Pincode TF 6de editie, Samenwerken en onderhandelen (vwo) - antwoorden
Hoofstuk 1 Samenwerken is een spel
1.1 Speltheorie
1 a Een rationeel argument om deel te nemen aan een loterij is als je beslist op basis van het
feit dát er een winstkans is of dat het een aardig/spannend tijdverdrijf is om naar de trekking
te kijken.
Een emotioneel argument om deel te nemen aan een loterij is als je beslist uit vrees dat je
mogelijk een prijs misloopt. Het meedoen aan een loterij is kanstechnisch vanwege de lage
winstkans een emotionele beslissing.
b De titel van de bron betekent dat opzeggen makkelijker is gezegd dan gedaan. Als je
eenmaal meedoet is het moeilijk om op te zeggen omdat een kleine kans bestaat dat je
hiermee een toekomstig geldbedrag misloopt. Je wil niet het risico nemen dat er een prijs op je
postcode valt, en jij omdat je niet meespeelt buiten de prijzen valt.
c De postcodeloterij is een herhaald spel. Ieder maand wordt onder dezelfde voorwaarden een
nieuwe mogelijkheid gecreëerd om deel te nemen of niet deel te nemen.
2 a Nederland probeert de keuze van Engeland te beïnvloeden door hooggeplaatste personen
een beeld te laten schetsen van economische neergang als de Britten uit de EU zouden
stappen. Ze proberen de Britten hiermee te beïnvloeden en voor de EU te stemmen.
b Het referendum over de uittreding van Engeland is een simultaan spel. De kiezers hebben
één gelijktijdige mogelijkheid om te kiezen. Alle kiezers maken onafhankelijk van elkaar een
keuze op één moment.
c Dit is een eenmalig spel. Na de verkiezingsdag komt er geen tweede referendum over de
Brexit.
3 a Mogelijke overwegingen om als sporter al dan niet doping te gebruiken, zijn:
- De kans dat je betrapt wordt
- De mogelijk betere toekomstige prestaties
- Beter inkomen door verhoogde prestaties
- Wat doet de concurrentie?
- ...
b Bij een niet-coöperatief spel is de kans groter dat er doping plaatsvindt. Wanneer de spelers
in staat zijn betrouwbare afspraken te maken, kiezen ze beiden voor geen doping. Zodat ze
geen kans lopen om gepakt te worden, en een gelijke kans behouden. In werkelijkheid kan
een afspraak geschonden worden en zal dus een altijd een niet-coöperatief spel ontstaan
waarbij dopinggebruik een mogelijkheid is.
4 a+b+c
Finn
Bekennen Niet bekennen
Jesse Bekennen (3 jaar, 3 jaar) (Vrij, 5 jaar)
Niet bekennen (5 jaar, Vrij) (1 jaar, 1 jaar)
d Wat opvalt is dat ‘bekennen’ voor beiden de keus is. Maar het is niet de optimale keus. De
optimale keus - als beiden niet bekennen - vraagt om vertrouwen en dat is lastig bij dit soort
dilemma, opnieuw kiezen kan niet en onderhandelen of samenwerken evenmin. De uitkomst
zal dus zijn dat beide ‘bekennen’.
5a
Sportmerk B
Wel contracteren Niet contracteren
Wel contracteren € 1 mln., € 1 mln. € 3 mln., € 0,5 mln.
Sportmerk A Niet contracteren € 0,5 mln., € 4 mln. € 2 mln., € 2 mln.
De uitkomst van het spel is dat beide sportmerken voor ‘wel contracteren’ kiezen.
,Pincode TF 6de editie, Samenwerken en onderhandelen (vwo) - antwoorden
b Er is sprake van het gevangenendilemma, omdat: de uitkomst van het spel (beide ‘wel
contracteren’) niet de uitkomst is die voor beide partijen gezamenlijk de hoogste beloning
levert. Dat is beide ‘niet contracteren’ (het vak rechtsonder).
c De winstgroei van de sportmerken blijft achter, omdat als beiden een sporter hebben
gecontracteerd ze beiden kosten maken. De bijkomende sponsorkosten worden minder
makkelijk terugverdiend in die situatie. Als een van beide een sporter had gecontracteerd had
dit kunnen leiden tot een nieuwe afzet plus een gedeelte van de afzet van de concurrent. In
die situatie kun je wel de extra kosten terugverdienen.
6a
Bedrijf 2
Strategie C Strategie D
Strategie A € 3 mln., € 3 mln. € 1 mln., € 1 mln.
Bedrijf 1 Strategie B € 2 mln., € 4 mln. € 3 mln., € 3 mln.
b Er is bij dit spel geen sprake van een gevangenendilemma. De gekozen strategie levert een
uitkomst, het Nashevenwicht, die voor beide spelers het meest oplevert. Er zijn wel vakken
met gelijke gezamenlijke pay-offs, maar geen (voor beide spelers) hogere.
7 a Jesse en Finn kunnen voor beide tot een optimaler resultaat komen, als ze elkaar
vertrouwen en zouden kunnen overleggen. Dan zouden ze tot de voor hen beiden gunstige
uitkomst van 1 jaar kunnen komen door allebei niet te bekennen.
b Er moet sprake zijn van een simultaan spel. Als ze kunnen overleggen, is het in mindere
mate een simultaan spel. Ze kiezen niet onafhankelijk voor hun eigen belang, maar voor het
gezamenlijk belang - en daarin zit ook een afhankelijkheid.
8 a De opbrengstenmaxtrix zegt het volgende: Treden ze op in Amsterdam dan verdient Nils €
250 en Kars € 350. Als ze in Rotterdam optreden, dan houdt Nils daar € 275 aan over en Kars
€ 325.
b Dit is geen gevangenendilemma. Er is geen evenwichtsuitkomst. Een aantal voorwaarden
zou je van toepassing kunnen verklaren (ze moeten allebei beslissen, ze maken een keuze uit
twee alternatieven en de beslissing van de ander is voorwaardelijk voor de uitkomst), maar ze
kunnen overleggen, het is geen eenmalige beslissing, er is geen optreden als een van beiden
niet meedoet.
c Het gevangenendilemma als model zoals gebruikt in de voorbeelden in deze paragraaf komt
niet zo vaak voor, omdat de voorwaarden nogal strikt zijn. Het helpt meer bij het inzichtelijk
maken van het dilemma en een niet-optimale uitkomst, dan bij het oplossen van een praktisch
probleem. De belangrijkste aannamen die daarbij theorie en praktijk uit elkaar drijven zijn: je
kunt niet met elkaar overleggen, er zijn twee partijen met een keuze uit twee mogelijkheden,
de beslissingen zijn altijd rationeel.
9 a De opbrengstenmatrix zegt het volgende: Als kledingwinkel A de uitverkoop een week
vervroegd, is de winst € 72.000 als kledingwinkel B dat ook doet en € 100.000 als
kledingwinkel B de uitverkoop niet vervroegd. Kiest kledingwinkel A om de uitverkoop niet te
vervroegen, dan is de winst € 48.000 als kledingwinkel B de uitverkoop wel vervroegd en €
80.000 als kledingwinkel B ook de uitverkoop niet vervroegd.
b
Kledingwinkel B
Week eerder Normale uitverkoop
Week eerder (€ 72.000, € 90.000) (€ 100.000, € 60.000)
Kledingwinkel A Normale uitverkoop (€ 48.000, € 125.000) (€ 80.000, € 100.000)
c Het individuele belang is het beste gediend met een vervroeging van de uitverkoop als de
concurrent dat niet doet. Maar ook als de concurrent dat wel doet, zal de - onafhankelijke -
keuze zijn om vervroegd uitverkoop te houden (zie tabel).
d Een reden om de uitverkoop niet te vervroegen kan zijn dat de uitkomst dan voor hen
samen hoger is - en hoger dan wanneer ze beiden of ieder voor zich een week vervroegen. De
uitkomst van het spel is: (€ 72.000, € 90.000). Als ze samenwerken is de uitkomst: (€ 80.000,
,Pincode TF 6de editie, Samenwerken en onderhandelen (vwo) - antwoorden
€ 100.000).
e Voor de uitkomsten van de keuze maakt het op zich niet uit dat winkel B altijd een hogere
winst heeft dan winkel A. De verschillen zijn procentueel vrijwel gelijk.
f Het heeft kenmerken van een simultaan spel, ze moeten ongeveer tegelijkertijd beslissen en
zijn afhankelijk van de ander. Anderzijds is overleg wel mogelijk en zullen ze mogelijk niet
over dezelfde informatie beschikken (de winst van de andere winkel kennen ze waarschijnlijk
niet precies).
10 a
Gort
Niet adverteren Wel adverteren
Ilja Niet adverteren (50, 50) (25, 65)
Wel adverteren (75, 10) (20, 60)
b Gort heeft de dominante strategie van wel adverteren. De dominante strategie is de
strategie die Gort altijd volgt ongeacht de keuze van Ilja. Dat is: wel adverteren.
c Als ze er beiden een coöperatief spel van maken, gaan beiden niet adverteren. Dat geeft de
grootste gezamenlijke opbrengst. Echter, Gort heeft in de uitgangssituatie 15 meer en zal dus
niet zonder meer akkoord gaan. Ilja zal Gort iets moeten bieden om hem tot niet adverteren te
brengen.
d Oorzaken waarom het lastig is om samen te werken:
- Gort heeft minder winst bij samenwerken dan zonder. Daar gaat Gort waarschijnlijk niet voor
kiezen.
- Ilja zou ten koste van € 5 miljoen winst ook kunnen adverteren zodat beiden op 20 komen.
Is dit een geloofwaardige dreiging voor Gort?
Intergratieopdrachten
11 a Er overleg nodig om te voorkomen dat beide renners gaan kiezen voor doping, omdat de
beide renners individueel zullen kiezen voor die strategie die ongeacht de keuze van de ander
het meeste oplevert (dominante strategie). Dat is in dit geval voor beide renners ‘wel doping’
(60 tegen 35, respectievelijk 20 tegen 15).
Adrie den Hollander
geen doping wel doping
geen doping 35, 35 15, 60
Bernard Maillot
wel doping 60, 15 20, 20
b Alternatief 3
De dominante strategie van renners zal veranderen van ‘wel doping’ naar ‘geen doping’
Het saldo van opbrengsten min kosten van de renner die geen doping gebruikt wordt groter
dan saldo van de renner die wel doping gebruikt. Als de laatste betrapt wordt, levert hij
prijzengeld in en zal hij (extra) inkomsten derven.
c In het antidopingvoorstel heeft een wielrenner er belang bij om geen doping te gebruiken,
omdat een groot deel van zijn inkomsten niet direct uitbetaald wordt maar, onder
voorwaarden, wordt toegevoegd aan het inkomen dat uitgekeerd wordt na afloop van de
actieve periode.
12 a De omcirkelde bedragen, als je uitgaat van een evenwichtsuitkomst voor Karima en Kim,
betekenen het volgende: Als Karima ervan uitgaat dat Kim kiest voor de gouden bal, dan kiest
ze ook de gouden bal, want dat levert meer op. Kiest Kim voor altijd prijs, dan zal Karima ook
voor de gouden bal kiezen, want dan heeft ze de hoofdprijs! Als Karima onafhankelijk van de
keuze van Kim kiest, dan is ze het beste af met de gouden bal: altijd prijs! Dit is in de tabel
aangegeven met de blauwe cirkels. Voor Kim geldt hetzelfde. Die voorkeuren zijn groen
omcirkeld. Het is de evenwichtsuitkomst.
b De keuze verandert niet als het bedrag verandert, maar tussen € 10 en € 10.000 blijft. Dan
zullen de voorkeuren die in de opbrengstenmatrix staan blijven gelden.
c Als het vriendinnen zijn, dan kunnen ze afspreken om allebei te kiezen voor altijd prijs. Of
van tevoren af te spreken dat ze de prijs delen als een van beiden de hoofdprijs wint. In geld
maakt het niet uit als ze beiden die afspraak nakomen. Ga je uit van samenwerken, dan
moeten ze ook zorgen dat ze juist niet allebei gouden bal kiezen. Het blijft wel een kwestie van
vertrouwen!
d De prijs bij 'altijd prijs' is nu € 5.000 (per persoon). Als dat hoger wordt, zijn ze samen beter
af als ze deze keuze maken (als ze bijvoorbeeld hebben afgesproken van dit bedrag samen op
vakantie te gaan, dan hebben ze in totaal meer geld). Is het bedrag lager dan € 5.000, dan
wordt de totale opbrengst lager als ze die delen en kunnen ze beter kiezen voor de variant 'de
een kiest 'gouden bal' en de ander 'altijd prijs'.
Herhalingsopdrachten
1 De speltheorie geeft een verklaring voor niet-optimale uitkomsten bij een
gevangenendilemma onder de voorwaarden dat: beide spelers voor hun dominante strategie
gaan en er een voor beide gunstigere uitkomst is als ze samenwerken.
2 a Grootschalig sponsoren van de Olympische spelen kan gunstig werken voor McDonalds
omdat de Olympische spelen staan voor een sportieve en gezonde uitstraling. McDonalds heeft
juist dat imago niet. Voor een fastfoodketen is het belangrijk om de perceptie van een
ongezond imago tegen te gaan.
b De publieke opinie (gevoed door meningen zoals die van Mollema in zijn tweet) kan het
afkeuren dat McDonalds ongezond eten gratis verstrekt aan topsporters. Dan werkt een
sponsoring van de Olympische spelen juist averrechts.
c De twee concurrerende bedrijven maken bij sponsoring minder winst omdat ze meer kosten
moeten maken. Sponsoring kost veel geld en levert mogelijk geen extra opbrengsten op,
omdat ze inkomsten bij elkaar weghalen.
d Zie opbrengsten matrix, er zijn twee Nash-evenwichten.
Burger King
Wel sponsoren Niet sponsoren
Wel sponsoren - € 200, - € 220 + € 300, - € 50
Mc Donalds Niet sponsoren - € 80, + € 280 + € 30, + € 40
e De organisatie van de spelen kunnen hiermee veel geld verdienen door een veiling van het
sponsorrecht. Omdat het alleen gunstig is om te sponsoren als een van beide bedrijven dat
doet kan de organisatie het alleenrecht om te sponsoren verkopen aan de hoogste bieder.
3 a Zie matrix:
Bedrijf 2
Strategie A Strategie B
Strategie A € 20 mln., € 27 mln. € 42 mln., € 18 mln.
Bedrijf 1 Strategie B € 18 mln., € 29 mln. € 30 mln., € 28 mln.
b Beide spelers hebben een dominante strategie. Beide speler zullen ongeacht de keuze van de
ander, altijd kiezen voor strategie A.
c Ja, er is sprake van een gevangenendilemma. Beide spelers hebben een dominante stategie
én beide bedrijven kunnen bij samenwerking een hogere opbrengst halen buiten het Nash-
evenwicht.
4a
Krant B
Wervingsactie Geen wervingsactie
Krant A Wervingsactie (- € 50, € 0) (€ 3.500, € 250)
Geen wervingsactie (- € 500, € 2.500) (€ 500, € 750)
b Wat de kranten gaan doen is verschillend (zie matrix). Krant A heeft een dominante
strategie en gaat onafhankelijk van de keuze van B altijd werven. Krant B heeft geen
dominante strategie en kiest afhankelijk van de keuze van A een strategie.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finnberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.