare beelden van keizer Domitianus
De goden verlenen de hoogste positie onder de mensen aan Trajanus, omdat hij zich niet, zoals
Domitianus die zelfs als dominus et deus aangesproken wilde worden, als god wil manifesteren r.5-7.
B. De vele gouden en zilveren standbeelden van Domitianus zijn door de volkswoede vernield
De godenbeelden werden onteerd ‘seu potius polluebatur’ r.2, omdat Domitianus een incestueuze
verhouding had met zijn nichtje en zijn standbeelden stonden tussen die van de goden, daardoor
werden de godenbeelden onteerd/bedoezeld. De bronzen en weinige beelden van Trajanus zullen
wel blijven staan, maar de gouden en vele beelden van Domitianus zijn verwoest. De asyndeta in r.6-
7 zorgen voor versnelling: je ziet als het ware de menigte op de beelden inbeuken, het wordt bijna
zichtbaar dat de handelingen van het beeldenstormen elkaar snel opvolgen. Door de personificatie in
r.8 lijkt het net of met iedere aanval op de beelden, de beelden bloeden en pijn hebben. De s-klank in
r.7-8 benadrukt de haatgevoelens van het volk. Plinius laat de sissende woede als het ware horen die
de menigte opjut. Het verwoesten en beschadigen van de beelden van Domitianus voelde bevrijdend
voor de bevolking die lange tijd gebukt gegaan is onder het wrede bewind van Domitianus.
C. Niet aan u, maar aan Jupiter hebben we uw goede gaven te danken
, ‘Simili…agi’ r.1-2 komt de eigenschap ‘bonitas’ goedheid van Trajanus naar voren. Plinius prijst
Trajanus’ bescheidenheid. Tijdens het bewind van Domitianus werden dankoffers aan Domitianus
zelf en aan zijn beelden gegeven. Tijdens het bewind van Trajanus wordt dank betuigd aan Jupiter. Zo
verwijzen ‘illi’ en ‘illius’ naar Jupiter Optimus Maximus. ‘Atrocissima effigies’ r.6-7, omdat het beeld
Domitianus voorstelt die zoveel mensenlevens op zijn geweten heeft.
D. De grote verdienste van onze keizer is dat we kritiek mogen hebben op slechte keizers
Met ‘parens noster’ r.4 wordt Trajanus bedoeld. Trajanus moet vergeleken worden met zijn slechte
voorgangers, want goede keizers worden meer gewaardeerd als er slechte keizers zijn waarmee ze
vergeleken kunnen worden. Burgers kunnen goede keizers liefhebben als ze slechte keizers haten en
bekritiseren r.5-8. Domitianus heeft de dood van Nero gewroken, omdat hij Nero bewonderde. R.11-
13 is ironisch Domitianus zou juist niet toestaan dat Nero werd bespot. Het was onder Domitianus
onmogelijk om eerdere keizers te bekritiseren, omdat hij deze kritiek op zichzelf zou betrekken.
E. Slechte keizers mogen bekritiseren is het mooiste geschenk dat onze keizer ons geeft
Het mooiste geschenk van Trajanus is dat het volk kritiek mag hebben op de slechte keizers uit het
verleden. Daarmee waarschuwen ze toekomstige keizers. Als die op hun hoede zijn en dus geen
slecht gedrag gaan vertonen (niet ‘funestorum’ r.5), hoeven zij ook niet bang te zijn dat ze na hun
dood door het nageslacht vervloekt zullen worden. Deze vervloeking krijgen slechte keizers na hun
dood wel. ‘Quod…vindicari’ r.2-3 is in de vorige tekst ook genoemd: ‘Adice, quod imperatoris nostri
non aliud amplius ac diffisius mertitum est, quam quod insectari malos princeps tutum est.’ Met
‘patres conscripti’ r.6 houdt Plinius de luisteraars bij de les. Zowel het verdriet als de vreugde bekend
maken, moet gebeuren onder een goede keizer ‘simul…principe’ r.8-9. Als slechte keizers worden
bekritiseerd, worden goede keizers geprezen, want hij doet al die slechte daden niet. Met ‘eadem
facere’ r.13 wordt het verrichten van slechte daden bedoeld.
A. Jupiter, wij smeken u om het welzijn van Trajanus
Plinius smeekt de goden voor bestendigheid/continuïteit ‘perpetuitas’ r. 4, omdat hij wil dat de
huidige, gelukkige toestand blijft bestaan en dat het Romeinse Rijk in de toekomst gedijt. ‘Cuncta
ista’ r.7 verwijst naar ‘pacem, concordiam, securitatem, opes, honores’ r. 6-7. De belangrijkste wens
was het welzijn van Trajanus, want als Trajanus in leven blijft, blijft ook de huidige, gelukkige situatie
in stand. Met de allerhoogten ‘alitissima quaeque’ worden de rijke Romeinen met de hoogste
functies bedoeld. Dit is een metafoor: de mensen worden vergeleken met bergen, die door een
storm worden geschud. Alleen de allerhoogste bergtop, de keizer Trajanus ‘hic’, bleef overeind.
B. Jupiter, u koos de keizer, help hem bij de keuze van zijn opvolgers
Met ‘tu’, ‘tui’, ‘tuo’ en ‘tuo’ benadrukt Plinius zijn beroep op Jupiter. Met ‘imperatoris’ r.2 en ‘illi’ r.3
wordt Trajanus’ voorganger, Nerva, bedoeld. Filium illi is Trajanus, de geadopteerde zoon van Nerva.
Zo wordt er ook met ‘adoptato’ r.9 Trajanus bedoeld. ‘Si…regit’ r.5-6 zijn onderdeel van de
gebedsformule. Plinius’ wens voor een goede opvolger die hij of heeft verwerkt of heeft geadopteerd
wordt vervuld, want de door Trajanus geadopteerde Hadrianus was een goede keizer.
C. Ik dank u voor mijn benoeming tot consul
In deze tekst worden de senatoren bedankt. Plinius geeft een opsomming van zijn kwaliteiten:
1. Hoe rustig Plinius heeft opgetreden tijdens zijn volkstribunaat
2. Hoe gematigd Plinius was toen hij praetor was
3. Zijn trouw en standvastigheid bij zijn taken als advocaat
Plinius moet zijn best blijven doen, wil hij de eensgezindheid van zijn benoeming tot consul
koesteren, vasthouden en vergroten.
D. Ik zal uw vertrouwen niet beschamen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmineofili. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.