100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Hoorcolleges PaW Theorie (HC1-7)

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
18
Geüpload op
08-06-2022
Geschreven in
2021/2022

Dit is een samenvatting van alle stof uit de hoorcolleges van PaW die niét gaan over testtheorie. HC1 - 7 worden in deze samenvatting behandeld. Zeer volledige samenvatting inclusief de benodigde begrippen.

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
8 juni 2022
Aantal pagina's
18
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

1


HC’s PaW Theorie (HC 1 t/m 7):
HC 1:
 Als psycholoog opereer je in de wetenschap, de praktijk en de samenleving.
 Het verleden heeft invloed op de psycholoog; positief en negatief: theoretische
kaders, maar ook bias.
 ‘Tools’:
1. Theoretische en empirische basis (PaW colleges)
2. Bewust van bias in jezelf en anderen (PaW colleges)
3. Beoordelen en toepassen van bewijs (testtheorie)
4. Recht doen aan onzekerheden (testtheorie)
5. Helder en accuraat communiceren (opdrachten)
6. Maatschappelijke toepassingen (opdrachten)
 Demarcatie van de wetenschap: vaststellen wat er wel en niet valt onder
wetenschap.
 Pseudowetenschap: doet wel alsof het wetenschappelijke claims maakt, maar
voldoet niet aan de toetsbare criteria voor wetenschap.
 Transparent: het onderzoeksproces is stap voor stap helder en volledig beschreven.
 Reproduceerbaar: het onderzoek (of een deel ervan) kan nog een keer uitgevoerd
worden zoals dit eerder ook gebeurd is.
 Replicatie: een studie vindt hetzelfde resultaat als een eerdere studie.
 Er zijn kleine verschillen tussen het boek en de colleges, maar de colleges zijn altijd
leidend.
1. Publicatie bias: reviewer bias en file-drawering
2. Vertekende onderzoekspraktijken: P-hacking en HARKing
3. Het verschil tussen de termen reproduceren en repliceren
 Onderzoekssoorten:
1. Descriptief: observaties documenteren zonder relaties tussen variabelen te
analyseren.
2. Exploratief: relaties tussen variabele analyseren, maar niet toetsen.
3. Confirmatief: hypotheses toetsen.


, 2


 Een theorie is een integratie tussen verschillende hypothesen. Theorie is niet zomaar
een paar hypothesen bij elkaar, maar deze onderdelen moeten samen een geheel
vormen.
 Psychologie: de wetenschappelijke studie van het brein, cognitie en gedrag.
 Theorie: een set van onderling verbonden claims die toetsbaar is (deels of geheel)
 Hypothese: een claim over de relatie tussen constructen die volgt uit een theorie
o Variabelen: observaties die verschillende waarden kunnen aannemen.
 Voorspelling: een verwacht patroon van data in studieopzet (op basis van
hypothese).
o Data: records van observaties.
 Twijfel is geen zwakte, maar van maatschappelijk belang. Om beleid te verbeteren en
het vertrouwen in de wetenschap te behouden.
 Diversiteit: het erkennen, respecteren en waarderen van verschillen tussen mensen
 Inclusie: een gemeenschap waar iedereen zich gewaardeerd en thuis voelt.
 Diversiteit in onderzoekspopulaties is heel belangrijk (niet alleen WEIRD populaties,
maar ook andere populaties moeten onderzocht worden)

HC 2:
 Wetenschapsfilosofie: Wat kwalificeert als wetenschap? Hoe waar zijn
wetenschappelijke uitspraken? Hoe moet wetenschap bedreven worden? Etc.
 Waarom? Het doen van gestoelde uitspraken/ het beoordelen van (op bewijs
gestoelde) uitspraken.
 Uitspraken:
1. Non-wetenschappelijk: er is geen evidentie voor een claim.
2. Pseudowetenschappelijk: er wordt beweert dat er evidentie is voor de uitspraak,
maar men is niet bereid deze te geven. Men is ook niet bereikt tegensprekende
feiten te accepteren.
3. Wetenschappelijk: er is enige evidentie voor de uitspraak en deze wordt ook
gebruikt bij het opstellen van de claim.
 Mertoniaanse normen:
1. Communisme: De kennis is van iedereen. Wetenschappers horen kennis met
elkaar te delen. Zo kunnen we op deze kennis verder bouwen.
2. Universalisme: Wetenschappelijke kennis, is wetenschappelijke kennis. Ongeacht
van welk persoon dit komt en wat jij van ze vindt. Zolang de goede methoden zijn
gebruikt om de kennis op te doen mag iedereen met nieuwe wetenschappelijke
kennis komen.
3. Belangeloosheid: Wetenschappers horen geen onderzoek te doen om
persoonlijke voordelen te verkrijgen, zoals geld en aanzien, maar enkel om het
begrip over het onderzochte onderwerp te vergroten en kennis op te doen.
4. Georganiseerde scepsis: Niks is heilig in de wetenschap. Een wetenschappelijk
statement zou nooit klakkeloos overgenomen moeten worden. We moeten
sceptisch blijven.
 Deductie:
o Op basis van premissen trek je een conclusie. Gebruik van logica. Een logische
conclusie (valide) wil nog niet zeggen dat deze ook waar is.

, 3


o Validiteit en waarheid. Een conclusie kan valide en waar zijn, maar ook valide
en onwaar. VB: Bijna alle zwanen zijn wit -> Jan ziet een zwaan -> de zwaan is
wit. Valide, maar onwaar.
o De inhoud van premissen hoeft niet waar te zijn.
o Als de premissen waar zijn, is een conclusie waar.
 Inductie: je doet meerdere observaties en op basis daarvan trek je een algemene
conclusie.
 Deductie: gebaseerd op logica, leidt niet tot meer kennis, waar?
 Inductie: logica niet aan de orde, leidt tot meer kennis, waar?
 Positivisme: er is een waarheid over de wereld en we kunnen onze zintuigen
gebruiken door middel van waarnemingen/observaties en zo kunnen we achter deze
waarheden komen.
 Metafysische realisme: er bestaat een externe, van onze geest en waarneming
onafhankelijke wereld.
 Epistemologisch realisme: wij kunnen objectieve kennis krijgen van deze externe
werkelijkheid.
 Het inductieprobleem: je kunt nooit alle observaties doen die nodig zijn om 100%
zeker te zijn van de door jou getrokken conclusie.
 De meeste kennis over de psychologie komt via inductie tot stand.
 Kant: er is geen realiteit, onze geest creëert de realiteit.
 Popper: Kant heeft gelijk wat betreft inductie, maar zijn conclusie raakt kant nog wal.
 Falsificatie: we kunnen met één observatie een uitspraak ontkrachten. Een
waarneming die in tegenspraak is met de theorie falsifieert de theorie. Observaties
zijn theorie-afhankelijk en subjectief. Daarmee is het de vraag of falsificatie
daadwerkelijk mogelijk is. Theorieën blijven overeind ondanks falsificaties.
 Lakatos: programma’s: Er is een harde kern van assumpties die ondanks alles
overeind blijven. Hieromheen zit een beschermgordel en die aangevuld en
afgebroken kan worden. Er wordt onderzoek gedaan naar de ondersteuning van de
harde kern.
o Positieve heuristiek (wel doen): onderzoek dat de theorie versterkt.
o Negatieve heuristiek (niet doen): onderzoek dat de harde kern aantast.
 Kuhn: paradigma’s en cycli: gewone wetenschap -> tegenslag -> crisis -> revolutie ->
voorwetenschappelijke periode -> nieuw paradigma.

HC 3:
Deel 1: Replicatie crisis:
 Replicatie crisis: replicatie studies die veel gevonden effecten of relaties niet konden
repliceren. De crisis is niet beperkt tot de psychologie. In de psychologie konden net
iets meer dan 50% van de studies niet worden gerepliceerd. Cognitieve experimenten
scoorden beter dan de sociale experimenten.
 Het soort studie dat lastig is om te repliceren zijn bijvoorbeeld; studies over priming,
unconscious effects, paranormale effecten en automatisch gedrag.
 Naber: je bent onbewust niet zo beïnvloedbaar als men denkt, het grootste deel van
de tijd ben je bewust bezig. Er zijn wel processen die onbewust gebeuren, maar die
waren eerst bewust. Deze processen zijn geautomatiseerd. 10% is altijd onbewust
geweest, maar dit zijn bijvoorbeeld reflexen. IJsberg analogie.
 Gevolgen falende replicatie:
$6.02
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
annewilbiesheuvel Universiteit Utrecht
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
226
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
157
Documenten
18
Laatst verkocht
1 maand geleden

3.6

5 beoordelingen

5
0
4
3
3
2
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen